SAND-data Koudekerke (I080p)

schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête

data schriftelijke enquête

zinsnr.testzinantwoorden
035 (x01a) Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 03099) vertaling: J eugde da verhaal wel
036 (x01b) Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 03099) vertaling: M&P zien mekare vo de kerke
037 (x01c) Toon wast ... (inf. 03099) vertaling: T was z'n eige
opm.: reflexief: z'n eigen
038 (x01d) De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 03099) vertaling: de timmerman ei gin spiekers bie z'n
opm.: reflexief: z'n of reflexief: zijn
039 (x01e) Fons zag een slang naast ... (inf. 03099) vertaling: F zag een slange nessen
opm.: reflexief: z'n of reflexief: zijn
040 (x01f) Erik liet mij voor zich werken (inf. 03099) vertaling: E liet mien vo z'n werke
opm.: reflexief: z'n of reflexief: zijn
041 (x01g) Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 03099) vertaling: J liet 'r meedrievn op de holven
opm.: reflexief: haar
042 (x01h) Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 03099) vertaling: T bekeek z'n eihe is hoed in de spiehel
opm.: reflexief: z'n eigen
043 (x01i) Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 03099) vertaling: J eid in twi minuten een biertje hedroenke
044 (x01j) Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 03099) vertaling: deze schoenen lope makkelijk
045 (x01k) Eduard kent zichzelf goed (inf. 03099) vertaling: E ken s'n eihe hoed
opm.: reflexief: z'n eigen
046 (x01l) Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 03099) vertaling: W ei hore dat er foto's van z'n eihe in d' etzlaze stae
opm.: reflexief: z'n eigen
047 (x01m) Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 03099) vertaling: die erpels schelle nie makklik
884 (x01n) Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 03099) vertaling: dit hlas breekt as 't op de hrond valt
052 (x02a) Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 03099) vertaling: dokte, leev ik we hezond henoeg
054 (x02b) Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 03099) vertaling: a jaren leeft en van d' erfenisse van z'n vader
056 (x02c) Deze week leeft zij op water en brood (inf. 03099) vertaling: deze weke leef s' op water en brood
058 (x02d) Leeft het nog? (inf. 03099) vertaling: leef se nog
opm.: vrouwelijk i.p.v. onzijdig?
060 (x02e) Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 03099) vertaling: oelank leve julder noe a van die erfenisse
062 (x02f) In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 03099) vertaling: in B leve se vooral van de visvangst
064 (x02g) Na het eten ga ik slapen (inf. 03099) vertaling: nae 't eten hae 'k slaope
065 (x02h) Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 03099) vertaling: zo ik dat we kunne doe
066 (x02i) Hij liet zijn huis afbreken (inf. 03099) vertaling: ie lie z'n uus afbreke
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03099) vertaling: ik weet ik ... (is verouderd)
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03099) vertaling: ik weet dat Jan ard moe kunne werke
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03099) vertaling: ik weet ik ... (is verouderd)
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03099) vertaling: ik weet ik ... (is verouderd)
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03099) vertaling: ik weet ik ... (is verouderd)
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03099) vertaling: ik weet dat Jan ard moe kunne werke
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03099) vertaling: ik weet dat Jan ard moe kunne werke
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03099) vertaling: ik weet dat Jan ard moe kunne werke
komt voor: j
gebr.: 5
076 (x03b) Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 03099) komt voor: n
078 (x03c) Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 03099) komt voor: n
079 (x03d) Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 03099) komt voor: n
081 (x03e) Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 03099) komt voor: n
083 (x03f) Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 03099) komt voor: n
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 2
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 2
088 (x04(iii)c) Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 03099) komt voor: n
089 (x04(iii)d) Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 03099) komt voor: n
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
093 (x04(iv)c) Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 03099) komt voor: n
094 (x04(iv)d) Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 03099) komt voor: n
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
097 (x04(ix)c) Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 1
097 (x04(ix)c) Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 1
098 (x04(ix)d) Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 03099) komt voor: n
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
102 (x04(v)c) Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 1
102 (x04(v)c) Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 1
103 (x04(v)d) Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 03099) komt voor: n
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
107 (x04(vi)c) Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 03099) komt voor: n
110 (x04(vi)d) Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 03099) komt voor: n
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
114 (x04(vii)c) Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 03099) komt voor: n
115 (x04(vii)d) Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 03099) komt voor: n
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 03099) komt voor: n
121 (x04(viii)d) Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 03099) komt voor: n
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 03099) komt voor: n
087 (x04(x)c) Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 03099) komt voor: n
126 (x04(x)d) Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 03099) komt voor: n
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
130 (x04(xi)c) Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 03099) komt voor: n
131 (x04(xi)d) Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 03099) komt voor: n
133 (x05a) Jan heeft geeneen boek meer (inf. 03099) vertaling: J ei geneen boek mi
134 (x05b) Jan en heeft geen boek meer (inf. 03099) vertaling: J ei hin boek mi
135 (x05c) Boeken heeft Jan geen (inf. 03099) vertaling: boeken ei J nie
136 (x05d) Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 03099) vertaling: J ei nie veel held mi
144 (x05e) Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03099) vertaling: di mag hin mens spreke over dat probleem
138 (x05f) Er mag niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03099) vertaling: di mag hin mens spreke over dat probleem
139 (x05g) Niemand zegt dat hij komt niet (inf. 03099) vertaling: hin mens zeit dat en komt
140 (x05h) Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 03099) vertaling: zitt ier erhens(ten) muzen
141 (x05i) Ik geef niets aan een ander niet (inf. 03099) vertaling: ik heve niks an een ander
142 (x05j) Niemand wil niet werken niet (inf. 03099) vertaling: hin mens wil werke
143 (x05k) Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 03099) vertaling: ons wiste nie dat en tuus was
143 (x05k) Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 03099) vertaling: wilder... (verouderd)
143 (x05k) Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 03099) vertaling: wilder... (verouderd)
143 (x05k) Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 03099) vertaling: ons wiste nie dat en tuus was
144a (x05l) Ik wist het niet ook niet (inf. 03099) vertaling: ik wist et ook nie
145 (x05m) Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03099) vertaling: ie mag mee hin mens prate over dat probleem
155 (x06) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 03099) vertaling: J weet dat en vo drie uren de waegen moe ebbe hemaakt
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
158 (x06c) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 03099) komt voor: n
159 (x06d) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 03099) komt voor: n
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
161 (x06f) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 03099) komt voor: n
162 (x07a) Maries auto is kapot (inf. 03099) vertaling: Maries auto is kapot
163 (x07b) Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 03099) vertaling: M d'r auto is kapot
164 (x07c) Piets auto is kapot (inf. 03099) vertaling: Piets s'n auto is kapot
165 (x07d) Piet z'n/se auto is kapot (inf. 03099) vertaling: Piets s'n auto is kapot
166 (x07e) Die mans auto is kapot (inf. 03099) vertaling: die man z'n auto is kapot
167 (x07f) Die man zijn/se auto is kapot (inf. 03099) vertaling: die man z'n auto is kapot
168 (x07g) Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 03099) vertaling: dien auto is nie van mien me van um
169 (x07h) Gisterens krant ligt onder de TV (inf. 03099) vertaling: de krante van histere leid onder de TV
170 (x07i) Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 03099) vertaling: J is K & K ulder broertje
171 (x07j) Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 03099) vertaling: die joengers ulder fietsen bin hestole
172 (x07k) Die zussen d'r moeder is op bezoek (inf. 03099) vertaling: die zusters ulder moeder is op bezoek
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 03099) vertaling: dien auto is Willem s'n
opm.: twijfelgeval predicatief gebruikte possessieve genitief '-s'
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 03099) vertaling: die fiets is mienen
opm.: twijfelgeval predicatief gebruikte possessieve genitief '-s'
178 (x08a) Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03099) vertaling: ie mag mee hin mens praote over dit probleem
179 (x08b) Ik wil niemand niet kwetsen niet (inf. 03099) vertaling: ik wille hin mens kwetse
180 (x08c) Het is jammer dat wij komen niet en mogen (inf. 03099) vertaling: 't is jammer dat ons nie meuhe komme
181 (x08d) Dat niet en ga ik doen (inf. 03099) vertaling: dat haen ik nie doe
182 (x08e) (Heb je hard gewerkt?) Niet heb ik gewerkt (inf. 03099) vertaling: ik e nie hewerkt
183 (x08f) Niet had hij het verteld of Marie begon te huilen (inf. 03099) vertaling: net aad 'n 't verteld of M behon te julen
184 (x08g) Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. 03099) vertaling: hai tie bestelling noe me opaele
185 (x08h) Hij en werkt (inf. 03099) vertaling: ie werk nie
186 (x08i) Je weet dat niemand hier binnen mag, dus ik verbied je nog een keer om hier niet te komen (inf. 03099) vertaling: ik verbien je om ier te kommen
187 (x08j) Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 03099) vertaling: ... beldede (verouderd)
187 (x08j) Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 03099) vertaling: J verinderde da me M belde
187 (x08j) Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 03099) vertaling: J verinderde da me M belde
187 (x08j) Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 03099) vertaling: ... beldede (verouderd)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03099) fragment: t' (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03099) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03099) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03099) fragment: t' (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03099) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03099) fragment: - (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03099) fragment: - (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03099) fragment: om te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03099) fragment: ommen te dragen (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03099) fragment: ommen te dragen (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03099) fragment: ommen te dragen (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03099) fragment: om te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03099) fragment: om te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03099) fragment: om te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03099) fragment: om (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03099) fragment: om (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03099) fragment: om (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03099) fragment: as (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03099) fragment: as (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03099) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03099) fragment: dan (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03099) fragment: om (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03099) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03099) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03099) fragment: om (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03099) fragment: as (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03099) fragment: as (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03099) fragment: as dat (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03099) fragment: as dat (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03099) fragment: dan (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03099) fragment: dan (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03099) fragment: dan (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03099) fragment: bin as (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03099) fragment: bin as (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03099) fragment: bin as (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03099) fragment: as (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03099) fragment: as (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03099) fragment: as (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03099) fragment: dan (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03099) fragment: as (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03099) fragment: as (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03099) fragment: dan (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03099) fragment: as (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03099) fragment: dan (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03099) fragment: dan (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03099) fragment: as (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03099) fragment: as (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03099) fragment: as (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03099) fragment: dan (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03099) fragment: dan (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 03099) fragment: te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03099) fragment: (1)
200 (x09m) Toen we aankwamen regende het (inf. 03099) fragment: damme aankwamen (1)
200 (x09m) Toen we aankwamen regende het (inf. 03099) fragment: as (1)
200 (x09m) Toen we aankwamen regende het (inf. 03099) fragment: as (1)
200 (x09m) Toen we aankwamen regende het (inf. 03099) fragment: damme aankwamen (1)
201 (x09n) Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 03099) fragment: dat (1)
201 (x09n) Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 03099) fragment: as dat (1)
201 (x09n) Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 03099) fragment: as dat (1)
201 (x09n) Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 03099) fragment: dat (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 03099) fragment: (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03099) fragment: dat (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03099) fragment: dat (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03099) fragment: dat (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03099) fragment: of dat (verouderd) (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03099) fragment: of dat (verouderd) (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03099) fragment: of dat (verouderd) (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03099) fragment: of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03099) fragment: of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03099) fragment: of (1)
204 (x10a) Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 03099) vertaling: ik wete da julder op hin mens boos bin
205 (x10b) Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 03099) vertaling: ik wete da se nerhens groos op is
206 (x10c) Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 03099) vertaling: E dienkt dat 't nie makkelek is
207 (x10d) Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 03099) vertaling: ik wete dat ik te late bin en jie nie
208 (x10e) Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 03099) vertaling: je weet toch da jie moe werke en ik nie
209 (x10f) Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 03099) vertaling: iedereen deen/ie/kendeen (verouderd)
209 (x10f) Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 03099) vertaling: iedereen dienkt dat ons nir uus hae en dat ulder nog meuhe bluve
209 (x10f) Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 03099) vertaling: iedereen dienkt dat ons nir uus hae en dat ulder nog meuhe bluve
209 (x10f) Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 03099) vertaling: iedereen deen/ie/kendeen (verouderd)
210 (x10g) Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 03099) vertaling: 't is jammer dat ie komt en da zie weghaat
211 (x10h) Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 03099) vertaling: ik dienke da Lisa ziek is
213 (x10i) Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 03099) vertaling: ik dienk da P&L haen trouwe
225 (y01(i)) A: Hij slaapt B:Hij/'t (en) doet (inf. 03099) vertaling: doet en? (zeldzaam)
opm.: betekenis: 'slaapt hij?'
226 (y01(i)a) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 03099) komt voor: n
227 (y01(i)b) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 03099) komt voor: j
betekenis: bevestigend
227 (y01(i)b) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 03099) komt voor: j
betekenis: bevestigend
228 (y01(i)c) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 03099) komt voor: n
230 (y01(ii)a) A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 03099) komt voor: n
231 (y01(ii)b) A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 03099) komt voor: j
betekenis: bevestigend
231 (y01(ii)b) A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 03099) komt voor: j
betekenis: bevestigend
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03099) komt voor: n
233 (y01(iii)) A: Slaapt hij? B: Ja/nee, hij/'t (en) doet/slaapt (niet) (inf. 03099) vertaling:
opm.: mogelijkheden met 'doen' in elk geval niet erg gebruikelijk
234 (y01(iii)a) A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. 03099) komt voor: j
235 (y01(iii)b) A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 03099) komt voor: j
236 (y01(iii)c) A: Slaapt hij? B: Ja, hij en doet (inf. 03099) komt voor: n
237 (y01(iii)d) A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 03099) komt voor: j
238 (y01(iii)e) A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. 03099) komt voor: j
239 (y01(iii)f) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. 03099) komt voor: n
240 (y01(iii)g) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet niet (inf. 03099) komt voor: n
241 (y01(iii)h) A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 03099) komt voor: j
242 (y01(iii)i) A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. 03099) komt voor: n
243 (y01(iii)j) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet (inf. 03099) komt voor: j
244 (y01(iii)k) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. 03099) komt voor: n
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 03099) vertaling: de lampe doe nie mi brande (verouderd)
komt voor: j
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 03099) vertaling: de lampe doe nie mi brande (verouderd)
komt voor: j
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 03099) vertaling: doe M elke(n) aeven danse (verouderd)
komt voor: j
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 03099) vertaling: doe M elke(n) aeven danse (verouderd)
komt voor: j
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 03099) vertaling: doe nog is even 't brood sni? (verouderd)
komt voor: j
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 03099) vertaling: doe nog is even 't brood sni? (verouderd)
komt voor: j
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03099) fragment: die a sen (verouderd) (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03099) fragment: die z'n (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03099) fragment: die z'n (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03099) fragment: die a sen (verouderd) (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03099) fragment: wi da (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03099) fragment: di (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03099) fragment: di (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03099) fragment: wi da (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03099) fragment: - (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03099) fragment: wi (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03099) fragment: da (verouderd) (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03099) fragment: wi (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03099) fragment: da (verouderd) (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03099) fragment: wir (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03099) fragment: - (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03099) fragment: wi (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03099) fragment: wir (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03099) fragment: - (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03099) fragment: wi (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03099) fragment: da (verouderd) (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03099) fragment: wir (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03099) fragment: - (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03099) fragment: da (verouderd) (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03099) fragment: wir (1)
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03099) komt voor: j
fragment: wi da (1)
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03099) komt voor: j
fragment: wi da (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03099) fragment: wa da (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03099) fragment: wat (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03099) fragment: wat (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03099) fragment: wa da (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03099) fragment: dia (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03099) fragment: dia (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03099) fragment: dia (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03099) fragment: die a (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03099) fragment: die a (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03099) fragment: die a (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03099) fragment: die as (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03099) fragment: die as (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03099) fragment: die as (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03099) fragment: die (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03099) fragment: wi as dat (verouderd) (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03099) fragment: wi as dat (verouderd) (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03099) fragment: wi as dat (verouderd) (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03099) fragment: die as (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03099) fragment: die as (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03099) fragment: die as (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03099) fragment: die (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03099) fragment: die (1)
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03099) fragment: da (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03099) fragment: wat as (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03099) fragment: wat as (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03099) fragment: wat as (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03099) fragment: wa (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03099) fragment: wa (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03099) fragment: wa (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03099) fragment: da (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03099) fragment: da (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03099) fragment: da (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03099) fragment: wat dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03099) fragment: wat dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03099) fragment: wat dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03099) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03099) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03099) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03099) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03099) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03099) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03099) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03099) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03099) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03099) fragment: die (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03099) fragment: die (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03099) fragment: die (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03099) fragment: wie as (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03099) fragment: wie as (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03099) fragment: wie as (1)
260 (y03a) Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03099) vertaling: wie(n) dienk je da 'k in stad hezien e
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03099) vertaling: oe dienke julder da ze 't ophelost ebbe
265 (y03c) Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03099) vertaling: oe dienk je da ze 't ophelost ebbe
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03099) vertaling: M weet nie wie da me wille belle
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03099) vertaling: M weet nie wie da me wille belle
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03099) vertaling: M weet nie wie da me wille belle
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03099) vertaling: ... wie as da me ...
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03099) vertaling: ... wie as da me ...
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03099) vertaling: ... wie as da me ...
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03099) vertaling: ... wie dat ons ...
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03099) vertaling: ... wie dat ons ...
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03099) vertaling: ... wie dat ons ...
264 (y03e) Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 03099) vertaling: weet iemad wie me heroepen ebbe
opm.: twijfelgeval ingebedde WH + voegwoord 'of' + 'dat' : 'wie als dat'
264 (y03e) Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 03099) vertaling: weet iemad wie me heroepen ebbe
opm.: twijfelgeval ingebedde WH + voegwoord 'of' + 'dat' : 'wie als dat'
264 (y03e) Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 03099) vertaling: ... wie as da me ...
opm.: twijfelgeval ingebedde WH + voegwoord 'of' + 'dat' : 'wie als dat'
264 (y03e) Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 03099) vertaling: ... wie as da me ...
opm.: twijfelgeval ingebedde WH + voegwoord 'of' + 'dat' : 'wie als dat'
262 (y03f) Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03099) vertaling: wie dienk je da 'k in stad tehenkwam
266 (y03g) Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03099) vertaling: wie dienk je da 'k in stad tehenkwam
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03099) vertaling: ie ei s'n anden hewasse
268 (y04b) Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 03099) vertaling: ie ei s'n emde hewasse
269 (y04c) Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 03099) vertaling: ie eid en oed op 't ood
270 (y04d) Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 03099) vertaling: ie eid en vlekke op z'n emde
271 (y04e) Hij heeft zijn been gebroken (inf. 03099) vertaling: ie ei s'n been hebroke
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 03099) vertaling: z' eit 'r eihe zeere hedaa
opm.: reflexief: haar eigen
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 03099) vertaling: M trok de dekn ni d'r toe
opm.: reflexief: haar eigen of reflexief: haar
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 03099) vertaling: M trok de dekn ni d'r toe
opm.: reflexief: haar eigen of reflexief: haar
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 03099) vertaling: ... ni d'r eihe toe
opm.: reflexief: haar eigen of reflexief: haar
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 03099) vertaling: ... ni d'r eihe toe
opm.: reflexief: haar eigen of reflexief: haar
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 03099) vertaling: L weet dat er foto's van z'n eihe te koop bin
274 (y04i) Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 03099) vertaling: je weet toch we da me toen deu da bes bin helope
277 (y04j) Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 03099) vertaling: ik wete da ten auto van M kapot was
280 (y04k) Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 03099) vertaling: ze wist dat en as en verke zat t' eten
283 (y04l) Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 03099) vertaling: ons wete we dat aul J z'n boeken hestole waere, me ulder wete 'n niks mi van af
286 (y04m) Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 03099) vertaling: wete julder nog da me J op de mart hezien ebbe
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 03099) vertaling: ie ei s'n eihe 'n onheluk hewerkt
opm.: reflexief: z'n eigen
290 (y04o) Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 03099) vertaling: ie voelde z'n eihe deu 't ies zakke
opm.: reflexief: z'n eigen
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03099) vertaling: ... hedae kunne ebbe
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03099) vertaling: ... hedae kunne ebbe
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03099) vertaling: ... hedae kunne ebbe
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03099) vertaling: zou 'n dat ebbe kunne doe
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03099) vertaling: zou 'n dat ebbe kunne doe
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03099) vertaling: zou 'n dat ebbe kunne doe
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03099) vertaling: zou 'n dat kunne hedaen e
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03099) vertaling: zou 'n dat kunne hedaen e
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03099) vertaling: zou 'n dat kunne hedaen e
877 (y05(i)) Hij heeft dat nooit gekund (inf. 03099) fragment: hekunne (1)
878 (y05(ii)) Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 03099) fragment: hedae (1)
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 03099) komt voor: n
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 03099) komt voor: n
298 (y05(iii)c) Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 03099) komt voor: n
299 (y05(iii)d) Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 03099) komt voor: n
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 03099) komt voor: n
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 03099) komt voor: n
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 03099) komt voor: n
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 03099) komt voor: n
304 (y05(iii)i) Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 03099) komt voor: n
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 03099) komt voor: n
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 03099) komt voor: n
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 03099) komt voor: n
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03099) komt voor: n
310 (y06b) Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 03099) komt voor: n
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 03099) komt voor: n
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03099) vertaling: ik dienke ie is weg
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 03099) komt voor: n
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 03099) vertaling: ik wete ie is weg
316 (y06g) Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 03099) komt voor: n
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03099) komt voor: n
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 03099) vertaling: kaas maken weet ik niks van
komt voor: j
opm.: informant: 'hoort men wel maar is m.i. niet correct'
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 03099) vertaling: kaas maken weet ik niks van
komt voor: j
opm.: informant: 'hoort men wel maar is m.i. niet correct'
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03099) komt voor: n
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03099) komt voor: n
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03099) komt voor: n
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03099) vertaling: zukke zou ik nie durve opete
komt voor: j
opm.: dav?
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03099) vertaling: zukke zou ik nie durve opete
komt voor: j
opm.: dav?
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 03099) vertaling: die zou ik nie durve opete
komt voor: j
opm.: dav?
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 03099) vertaling: die zou ik nie durve opete
komt voor: j
opm.: dav?
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03099) vertaling: ik wete da Jan ni de mart heweest eit
komt voor: j
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03099) vertaling: ik wete da Jan ni de mart heweest eit
komt voor: j
330 (y07a) Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 03099) vertaling: lopende kwam ik 'm tehen
komt voor: j
opm.: dav?
330 (y07a) Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 03099) vertaling: lopende kwam ik 'm tehen
komt voor: j
opm.: dav?
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 03099) komt voor: n
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 03099) vertaling: ik ore nou moe dat ik ouw er mee op (zeldzaam)
komt voor: j
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 03099) vertaling: ik ore nou moe dat ik ouw er mee op (zeldzaam)
komt voor: j
333 (y07d) Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 03099) komt voor: n
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03099) komt voor: n
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 03099) komt voor: n
336 (y08a) In die tijd leefde ik erop los (inf. 03099) vertaling: in die tied leefd' ik 'r op los
337 (y08b) Vroeger leefde hij als een beest (inf. 03099) vertaling: vroeher leefd 'n as 'n beest
338 (y08c) Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 03099) vertaling: di leefde m' as Hod in Frankriek
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03099) vertaling: Geen mens mag 't zie, dus ik vinde da jie 't ook nie mag zie
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03099) vertaling: Geen mens mag 't zie, dus ik vinde da jie 't ook nie mag zie
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03099) vertaling: ... ik vinde as da ... (uitgestorven)
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03099) vertaling: ... ik vinde as da ... (uitgestorven)
340 (y08e) Het gebeurde toen je wegging (inf. 03099) vertaling: 't hebeurde toen (as) je wegging
341 (y08f) Ik weet waar je geboren bent (inf. 03099) vertaling: ik wete wi (as) je hebore bin
opm.: waar als - ja
342 (y08g) Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 03099) vertaling: noe da je klaer bin, mag je hae
343 (y08h) Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 03099) vertaling: deuda M overlee was, ei eur man Anna nie mi kunne elpe
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03099) vertaling: ik wete dat en is hae zwemme
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
348 (y09b) Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 03099) komt voor: n
349 (y09c) Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 03099) komt voor: n
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 2
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 2
351 (y09e) Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 03099) komt voor: n
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 03099) komt voor: n
000 (y09opm) (inf. 03099) opm. inf.: vroeger: ik wete as dat en is hae zwemmen
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 03099) vertaling: jae 'k (verouderd)
komt voor: j
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 03099) vertaling: jae 'k (verouderd)
komt voor: j
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 03099) vertaling: jaet (zeldzaam)
komt voor: j
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 03099) vertaling: jaet (zeldzaam)
komt voor: j
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 03099) komt voor: n
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03099) vertaling: jaet (wordt niet meer gehoord)
komt voor: n
opm.: dav
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03099) vertaling: jaet (wordt niet meer gehoord)
komt voor: n
opm.: dav
357 (y10e) A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 03099) komt voor: n
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 03099) komt voor: n
360 (y11b) Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 03099) komt voor: n
361 (y11c) Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 03099) komt voor: n
362 (y11d) Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 03099) komt voor: n
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03099) komt voor: n
365 (y11f) Hem is dood (inf. 03099) komt voor: n
opm.: elders wel accusatief ('en' in 3.ev.mann.; 'ons' in 1.mv.)
364 (y11g) Is hem dood? (inf. 03099) komt voor: n
opm.: elders wel accusatief ('en' in 3.ev.mann.; 'ons' in 1.mv.)
366 (y11h) Haar is ziek (inf. 03099) komt voor: n
opm.: elders wel accusatief ('en' in 3.ev.mann.; 'ons' in 1.mv.)
367 (y11i) Is haar ziek? (inf. 03099) komt voor: n
opm.: elders wel accusatief ('en' in 3.ev.mann.; 'ons' in 1.mv.)
368 (y11j) Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 03099) komt voor: n
369 (y11k) Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 03099) komt voor: n
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03099) fragment: die of (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03099) fragment: die of (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03099) fragment: die of (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03099) fragment: die a (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03099) fragment: die a (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03099) fragment: die a (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03099) fragment: die (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03099) fragment: die (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03099) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: die as (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: die as (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: van wien (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: dat en (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: van wien (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: dat en (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: van wien (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: dien (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: dat en (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: as dat (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: dien (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: as dat (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: dien (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: as dat (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: dien (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: as dat (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: dien (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: as dat (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: dien (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: as dat (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: dat (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: wi van (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: dat (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: wi van (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: dat (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: wi van (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: dat (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: wi van (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: dat (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: wi van (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: dat (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: wi van (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: van wien (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: dat en (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: van wien (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: dat en (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: van wien (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03099) fragment: dat en (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03099) fragment: wi van (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord W-woord eigenlijk W-R-pronomen
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03099) fragment: wi van (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord W-woord eigenlijk W-R-pronomen
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03099) fragment: da (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord W-woord eigenlijk W-R-pronomen
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03099) fragment: da (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord W-woord eigenlijk W-R-pronomen
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03099) fragment: wi as (1)
opm.: W-woord eigenlijk W-R-pronomen; ook D-R-pronomen
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03099) fragment: wi as (1)
opm.: W-woord eigenlijk W-R-pronomen; ook D-R-pronomen
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03099) fragment: wi as (1)
opm.: W-woord eigenlijk W-R-pronomen; ook D-R-pronomen
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03099) fragment: di as (1)
opm.: W-woord eigenlijk W-R-pronomen; ook D-R-pronomen
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03099) fragment: di as (1)
opm.: W-woord eigenlijk W-R-pronomen; ook D-R-pronomen
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03099) fragment: di as (1)
opm.: W-woord eigenlijk W-R-pronomen; ook D-R-pronomen
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03099) fragment: die (1)
opm.: W-woord eigenlijk W-R-pronomen; ook D-R-pronomen
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03099) fragment: die (1)
opm.: W-woord eigenlijk W-R-pronomen; ook D-R-pronomen
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03099) fragment: die (1)
opm.: W-woord eigenlijk W-R-pronomen; ook D-R-pronomen
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 03099) fragment: wien (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03099) fragment: - (1)
opm.: twijfelgeval W-R-pronomen: 'mee' mogelijk als voorzetsel 'met' ge?nterpreteerd
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03099) fragment: - (1)
opm.: twijfelgeval W-R-pronomen: 'mee' mogelijk als voorzetsel 'met' ge?nterpreteerd
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03099) fragment: wien (2)
opm.: twijfelgeval W-R-pronomen: 'mee' mogelijk als voorzetsel 'met' ge?nterpreteerd
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03099) fragment: wien (2)
opm.: twijfelgeval W-R-pronomen: 'mee' mogelijk als voorzetsel 'met' ge?nterpreteerd
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03099) fragment: wat of (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03099) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03099) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03099) fragment: wat of (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03099) fragment: die (1)
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03099) fragment: die as (1)
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03099) fragment: die as (1)
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03099) fragment: die (1)
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03099) fragment: wat as (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03099) fragment: wat as (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03099) fragment: wat as (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03099) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03099) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03099) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03099) fragment: wat of (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03099) fragment: wat of (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03099) fragment: wat of (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03099) fragment: die as (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03099) fragment: die as (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03099) fragment: die as (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03099) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03099) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03099) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03099) fragment: deheen die (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03099) fragment: deheen die (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03099) fragment: deheen die (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03099) fragment: van wie (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03099) fragment: van wie (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03099) fragment: die as d'r (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03099) fragment: die as d'r (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03099) fragment: die as d'r (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03099) fragment: die d'r (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03099) fragment: die d'r (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03099) fragment: die d'r (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03099) fragment: van wie (1)
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03099) vertaling: P dienkt dat J&M op geen mens boos bin
betekenis: negative concord
opm.: tegenwoordig ook 'niemand'
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03099) vertaling: P dienkt dat J&M op geen mens boos bin
betekenis: negative concord
opm.: tegenwoordig ook 'niemand'
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03099) vertaling: Wim dienkt da me nooit geen mens en pries hee
betekenis: negative concord
opm.: tegenwoordig ook 'niemand'
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03099) vertaling: Wim dienkt da me nooit geen mens en pries hee
betekenis: negative concord
opm.: tegenwoordig ook 'niemand'
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03099) vertaling: 't is waar da ze nie mee M meuhe praote
389 (z03a) A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 03099) vertaling: nerhen(sten)
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 03099) vertaling: hin mens
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03099) vertaling: nooit
390 (z03d) A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 03099) vertaling: kan nie
391 (z03e) A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 03099) vertaling: gin een
392 (z04a) Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 03099) vertaling: zei nie tehen z'n dat ik ni buten bin heweest
393 (z04b) Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 03099) vertaling: nie vertellen da je een kado vo z'n hekocht eid oor
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03099) vertaling: wee je nie dat en gevallen is
399 (z05a) Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 03099) vertaling: W probeerde om gin mens zeere te doen
397 (z05b) 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 03099) vertaling: 't schient da ze niks mag ete
398 (z05c) Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 03099) vertaling: ze schien nikt te meuhen ete
399a (z05d) Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 03099) vertaling: ze probere a d'n ele dag om mekare op te bellen
400 (z05e) Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 03099) vertaling: 't beloof wir een mooien dag t' oren
401 (z05f) 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 03099) vertaling: 't is misschien beter om nog even te wachten
402 (z05g) We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 03099) vertaling: m' aode 't geluk om en drekt terug te vinden
404 (z06a) Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 03099) vertaling: as d' oenders een stekveuhel zie, bin ze bang
405 (z06b) Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 03099) vertaling: as me d' erpels nie kunne verkope, zitte m' in de problemen
406 (z06c) Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 03099) vertaling: as julder d'n nie meeneme, oor ik kwaad
407 (z06d) Hij wist he(n)t (inf. 03099) vertaling: ie wist 't
408 (z06e) Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 03099) vertaling: op dat feest oor vee hedanst
409 (z06f) Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 03099) vertaling: noe oort 'r allenig nog mo brood verkocht in die winkel
410 (z06g) Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 03099) vertaling: as en mee de fiets komt zad en we late zien
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 03099) vertaling: a je tied eit, kom ten is een keertje langst
413a (z06i) Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 03099) vertaling: az ik rieke bin, koop ik een dieren auto
881 (z07(i)) Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 03099) komt voor: n
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03099) vertaling: ik heen ik et misschien we kriehe (vroeger)
komt voor: n
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03099) vertaling: ik heen ik et misschien we kriehe (vroeger)
komt voor: n
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 03099) komt voor: n
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 03099) komt voor: n
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 03099) komt voor: n
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 03099) komt voor: n
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 03099) komt voor: n
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 03099) komt voor: n
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 03099) vertaling: ik ebbe 't um heheve
komt voor: j
opm.: dav
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 03099) vertaling: ik ebbe 't um heheve
komt voor: j
opm.: dav
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 03099) komt voor: n
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03099) vertaling: M ei hezeid da jie 'n veisje ei heprobeerd te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03099) vertaling: M ei hezeid da jie 'n veisje ei heprobeerd te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03099) vertaling: M ei hezeid da jie heprobeerd eid een vesje te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03099) vertaling: M ei hezeid da jie heprobeerd eid een vesje te zingen
549 (z08(v)) Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. 03099) vertaling: M ei hezeid da jie eur heprobeerd eid een boek te geven
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
537 (z08c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 03099) komt voor: n
604a (z08d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 03099) komt voor: n
547 (z08e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 03099) komt voor: n
543 (z08f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 03099) komt voor: n
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03099) komt voor: n
440 (z09a) Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 03099) vertaling: die van de stad, die en ier vee uzen hebouwd
441 (z09b) Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 03099) vertaling: an die nieuwe vaart di zie je hin mens mi
442 (z09c) Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 03099) vertaling: histe is J ier heweest
443 (z09d) De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 03099) vertaling: d'n dag (as) dat J belde, was ik nie tuus
444 (z09e) Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 03099) vertaling: J dien zou ik nooit uutnodigen
445 (z09f) Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 03099) vertaling: M die zou zoies nooit doe
446 (z09g) Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 03099) vertaling: B die drinkt we is een hlas te vee
447 (z09h) Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 03099) vertaling: M die zou ik wel is bie mien tuus wille uutnodihe
448 (z09i) Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 03099) vertaling: dat uus dat zou ik nooit wille kope
449 (z09j) Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 03099) vertaling: dat uus dat staat dirre vuuftig jaar
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
453 (z10(i)c) Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 03099) komt voor: n
454 (z10(i)d) Ze hebben geweest naar de markt (inf. 03099) komt voor: n
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
457 (z10(ii)b) Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
457 (z10(ii)b) Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 4
458 (z10(ii)c) Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 03099) komt voor: n
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
462 (z10(iii)b) Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 1
462 (z10(iii)b) Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 1
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03099) komt voor: j
467 (z10(iv)b) Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 03099) komt voor: n
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
470 (z10(v)b) Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 1
470 (z10(v)b) Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 1
471 (z10(v)c) Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 03099) komt voor: n
472 (z11a) En heeft Gunther gebeld? (inf. 03099) vertaling: ei G hebeld
473 (z11b) En pas op! (inf. 03099) vertaling: pas op
474 (z11c) 't En was maar net goed genoeg (inf. 03099) vertaling: 't was me net hoed henoeg
475 (z11d) Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 03099) vertaling: M ei nee meer koeien da ze vroeger ao
476 (z11e) Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 03099) vertaling: as S ao kunnen komme dan ao ze dat hedoa
477 (z11f) Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 03099) vertaling: zie is de beste dokter die ik kenne
478 (z11g) Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 03099) vertaling: vo (da) je ies weggooit, moe je even belle
479 (z11h) Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 03099) vertaling: ier is alles wat ik hekregen ebbe
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 03099) vertaling: J is te hierig om ies an z'n kinders te heven
481 (z11j) Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 03099) vertaling: as of jie ies van voetballen weet
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 03099) vertaling: dat boek lei neer!
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 03099) vertaling: as je echt nie kan wachte, kom tan me
488 (z12a) Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 03099) vertaling: ik wete da J d'n dokter ao kunne roepe
489 (z12b) Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. 03099) vertaling: ik wete da J d'n dokter kun heroepe ebbe
490 (z12c) Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 03099) vertaling: ie zei dat ik 't ao moete doe
491 (z12d) Hij zei dat ik het moest gedaan hebben (inf. 03099) vertaling: ie zei dat ik 't moeh hedoan ebbe
opm.: twijfelgeval irrealis 'moest hebben V': 'moet' i.p.v. 'moest'
492 (z12e) Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 03099) vertaling: ie is vorihe weke deu dokter M hoppereerd
493 (z12f) Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 03099) vertaling: ie oor morhe deu dokte M hoppereerd
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03099) vertaling: ik dineke da je vee weg zou moete hooie
positie: 1
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03099) vertaling: ik dineke da je vee weg zou moete hooie
positie: 1
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03099) vertaling: ie is dom om zukke diere dingen weg te hooien
positie: 1
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03099) vertaling: ie is dom om zukke diere dingen weg te hooien
positie: 1
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03099) vertaling: ie is alle kapotte spullen aan 't weghooien
positie: 2
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03099) vertaling: ie is alle kapotte spullen aan 't weghooien
positie: 2
528 (z16k) 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 03099) vertaling: 't zou beter weze om nog even te wachten
882 (z16l) Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 03099) vertaling: helukkig ao J d'n dokter hebeld en die wast 'r a eel gauw
883 (z16m) Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 03099) vertaling: loop noe toch deur, vervelende joengers
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 5
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03099) komt voor: n
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 2
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03099) komt voor: j
gebr.: 2
545 (z17d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 03099) komt voor: n
536 (z17e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 03099) komt voor: n
605a (z17f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 03099) komt voor: n
548 (z17g) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 03099) komt voor: n
542 (z17h) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 03099) komt voor: n

interview mondelinge enquête

sprekertekstcommentaar 
geen interview gehouden in Koudekerke

data telefonische enquête

zinsnr.testzininstructieantwoorden
geen data telefonische enquête in Koudekerke