Zoekresultaten: 1 vreemd woord gevonden
Klik op het trefwoord voor meer informatie
-
▾ takel
[hijswerktuig]
zelfstandig naamwoord ; datering: 1376-1400;Toon/Verberg alles
thema: werk en industrie
bron: CW-
▾ Atjehnees
takay
[hijswerktuig, katrol]
bron: Djajadiningrat 1934 (RA)
-
▾ Deens
takkel
[hijswerktuig]
status: Ambigu: Nederlands of Nederduits
etymologie: Fremmedordbog en OOD: Nederduits, Bartz: Im 16. Jahrh. übernommen aus mittelniederdt., -länd "takel" (Tau(werk), Schiffausrüstung", im allgemeineren Sinn "jede Ausrüstung", auch von Soldaten oder Bauern. Das zugehörige Verb ist engl. tackle, neuniederländ. takel, schwed. tackel, dän. takkel zu mittelniederländ. "tacken" greifen, anfassen. (…) Die Herkunfst ist unklar, Arnesen: Nederduits-Nederlands woord, Bang (holl) svær talje
bron: Bartz 2007 Brüel 1993 Dahlerup 1919-1956 Arnesen Bang 1976 (Fremmedordbog, OOD, Bartz, Saabys, Arnesen, Bang)
-
▾ Duits
Takel
[hijswerktuig]
datering: 1551-1600
status: Ambigu: Nederlands of Nederduits
etymologie: Übernommen aus dem Niederdeutschen: mndd. takel, mndl. takel. Zu me. takken "lose befestigen, heften", das vielleicht weiter zu der Sippe von Zacken gehört. Kollektiv: Takelage; Verb: (auf-, ab-)takeln. Bartz: Im 16. Jahrh. übernommen aus mittelniederdt., -länd "takel" (Tau(werk), Schiffausrüstung", im allgemeineren Sinn "jede Ausrüstung", auch von Soldaten oder Bauern. Das zugehörige Verb ist engl. tackle, neuniederländ. takel, schwed. tackel, dän. takkel zu mittelniederländ. "tacken" greifen, anfassen. (…) Die Herkunfst ist unklar
bron: Bartz 2007 (Kluge, Bartz)
-
▾ Engels
tackle
[hijswerktuig, tuigage; benodigdheden, gerei; beweging om de bal van de tegenstander af te pakken (voetbal)]
datering: 1250 (1201-1250)
afleidingen en samenstellingen: tackle-box, -chain, -dealer, -hook, -maker, -shop; tackle-block; tackle-board; tackle-fall; tackle-man; tackle-room; tackle-house, -porter.
etymologie: app. of Low German origin: cf. MLG. takel equipment generally, e.g. of a horseman, spec. of a ship, hoisting apparatus, LG. takel, also early mod.Du. takel strong rope, hawser, pulley, mod.Ger. takel, Sw. tackel, Da. takkel tackle; f. MLG. taken, MDu. tacken to lay hold of, grasp, seize, with instrumental suffix -el: see -le 1.
bron: Onions 1983 (OED2, ODEE)
-
▾ Esperanto
takelo
[hijswerktuig]
<via Duits>
afleidingen en samenstellingen: : ĉentakelo ‘kettingtakel’
etymologie: Geleend via Du Takel met ondersteunende bronwoorden Ru takel’ en Eng tackle. De uitgang -o is standaard voor substantieven in Esp.
bron: Cherpillod 2003 (Cherp)
-
▾ Fins
takila
[hijswerktuig]
<via Zweeds>
datering: 1862 (1851-1900)
etymologie: Bentlin: of Nederduits
bron: Ginneken 1913-1914 Nurmi 1998 Bentlin 2008 (JvG, Stjerncreutz, NSSK, SKP, TN, Bentlin)
-
▾ Frans
tâkène, tåkène, tankène
(dialect)
[hijswerktuig]
-
▾ Frans
tôke
(dialect)
[dik touw; groot touw, dat men over een karrenvracht hooi heen slaat]
datering: 1795 (1751-1800)
afleidingen en samenstellingen: tôk'ler 'de karrevracht vastmaken met een dik touw', tôh'ler 'de as aan de kist van de wagen bevestigen'
etymologie: Taeckel (mndl.) 'kabel'.
bron: Wartburg 1928 (FEW)
-
▾ Indonesisch
takal
[hijswerktuig]
bron: Stevens 2004 (S&S-T2004)
-
▾ Javaans
takal
[hijsblok]
bron: Pigeaud 1989 (Pigeaud)
-
▾ Madoerees
takal
[hijswerktuig]
afleidingen en samenstellingen: nakal, nakale = iets door middel van een takel ophijsen
bron: Kiliaan 1904 (KIL)
-
▾ Makassaars
takâlá
[katrol boven aan de mast (waarmee zeil wordt opgehesen)]
bron: Cense 1979 (Cense, A.A. (1979), Makkasaars-Nederlands woordenboek, ’s-Gravenhage.)
-
▾ Minangkabaus
taka
[hijswerktuig]
bron: Moussay 1995 (Moussay)
-
▾ Noors
takkel
[takelage; hijswerktuig]
status: Ambigu: Nederlands of Nederduits
etymologie: BO: lty; FuT: entlehnt von mnd. tâkel, 'jede ausrüstung, besoners schiffsausrüstung, tauwerk und hebezeug.
bron: BO 2005 Falk 1910-1911 Arnesen (BO; FuT; Arnesen)
-
▾ Papiaments
taker
†verouderd
[hijswerktuig]
-
▾ Pools
takelunek, takielunek
[hijswerktuig]
status: Ambigu: Nederlands of Duits
etymologie: nm.Takelung od Takel "olinowanie statku"
bron: Kopaliński 2007 (Wladyslaw Kopalinski)
-
▾ Russisch
tákel'
[touwwerk en heftuig van een schip]
etymologie: Aus ndl. takel bzw. ndd. takel, s. Meulen 208, Croiset v.d.Kop IORJ. 15,4,16. VdMeulen 1909: Takel. Een touw, daer men alle goederen mede in en uit het schip heist. W. Takels noemt men in het algemeen die samenstellen, welke uit twee dubbele blokken, of een dubbel en een enkel blok bestaan, en mede bestemd zijn om zwaar werk te verrichten, zoals het hijschen van sloepen, enz. P. M. blz. 98. Russ. takel', palan. Alleen bij J. Met bijbehorend adj. luidt takelnyj. Russ. takel" is verdrongen door het synonieme tali uit Holl. talie, z. ald.
bron: Meulen 1909 Vasmer 1953-1958 (Vasmer, VdMeulen 1909)
-
▾ Zweeds
tackel
[hijswerktuig]
datering: <1520a
status: Ambigu: Nederlands of Nederduits
etymologie: före 1520; fornsv. takel; av lågty. takel 'skeppsutrustning; tågverk', trol. till taken 'ta(ga)'; jfr ta
bron: NEO 1995 (NEO)
Toon pijlen voor indirecte ontleningen
Maleis-Polynesisch Germaans (Indo-Europees) Geïsoleerde talen Fins-Oegrisch Romaans (Indo-Europees) Creooltalen gebaseerd op een Romaanse taal Slavisch (Indo-Europees)
-
▾ Atjehnees
takay
[hijswerktuig, katrol]