Home Databanken VTB

Raeskin, P. Hageveld, roman van een seminarist
Twee delen in een band. Amsterdam : Qaerido, 1918. p.

p. 266 In den middag was er de groote vreugde van het paaschvuur. Weken vooruit hadden de philosofen in hun bosch gehakt en kleine stapels gebouwd, die ze tegen de nieuwsgierigheid van oningewijden diep hun kronkellaantjes veborgen hielden. Van middag brachten ze op groote takken hun voorraad naar het plein; 'n tijdlang duurde de aanvoer en de aansleep van vele stapels; de laatste vracht was hoog opgebouwd en bedekt met groene takken, waarboven een omkrantse boschgod in philosofenjas een versierde Goudsche rookte; philosofen gingen voor en volgden, ze zongen en allen droegen hun groote draagtakken en wierpen die bij aankomst op den stapel. Onder luid hoerah werd Klaas, die teer aanreed, begroet; toen hij zijn voorraad uitgegooid had, wilden de jongens ook zijn kar; de sub keek lachend toe; wist wel dat Klaas met teernatte handen den kruiwagen redde zonder hem. De stapel, hoog als jonge boomen, stond op het midden van het plein; de groote kaatsboom reikte er maar weinig boven uit. Aan ingeplanten mast hing als lokaas voor vlammen een bus met teer gevuld. Met kleine vuurtjes werd de groote brand gestookt; de philosofen pookten met hout en teer; eerst toen het vuur geen hulp meer nodig had maakten ze een wijden kring, die aan de boomen reikte; ze zongen:
Wij willen dansen den zeven - den zeven
Wij willen dansen den zevensrpoing
Da's een
Da's twee
Da's drie
Tot zeven malen hurkten ze telkens op den grond en hervatten na den zevenden tel hun omloop om den brand. Achter hen keken de proffen toe en langs de vaart was toeloop van dorpelingen. Het Hageveldsche vuur was vanouds bekend op Voorhout; er waren dorpelingen die nooit oversloegen en van hun paaschbrand spraken.)

trefwoorden
paasvuur(ca 1894, Hageveld) (p.266-167)

auteur
Raeskin, P.