Zoekresultaten: 1 vreemd woord gevonden
Klik op het trefwoord voor meer informatie
-
▾ loterij
[kansspel met lootjes]
zelfstandig naamwoord ; datering: 1518;Toon/Verberg alles
thema: sport en spel
bron: CW-
▾ Duits
Lotterie
[kansspel met lootjes]
datering: 1551-1600
afleidingen en samenstellingen: Lotteriekollekteur, Lotteriekollektion
etymologie: germ.-niederl.; die; -, ...ien. Schirmer: Los n. 'Lotterieschein', seit dem 18. Jhdt. {DWi 6, 1156 (10)), nach dem ndl. lot, das ebenso wie Lotterie im 16. Jhdt. zuerst in Holland aufkam ^) (vgl. Niete), In Deutschland galt dafür früher Hafen ^), Glüekshafen ^) (noch heute südd.). — Aus Italien (Genua) kam dazu noch im 17. Jlidt. Lotto % heute bes. in Österreich verbreitet. OTTERIE, f. ein glücksspiel, die fortsetzung des glückshafens oder glückstopfes, s. d. das fremdwort zeigt sich zunächst im niederländischen des 16. jahrh. in einer allgemeinen bedeutung: loterije, sortes, sortitio, sortitus, sortiendi actus, sortilegium Kilian, in nächster beziehung stehend zu loter sortitor, und lot sors, der niederländischen form unseres los;
bron: Duden Fremd 1990 Grimm 1854-1971 Kluge 2002 (Duden Fremd, Kluge, Schirmer, Grimm)
-
▾ Engels
lottery
[kansspel met lootjes]
datering: 1501-1600 (1501-1550)
etymologie: prob. -Du.loterij (early xvi), whence modL. loteria; cf.F. loterie,-Du., or It.lotteria; see LOT, -ERY.
bron: Onions 1983 (ODEE)
-
▾ Frans
loterie
[kansspel met lootjes; iets wat geregeld wordt door toeval]
datering: 1538 (1501-1550)
etymologie: PR: néerl. loterije, ou it. loteria , v. lot.FEW: geeft tevens enkele dialektvormen, maar ook de nfr. vorm lot 'lot in de loterij' 1740 (deze betekenis komt in het woordenboek voor). FEW: Das lotteriespiel scheint in den Nieder- landen entstanden zu sein, wo es seit beginn des 16.jhs. vorkommt; der erste beleg für den namen ist ein latinisiertes loteria in einem brief von Chr. Longolius (1513). Das ndl. loterij ist einerseits ins d. gewandert (d. lotterie), anderseits ins fr. It. lotteria ist ein ganz spätes und nie wirklich eingebürgertes lehnwort aus dem fr. und kann nicht dessen quelle sein. Auf ndl. ursprung weist auch die herkunft des ältesten beleges. Fr. lot hat sekundär seine bed. entsprechend derjenigen von loterie erweitert. (Lot I 'deel, partij, perceel' < *lot (anfrk.))
bron: Dubois 1979 Robert 1993 Walter 1997 Wartburg 1928 (PRobert, Walter, Larousse, FEW (*lot II))
-
▾ Portugees
loteria
[kansspel met lootjes; (fig.) kanszaak]
<via Frans>
datering: 1720 (1701-1750)
etymologie: Do it. lotteria 'administraça<~>o do loto'.
bron: Cunha 1986 (Da Cunha)
-
▾ Russisch
loteréja
[kansspel met lootjes]
datering: 1731 (1701-1750)
etymologie: Ueber nhd. Lotterie, bzw. ndl. loterij, frz. loterie oder direkt aus ital. lotteria von lotto 'Anteil', s. Preobr. 1,471, Gamillscheg EW. 570.
bron: Černych 1993 (Vasmer, Cernych)
-
▾ Singalees
lotaräy-ya
[kansspel met lootjes]
-
▾ Spaans
lotería
[kansspel met lootjes]
<via Frans>
datering: 1734 (1701-1750)
etymologie: onder `lote' (1869) staat: Tom. del fr. lot `parte que toca a cada uno en un reparto', y éste del fráncico *lôt, compárense el gót. hlauts `lote', `herencia' y alem. los `parte que toca a cada uno'. Hierbij staat lotería als afl.
bron: Corominas 1983 (Corominas)
-
▾ Madoerees
lūttrī, lūttre
[kansspel met lootjes]
afleidingen en samenstellingen: mēnnang lūttre = een lot winnen
etymologie: mēnnang = winnen
bron: Safioedin 1977 (ASIS, PH)
-
▾ Ambons-Maleis
loterèi
[kansspel met lootjes]
-
▾ Menadonees
loterèi
[kansspel met lootjes]
bron: Clercq 1876 (FSA)
-
▾ Kupang-Maleis
loterèi
[kansspel met lootjes]
bron: Clercq 1876 (FSA)
-
▾ Ternataans-Maleis
loterèi
[kansspel met lootjes]
bron: Clercq 1876 (FSA)
-
▾ Javaans
lotré
[kansspel met lootjes]
-
▾ Soendanees
lotre
[kansspel met lootjes]
afleidingen en samenstellingen: ngaloterekeun=iets verloten, het lot werpen
bron: Coolsma 1913 (Coo1913)
-
▾ Jakartaans-Maleis
lotrèè
[kansspel met lootjes]
bron: Kähler 1966 (HANS)
-
▾ Makassaars
letterêi, leterêi
[kansspel met lootjes; toss (bij voetbalspel)]
bron: Cense 1979 (Cense, A.A. (1979), Makkasaars-Nederlands woordenboek, ’s-Gravenhage.)
-
▾ Sloveens
loterija
[kansspel, soort kaartspel]
<via Duits>
-
▾ Indonesisch
loteré, lotré
[kansspel met lootjes; lootje; prijs in de loterij]
afleidingen en samenstellingen: meloterékan = iets verloten; een prijs beschikbaar stellen
bron: Stevens 2004 (S&S-T2004)
-
▾ Minangkabaus
lotere
[kansspel met lootjes]
bron: Moussay 1995 (Moussay)
-
▾ Roemeens
loterie
[kansspel met lootjes]
<via Frans>
bron: Bantaş 1994 (Bantas)
-
▾ Bulgaars
lotarija
[kansspel; geluk]
<via Russisch>
bron: Milev 2005 (Milev)
-
▾ Macedonisch
lotarija
[kansspel met lootjes]
<via Russisch>
bron: Širilova 2001 (Širilova)
-
▾ Balinees
lotré
[kansspel met lootjes]
bron: Veldwerk (Veldwerk Hinzler 2006)
-
▾ Deens
lotteri
[kansspel met lootjes]
datering: 1700 (1651-1700)
etymologie: PNOE: fra nederlandsk loterij afl. af lot 'lod1'. OOD: vistnok laant ca. 1700 fra holl. loterij (af holl. lot, sa. ord som I. Lod), jf. fr. loterie, ital. lotteria; sml. Lotto samt Lykkepotte
bron: Becker-Christensen 2005 Dahlerup 1919-1956 Hårbøl 2004 (PNOE, OOD, Fremmed2)
-
▾ Sranantongo
lotrèi
[kansspel met lootjes]
bron: Woordenlijst S-N (Woordenlijst S-N)
-
▾ Pools
loteria
[kansspel met lootjes]
<via Duits>
bron: (http://sjp.pwn.pl/lista.php?)
-
▾ Surinaams-Javaans
lotré
[kansspel met lootjes; lot]
afleidingen en samenstellingen: nglotré = verloten, nglotrèkké = laten verloten, een loterij houden voor
etymologie: men gebruikt ook: lot
bron: Vruggink 2001 (Hein)
-
▾ Azeri
lotereya
[kansspel met lootjes]
<via Russisch>
bron: Chalilov 2007 (Chalilov)
-
▾ Hongaars
lottéria
[kansspel met lootjes]
<via Duits>
-
▾ Italiaans
lotteria
[kansspel met lootjes]
<via Frans>
bron: Sijs 2006a (Van der Sijs 2006)
-
▾ Grieks
lotaria
[kansspel met lootjes]
<via Italiaans>
bron: LTKN 1999 (LTKN)
-
▾ Litouws
loterija
[kansspel met lootjes]
<via Russisch>
etymologie: it. lotteria, pranc. loterie < lotir - traukti burtus
bron: Vaitkevičiūtė 2007 (V. Vaitkevičiūtė)
-
▾ Lets
loterija
[kansspel met lootjes]
<via Russisch>
-
▾ Esperanto
loterio
[kansspel; zaak van geluk]
<via Frans>
datering: 1889 (1851-1900)
etymologie: Geleend via Fr loterie met ondersteunende bronwoorden Eng lottery, Du Lotterie en Ru lotereja. De uitgang -o is standaard voor substantieven in Esp.
bron: Cherpillod 2003 Vilborg 1989-2001 (Cherp, Vil 3)
-
▾ Arabisch (Egypte)
lutiriyya, lutariyya
[kansspel met lootjes]
<via Italiaans>
-
▾ Maltees
lotterija
[kansspel met lootjes]
<via Italiaans>
bron: Aquilina 2006 (Aquilina)
-
▾ Perzisch
lâtâri
[kansspel met lootjes]
<via Frans>
afleidingen en samenstellingen: lâtâri gozâštan 'verloten'; lâtâri kešidan 'lot trekken'
bron: Lazard 2000 (Lazard)
-
▾ Papiaments
loteria
[kansspel met lootjes]
-
▾ Tsjechisch
loterie
[kansspel met lootjes]
<via Duits>
bron: Sijs 2006a (Van der Sijs 2006)
-
▾ Oekraïens
lotereja
[kansspel met lootjes]
<via Russisch>
bron: Sijs 2006a (Van der Sijs 2006)
-
▾ Noors
lotteri
[kansspel met lootjes]
bron: Sijs 2006a (Van der Sijs 2006)
-
▾ Zweeds
lotteri
[kansspel met lootjes]
bron: Sijs 2006a (Van der Sijs 2006)
-
▾ Wit-Russisch
lataréja
[kansspel met lootjes]
<via Russisch>
bron: Černych 1993 (Cernych)
Toon pijlen voor indirecte ontleningen
Germaans (Indo-Europees) Romaans (Indo-Europees) Slavisch (Indo-Europees) Indo-Iraans (Indo-Europees) Maleis-Polynesisch Creooltalen gebaseerd op een Germaanse taal (Nederlands of Engels) Turks Fins-Oegrisch Grieks (Indo-Europees) Baltisch (Indo-Europees) Geïsoleerde talen Semitisch Creooltalen gebaseerd op een Romaanse taal
-
▾ Duits
Lotterie
[kansspel met lootjes]