Uitleenwoordenbank van het Nederlands

De Uitleenwoordenbank bevat Nederlandse woorden die door andere talen zijn overgenomen, de zogenaamde uitleenwoorden. De bank is opgezet door Nicoline van der Sijs en eind 2015 gelanceerd. De belangrijkste gegevens eruit zijn eerder in boekvorm gepubliceerd in: Van der Sijs, Nicoline (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; de pdf staat hier.

Na 2010 zijn aanvullingen en correcties in de database ingevoerd. Daarnaast bevat de Uitleenwoordenbank informatie die niet was afgedrukt in het boek; zo staat bij ieder woord in een vreemde taal als hulpmiddel voor verder onderzoek de gebruikte literatuur vermeld, en waar mogelijk informatie over de periode van ontlening, soms ook nog nadere etymologie.

Momenteel omvat de Uitleenwoordenbank 18.242 Nederlandse woorden die aan 138 talen zijn uitgeleend. De Nederlandse woorden hebben geleid tot 48.446 nieuwe, geleende woorden in vreemde talen, wat inhoudt dat ieder Nederlands woord gemiddeld ruim tweeënhalf keer is uitgeleend. De uitleenwoorden zijn niet alleen Standaardnederlandse woorden, maar ook gewestelijke woorden, inmiddels verouderde woorden en woorden uit overzees Nederlands (zie Nederlandse woorden). De gegevens zijn verzameld door meer dan vijftig medewerkers (zie Medewerkers). De applicatie voor de Uitleenwoordenbank - de website, de zoekinterface en de geografische en statistische visualiseringen van de resultaten – is ontworpen door Sara Budts.

Het doel van de Uitleenwoordenbank is te laten zien met welke talen het Nederlands in het verleden contact heeft gehad, en wat het talige gevolg was van deze contacten. Een deel van de uitgeleende woorden heeft het Nederlands op zijn beurt ontleend aan een andere taal; zo heeft het Nederlands rotan op Indonesië leren kennen en het woord vervolgens bekendgemaakt aan Europese talen zoals het Frans en de Scandinavische talen. Via de Uitleenwoordenbank krijgt men een overzicht van dergelijke doorleenwoorden. Voorts zijn sommige Nederlandse woorden vrij stelselmatig door een bepaalde taal doorgeleend naar een andere: zo heeft het Russisch veel Nederlandse woorden doorgeleend aan het Oekraïens en Bulgaars, terwijl het Bretons de meeste Nederlandse woorden via het Frans heeft leren kennen. Ook dat is op de Uitleenwoordenbank te zien. Uiteindelijk wordt zo de circulatie van woorden (en begrippen) tussen talen zichtbaar, en de veranderingen in klank, vorm en betekenis die het gevolg zijn van deze circulatie.

Uitgeleende woorden vormen de culturele sporen die Nederlanders en Vlamingen in contact met andere talen en landen hebben achtergelaten. Het grote aantal uitleenwoorden toont aan dat de Nederlandse taal en cultuur veel invloed hebben gehad, en dan met name via huis-tuin-en-keukenwoorden, woorden die in het gewone dagelijkse leven voorkomen. In de vroegere koloniën, waar Nederlands als bestuurstaal werd gebruikt, zijn daarnaast veel ambtelijke termen overgenomen. En het uitlenen vond zeker niet alleen plaats in de Gouden Eeuw: ook in de middeleeuwen was de Nederlandse expansie zeer substantieel en het uitlenen gaat zelfs tot op heden - zij het in zeer bescheiden mate - door. Nu zijn het vooral handelstermen die worden uitgeleend, zoals leerdammer, maaslander en kollumer, en namen voor nieuwe vindingen, zoals klapschaats, korfbal of rollator.

Tot nu toe werd de Nederlandse invloed hooguit geïsoleerd onderzocht voor één enkele andere taal. De Uitleenwoordenbank maakt het mogelijk over de grenzen van een enkele taal te kijken. Uit de automatisch gegenereerde kaarten wordt mooi inzichtelijk gemaakt dat de verbreiding van Nederlandse leenwoorden vaak in stromen is gegaan: een stroom woorden verbreidde zich naar Noord- en Oost-Europa, een andere stroom naar het zuiden van Europa, een derde stroom ging met Nederlandse schepen mee naar Azië, en dan waren er nog stromen naar Noord-Amerika, Zuid-Amerika en het Caribische gebied.

De Uitleenwoordenbank is een eerste verkennende inventarisatie en er zijn zeker verbeteringen en aanvullingen mogelijk. Het is mijn hoop dat onderzoekers en studenten de gegevens zullen gebruiken voor de beantwoording van allerlei onderzoeksvragen, en daarmee braakliggende terreinen zullen ontginnen. We weten bijvoorbeeld heel weinig van Nederlandse woorden die via het Afrikaans in andere talen op het Afrikaanse continent zijn beland, of van de manier waarop de Nederlandse invloed zich in Zuid-Amerika en het Caribisch gebied heeft doen gelden (via het Nederlands, via de daar vroeger gesproken Nederlandse creooltalen, of via omgangstalen als het Sranantongo en Papiaments?) Eigenlijk moet de verbreiding van woorden over andere talen op Europees en zelfs internationaal niveau worden bekeken. Het Institut für Deutsche Sprache is sinds enige tijd ook bezig met het oprichten van een Lehnwortportaal: http://lwp.ids-mannheim.de. Het zou ideaal zijn als in de toekomst taalinstituten gezamenlijk een Europees digitaal netwerk van leenwoorden aanleggen. Wellicht vormt de Uitleenwoordenbank daartoe de eerste stap.

               
      
     
 
Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (2015), Uitleenwoordenbank, op uitleenwoordenbank.ivdnt.org
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal