Zoekresultaten: 1 vreemd woord gevonden
Klik op het trefwoord voor meer informatie
-
▾ rabatijzer
[gereedschap om bepaalde houtverbindingen te maken]
zelfstandig naamwoord ; datering: 1671;Toon/Verberg alles
thema: werk en industrie
bron: EWB2, niet CW-
▾ Russisch
lebezá
[werktuig dat gebruikt wordt bij het dichten van voegen in gebouwen of schepen]
status: verbastering
etymologie: Rabatijzer, kalfaat- of breeuwijzer, aan de-enede, die stomp en nogal dik is, voorzien van een of twee holle groeven, en dienende om het werk in de naden plat te slaan en overal gelijk aan te drijven (Ndl. Wdb. 12, 3, ó 117). Vgl. Winsch. 201: bij de scheepstimmerlieden vind men ook een ... rabatijser, welkers afbeeldsel te sien is bij W(itsen) p. 185. Rabat-yzer ...Werck-bijtel, Witsen 186 a. Hieruit de verbastering Russ. lebezá, volgens Dal' 2, 624: tupoe doloto, probojka ili konopatka (stompe beitel, kalfaat-of breeuwijzer) en volgens het Akad. Wdb. 5, 298: instrument, upotrebljaemyj pri zakolacivanii pazov v stroenijach, pri konopatke (probojke) sudov i pod.; imeet formu lopatocki (werktuig dat gebruikt wordt bij het dichten van voegen in gebouwen, bij het kalefaten (breeuwen) van schepen en dgl.; het heeft de vorm van een schopje). Wat de sterk verbasterde vorm betreft, kan men vooreerst opmerken dat het russ. woord een lettergreep minder telt dan het oorspronkelijke ndl. Russ. lebezá uit ndl. rab(at)ijzer is in dit opzicht te vergelijken met russ. baMtóv uit ndl. boegs(eer)touw, russ. mul'k uit ndl. muil(stee)k, russ. smal'k uit ndl. smal(wer)k. Verder is het tweede lid van de ndl. samenstelling: -ijzer wel te herkennen in russ. -eza (voor russ. e uit ndl. ij zie Bij sloot), terwijl het begin rcb- in het russ. werd tot leb- (voor overgang van r in ž in de volkstaal zie Grot 2, 367) met e uit de toonloze a; vgl. hiermede de volksvorm lepórt voor rapórt (Akad. Wdb. 5, 463). Dal' deed een mislukte poging om dit ndl. leenwoord te identificeren met het zuiver russ. homoniem lebezá: vleier, flikflooier, pluimstrijker, intrigant: lebezá . . . kotoraja prodiraetsja vo vse šceli, kak prolaz (die doordringt in alle spleten als een indringer) of zoals Vasmer 2, 23 het weergeeft: als ein Gegenstand, der überall durchrutscht. De juiste etymologie gaf Clara Thörnqvist in The Slav. and East-Eur. Rev. 32, 145, vgl. Scandoslavica 1, 22. Het woord is door metathesis nog verder tot onherkenbaar wordene toe verbasterd in de vormen belezá (Dal 1, 198) en belíza (Vasmer 1, 72); het eerste werd door Miklosich (Turk. Elem., Nachtr. 1, 13) in verband gebracht met turks bälämäk: graven, en voor het tweede meende Vasmer te moeten denken aan een hypothetisch mnd. vílísen: vijlijzer. Beide etymologieën kunnen bezwaarlijk juist wezen.
bron: Meulen 1959 (VdMeulen 1959)
-
▾ Deens
rabat, rabatjern
[werktuig dat gebruikt wordt bij het dichten van voegen in schepen]
etymologie: OOD: fra holl. rabat-ijzer, til holl. rabat, fuge
bron: Brüel 1993 Dahlerup 1919-1956 (Fremmedordbog, OOD)
Toon pijlen voor indirecte ontleningen
Slavisch (Indo-Europees) Germaans (Indo-Europees)
-
▾ Russisch
lebezá
[werktuig dat gebruikt wordt bij het dichten van voegen in gebouwen of schepen]