Zoekresultaten: 1 vreemd woord gevonden
Klik op het trefwoord voor meer informatie
-
▾ knoop
[toegehaalde lus aan een touw; eenheid waarin de snelheid van schepen wordt uitgedrukt]
zelfstandig naamwoordToon/Verberg alles
thema: scheepvaart
-
▾ Russisch
knop
[toegehaalde lus aan een touw; eenheid waarin de snelheid van schepen wordt uitgedrukt]
etymologie: Aus ndl. knoop, ndd. mnd. knôp 'Knopf, Knauf', s. Meulen 103 ff., Berneker EW. 1,530. Auch knópka 'Knopf, Reissbrettstift, Kontaktknopf' wohl aus ndd. oder nhd. Knopf. Uit VdMeulen 1909: Knoopen worden gelegd in zoodanige einden van het touwwerk, die ergens gestopt en te dien einde van eene verdikking moeten voorzien worden. Hiervan heeft men verschillende soorten, die voor bijzondere doeleinden gebezigd worden. P. M. blz. 128. Russ. knop, noeud, bouton, cul de porc (cul de porc est un noeud que 1'on fait au bout d'un cordage, en sorte qu'il est gros et rond, pour empescher qu'il ne passe par Ie trou oü se met Ie cordage. J. uit een hs. 17e e. Arch. de la Mar.). De verschillende soorten van knoopen vermelden P. M. blz. 128—133, de meeste dezer Holl. benamingen vinden wij ook in het Uiiss. terug: slopper knoop, Russ. stóponu/j knop, bonton de bosse; laIreepsknoop, Russ. tdlrepnyj knop, noeud de rides; ra/reepsknoop, Rnss. fa'/repw/j knop, noeud de tire-veil Ie; boeircejjsknoo]), Russ. biijrepnyj knop, noeud d'orin; wants knoop, Russ. cantknop, noeud de haubans.
bron: Meulen 1909 Vasmer 1953-1958 (Vasmer, VdMeulen 1909)
-
▾ Zweeds
knop
[toegehaalde lus aan een touw; eenheid waarin de snelheid van schepen wordt uitgedrukt]
datering: 1695 (1651-1700)
etymologie: NEO; Hist.: sedan ca 1695; av nederl. knoop 'knut; knopp'; nära besl. med knopp. Törnqvist: knop (ca. 1698), Knoten, ä schwed. knoop, Knoten in einer Schiffsleine, dän. knob, knop, aus ndl. knoop
bron: NEO 1995 Törnqvist 1977 (NEO, Törnqvist)
-
▾ Deens
knob
[toegehaalde lus aan een touw; eenheid waarin de snelheid van schepen wordt uitgedrukt]
status: Ambigu: Nederlands of Nederduits
etymologie: fra nedertysk knop 'knude' ¯ fællesgermansk *knaupa- 'noget sammentrykt', Jessen: Nederduits, OOD: fra mnt. knop. Törnqvist: Törnqvist: knop (ca. 1698), Knoten, ä schwed. knoop, Knoten in einer Schiffsleine, dän. knob, knop, aus ndl. knoop
bron: Becker-Christensen 2005 Dahlerup 1919-1956 Jessen 1883 Törnqvist 1977 Arnesen (PNOE, OOD, Jessen, Törnqvist, Arnesen)
-
▾ Noors
knop
[toegehaalde lus aan een touw; eenheid waarin de snelheid van schepen wordt uitgedrukt]
status: Ambigu: Nederlands of Nederduits
etymologie: BO; fra lty, nederl; FuT: entlehnt dem mnd. knôp, 'knoten, knopf'(holl. knoop).
bron: BO 2005 Falk 1910-1911 Arnesen (BO; FuT, Arnesen)
-
▾ Ests
nööp
[toegehaalde lus aan een touw]
-
▾ Fins
knuupi
[toegehaalde lus aan een touw; eenheid waarin de snelheid van schepen wordt uitgedrukt]
<via Zweeds>
-
▾ Litouws
knopas
[toegehaalde lus aan een touw]
Toon pijlen voor indirecte ontleningen
Slavisch (Indo-Europees) Germaans (Indo-Europees) Fins-Oegrisch Baltisch (Indo-Europees)
-
▾ Russisch
knop
[toegehaalde lus aan een touw; eenheid waarin de snelheid van schepen wordt uitgedrukt]