Zoekresultaten: 1 vreemd woord gevonden
Klik op het trefwoord voor meer informatie
-
▾ kof
[zeilschip]
zelfstandig naamwoordToon/Verberg alles
thema: scheepvaart
-
▾ Engels
koff
[logge tweemaster]
-
▾ Russisch
kof
[Hollands kustvaartuig met twee masten]
etymologie: Aus ndl. kof dass., s. Meulen 105. Uit VdMeulen 1909: Hollandsen, vaartuig voor binnen of kustvaart, van lompe vormen en sterk gezeegd, doch veel ladende. T. Koften, smakken, galjassen , enz., die aan den voorsten mast alleen raas en aan den achtersten slechts een bezaan en gaffeltopzeil hebben. P. M. blz. 2. Kustvaartuig met twee masten, en somtijds met een druil (tape-cul) voorzien, getuigd met sprietzeil, mast (?) en kluiver, v. L. PAN wil hier lezen: kof is een, niet scherp gebouwd, weinig diep¬gaand zeeschip met rondgebogen spiegel en platten boeg, zij zijn getuigd met een grooten mast en steng, op ongeveer een derde van voren , en een ligten bezaansmast op een vierde van achteren. Wijders voeren zij een zeil aan een gaffel en boom aan den grooten mast, een topzeil en een bramzeil aan de steng, een stagfok en kluivers op den boegspriet en een bezaan aan den mast van dien naam; sprietzeilen vindt men op deze schepen niet. Men vgl. met dit alles de definitie van het uit het Holl. overgenomen Russ. kof bij V.: gollandskoe perevoznoe sudno s dvumja mactami, i měj li¬ščími šprintovnye parusa i nad nimi topseli; v nosu bušprit, na kotorom stavitsja neskol'ko stak sel ej (Hollandseh transportvaartuig met twee masten, die sprietzeilen voeren en daarboven topzeilen: aan het voorschip een boegspriet, waarop eenige stagzeilen).
bron: Meulen 1909 Vasmer 1953-1958 (Vasmer, VdMeulen 1909)
-
▾ Frans
koff
[Hollands koopvaardijschip met zeilen]
datering: 1783 (1751-1800)
etymologie: GR: néerl. kof.FEW: voegt geen nadere informatie toe.
bron: Wartburg 1928 (GRobert, Valkhoff, FEW)
-
▾ Zweeds
koff
[soort klein Hollands transportzeilschip]
datering: 1803 (1801-1850)
etymologie: NEO; Hist.: sedan 1803; av nederl. kof med samma bet.; ev. av fra. coffe 'tråg; fat'
bron: NEO 1995 (NEO)
-
▾ Deens
kuf
[schip met platte bodem, vooral gebruikt in Nederland en Duitsland]
etymologie: holl., egl. rum, stue, se koffardi. OOD: sv. koff, no. kof; fra nt. kuf (ty. kuff), holl. kof; muligvis fra oldfr. coffe, trug; jf. Kufskib, DOFF: Kuff, en, -fer, [holl. kof; nt. kuf], bredboyet, flad- bundet, galeasetaklet, rummellgt. holl. Skib. Kuf- akib, et. Euf., Alnæs p. 27
bron: Dahl 1907-1914 Dahlerup 1919-1956 Hårbøl 2004 (Fremmed2, OOD, DOFF, Salamonsen, Saabys, Arnesen, Alnæs)
-
▾ Noors
koff
[klein platbodemd zeilschip]
status: Ambigu: Nederlands of Nederduits
etymologie: BO: fra nederl; FuT: von holl. kof, ned. kuf.
bron: Alnæs 1902 BO 2005 Falk 1910-1911 Arnesen (BO; FuT, Arnesen, Alnæs)
-
▾ Litouws
kufas
[Hollands kustvaartuig met twee masten]
status: Ambigu: Nederlands of Duits
etymologie: vok. Kuff < ol. kof
bron: Vaitkevičiūtė 2007 (V. Vaitkevičiūtė)
-
▾ Duits
Kuff
[kustvaartuig met twee masten en platte bodem, vooral gebruikt in Oost-Friesland en Nederland]
bron: Kluge 1911 (Kluge See)
Toon pijlen voor indirecte ontleningen
Germaans (Indo-Europees) Slavisch (Indo-Europees) Romaans (Indo-Europees) Baltisch (Indo-Europees)
-
▾ Engels
koff
[logge tweemaster]