Zoekresultaten: 1 vreemd woord gevonden
Klik op het trefwoord voor meer informatie
-
▾ palm
[boomsoort]
zelfstandig naamwoord ; datering: 1100;Toon/Verberg alles
thema: plantenrijk
geleend uit het Latijn
bron: CW-
▾ Indonesisch
palam, palem
[boomsoort]
bron: Stevens 2004 (S&S-T2004)
-
▾ Jakartaans-Maleis
palem
[sierpalm]
bron: Kähler 1966 (HANS)
-
▾ Javaans
palem
[boomsoort]
bron: Pigeaud 1989 (Pigeaud)
-
▾ Oekraïens
pálma
[boomsoort]
<via Russisch>
bron: Beloded 1970 (Beloded)
-
▾ Russisch
pálma
[boomsoort]
etymologie: Palm (1), als benaming van het palmboompje d.i. de buksboom, Buxus sempervirens, een overdracht van betekenis van de boomnaam palm die eigenaardig ndl. is, zie Ndl. Wdb. 12, 233: Takken van deze plant worden gebruikt bij de viering van den Palmzondag, ter vervanging van de echte palmtakken, en het komt daardoor dat de buks(boom) bij ons palm wordt genoemd. Russ. pálma, inzonderheid ook voor het palmhout d.i. bukshout (Ndl. Wdb. 12, 244), vgl. Dal' 3, 24: želtoe derevo buks (het gele bukshout). In Peters tijd komt ook palmgout uit ndl. palmhout d.i. bukshout voor, zie b.v. Poln. Sobr. Zak. 6, n°. 3937 (Smirnov 217): Stal', pakgout, . azengout, . palmgout, sera, mei, i procija vesovyja vešci, ot puda i vyše, dolžen vesit'pri prieme i otdace (Staal, pokhout, en azijnhout, en palmhout, zwavel, krijt en de overige zaken bij het gewicht, van een poed en hoger, moeten bij ontvangst en afgifte worden gewogen). Volgens Vasmer 2, 307 is russ. pálma: palm aan nhd. palme ontleend, dat over ohd. palma op lat. palma teruggaat. In bovengenoemde eigenaardig ndl. betekenis is het woord evenwel ongetwijfeld van ndl. oorsprong. Hetzelfde geldt voor het volgende artikel.
bron: Meulen 1959 (VdMeulen 1959)
-
▾ Sranantongo
palm
[blad van palm]
-
▾ Surinaams-Javaans
palem
[boomsoort]
bron: Vruggink 2001 (Hein)
Toon pijlen voor indirecte ontleningen
Maleis-Polynesisch Slavisch (Indo-Europees) Creooltalen gebaseerd op een Germaanse taal (Nederlands of Engels)
-
▾ Indonesisch
palam, palem
[boomsoort]