SAND-data Sommelsdijk (I024p)

schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête

data schriftelijke enquête

zinsnr.testzinantwoorden
035 (x01a) Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 03069) vertaling: Jan herinnert z'n eige dit verhael wel
opm.: reflexief: z'n eigen
036 (x01b) Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 03069) vertaling: Murie in Piet zieje mekoare voor de kaarke
037 (x01c) Toon wast ... (inf. 03069) vertaling: toon wast z'n eige
opm.: reflexief: z'n eigen
038 (x01d) De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 03069) vertaling: De tummerman heit geen spiekers bij z'n
opm.: reflexief: z'n of reflexief: zijn
039 (x01e) Fons zag een slang naast ... (inf. 03069) vertaling: Fons zag een slange naest 'm
opm.: reflexief: hem
040 (x01f) Erik liet mij voor zich werken (inf. 03069) vertaling: Erik liet m'n voor 'm waarke
opm.: reflexief: hem
041 (x01g) Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 03069) vertaling: Jaohanna liet d'r eie meedrieve op de golve
opm.: reflexief: haar eigen
042 (x01h) Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 03069) vertaling: Toon bekeek z'n eige us oed in de spiege
opm.: reflexief: z'n eigen
043 (x01i) Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 03069) vertaling: Jan heit in twee menuten een biertje gedroenke
044 (x01j) Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 03069) vertaling: Deze schoenen lopen makkelijk
045 (x01k) Eduard kent zichzelf goed (inf. 03069) vertaling: eduard kan z'n eige goed
opm.: reflexief: z'n eigen
046 (x01l) Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 03069) vertaling: Ward heit gehoord dat 'r foto's van z'n eige in de etalage staen
opm.: reflexief: z'n eigen
047 (x01m) Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 03069) vertaling: Die airpels schelle niet makkelijk
884 (x01n) Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 03069) vertaling: Dit glas breekt as't op de groend valt
052 (x02a) Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 03069) vertaling: Dokter leve ik wel gezoend genog
054 (x02b) Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 03069) vertaling: Al jaeren leeft'n van de aarfenis van z'n voader
056 (x02c) Deze week leeft zij op water en brood (inf. 03069) vertaling: Deze weke leeft ze op waeter in broad
058 (x02d) Leeft het nog? (inf. 03069) vertaling: Leeft 't nog?
060 (x02e) Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 03069) vertaling: Hoelange leve jule noe al van die aarfenis?
062 (x02f) In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 03069) vertaling: In Bretagne leve ze vooral van de visvangst
064 (x02g) Na het eten ga ik slapen (inf. 03069) vertaling: Nae het eten gae ik slaepe
065 (x02h) Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 03069) vertaling: Zou ik dat wel kanne doewe
066 (x02i) Hij liet zijn huis afbreken (inf. 03069) vertaling: Hie liet z'n huus ofbreke
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03069) vertaling: ik wete dat jan hard mot kanne waarke
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03069) vertaling: ik wete dat jan hard mot kanne waarke
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03069) vertaling: ik wete dat jan hard mot kanne waarke
komt voor: j
gebr.: 5
076 (x03b) Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 03069) komt voor: n
078 (x03c) Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 03069) komt voor: n
079 (x03d) Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 03069) komt voor: n
081 (x03e) Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 03069) komt voor: n
083 (x03f) Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 03069) komt voor: n
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03069) komt voor: n
088 (x04(iii)c) Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 03069) komt voor: n
089 (x04(iii)d) Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 03069) komt voor: n
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03069) komt voor: n
093 (x04(iv)c) Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 03069) komt voor: n
094 (x04(iv)d) Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 03069) komt voor: n
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03069) komt voor: n
097 (x04(ix)c) Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 03069) komt voor: n
098 (x04(ix)d) Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 03069) komt voor: n
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03069) komt voor: n
102 (x04(v)c) Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 03069) komt voor: n
103 (x04(v)d) Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 03069) komt voor: n
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03069) komt voor: n
107 (x04(vi)c) Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 03069) komt voor: n
110 (x04(vi)d) Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 03069) komt voor: n
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03069) komt voor: n
114 (x04(vii)c) Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 03069) komt voor: n
115 (x04(vii)d) Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 03069) komt voor: n
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03069) komt voor: n
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 03069) komt voor: n
121 (x04(viii)d) Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 03069) komt voor: n
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 03069) komt voor: n
087 (x04(x)c) Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 03069) komt voor: n
126 (x04(x)d) Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 03069) komt voor: n
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03069) komt voor: n
130 (x04(xi)c) Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 03069) komt voor: n
131 (x04(xi)d) Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 03069) komt voor: n
133 (x05a) Jan heeft geeneen boek meer (inf. 03069) vertaling: Jan heit geeneen boek meer
134 (x05b) Jan en heeft geen boek meer (inf. 03069) vertaling: Jan heit geen boek meer
135 (x05c) Boeken heeft Jan geen (inf. 03069) vertaling: Boeken heit Jan niet
136 (x05d) Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 03069) vertaling: Jan heit niet veul geld meer
144 (x05e) Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03069) vertaling: er mag geen maans praete over dit probleem
138 (x05f) Er mag niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03069) vertaling: idem
139 (x05g) Niemand zegt dat hij komt niet (inf. 03069) vertaling: geen maans zeit dat'n komt
140 (x05h) Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 03069) vertaling: Zitte hier aargus muizen
141 (x05i) Ik geef niets aan een ander niet (inf. 03069) vertaling: Ik geve niks an 'n oure
142 (x05j) Niemand wil niet werken niet (inf. 03069) vertaling: Geen maans wil waarke
143 (x05k) Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 03069) vertaling: M'n wiste niet dat'n thuus was
144a (x05l) Ik wist het niet ook niet (inf. 03069) vertaling: Ik wist't oak niet
145 (x05m) Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03069) vertaling: Hie mag mit geen maans praet over dit probleem
155 (x06) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 03069) vertaling: jan weet dat 'n voor drie ure de waegen gemaekt mot hawe
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03069) komt voor: n
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03069) komt voor: n
158 (x06c) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 03069) komt voor: n
159 (x06d) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 03069) komt voor: n
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
161 (x06f) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 03069) komt voor: n
162 (x07a) Maries auto is kapot (inf. 03069) vertaling: Murie d'r auto is kepot
163 (x07b) Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 03069) vertaling: Murie d'r auto is kepot
164 (x07c) Piets auto is kapot (inf. 03069) vertaling: Piet z'n auto is kepot
165 (x07d) Piet z'n/se auto is kapot (inf. 03069) vertaling: Piet z'n auto is kepot
166 (x07e) Die mans auto is kapot (inf. 03069) vertaling: Die man z'n outo is kepot
167 (x07f) Die man zijn/se auto is kapot (inf. 03069) vertaling: Die man z'n auto is kepot
168 (x07g) Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 03069) vertaling: Die auto is niet van mien mar van hie
169 (x07h) Gisterens krant ligt onder de TV (inf. 03069) vertaling: De krante van gistere leit oender de tv
170 (x07i) Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 03069) vertaling: Jan is karolien en kristien d'r broertje
171 (x07j) Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 03069) vertaling: Die joengers d'r fietsen binne gestole
172 (x07k) Die zussen d'r moeder is op bezoek (inf. 03069) vertaling: die zussen d'r moeder is op bezoek
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 03069) vertaling: die auto is van Wim
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 03069) vertaling: Die fiets is van mien
178 (x08a) Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03069) vertaling: Hij mag mit geen maans praete over dit probleem
179 (x08b) Ik wil niemand niet kwetsen niet (inf. 03069) vertaling: Hij wille gen maans kwetse
180 (x08c) Het is jammer dat wij komen niet en mogen (inf. 03069) vertaling: Het is jammer dat wiele niet magge komme
181 (x08d) Dat niet en ga ik doen (inf. 03069) vertaling: Dat gae ik niet doee
182 (x08e) (Heb je hard gewerkt?) Niet heb ik gewerkt (inf. 03069) vertaling: Ik hawe niet gewaarkt
183 (x08f) Niet had hij het verteld of Marie begon te huilen (inf. 03069) vertaling: Niet had'n het verteld of Murie begon te schreeuwen
184 (x08g) Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. 03069) vertaling: Gaet die bestelling noe mar ophaele
185 (x08h) Hij en werkt (inf. 03069) vertaling: Hie waarkt niet
186 (x08i) Je weet dat niemand hier binnen mag, dus ik verbied je nog een keer om hier niet te komen (inf. 03069) vertaling: Ik verbied je om hier te kommen
187 (x08j) Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 03069) vertaling: Jan verhinderde dat m'n Murie belde
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03069) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03069) fragment: af te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03069) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03069) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03069) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03069) fragment: af te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03069) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03069) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03069) fragment: af te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03069) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03069) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03069) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03069) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03069) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03069) fragment: af te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03069) fragment: om (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03069) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03069) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03069) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03069) fragment: (2)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03069) fragment: om te (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: wanneer (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: gaan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: wanneer (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: gaan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: wanneer (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: gaan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: wanneer (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: gaan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: wanneer (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: gaan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: wanneer (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03069) fragment: gaan (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03069) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03069) fragment: om (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03069) fragment: om (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03069) fragment: te (2)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03069) fragment: als (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03069) fragment: dan (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03069) fragment: dan (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03069) fragment: als (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03069) fragment: als (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03069) fragment: als (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03069) fragment: als (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03069) fragment: als (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 03069) fragment: te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03069) fragment: (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03069) fragment: te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03069) fragment: te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03069) fragment: (1)
201 (x09n) Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 03069) fragment: dat (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03069) fragment: dat (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03069) fragment: of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03069) fragment: of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03069) fragment: dat (1)
204 (x10a) Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 03069) vertaling: Ik wete dat jiele op geen maans kwaed binne
205 (x10b) Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 03069) vertaling: Ik wete dat ze op niks trots is
206 (x10c) Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 03069) vertaling: Els dienkt dat 't niet makkelijk is
207 (x10d) Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 03069) vertaling: Ik wete dat ik te leate binne in joe niet
208 (x10e) Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 03069) vertaling: je weet toch dat joe mot waarke in ikke niet
209 (x10f) Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 03069) vertaling: Iedereen dienkt dat wiele naer huus gaen in dat heulje nog magge bluve
210 (x10g) Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 03069) vertaling: Het is jammer dat hie komt in dat heur weggaet
211 (x10h) Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 03069) vertaling: Ik dienke dat Lisa ziek is
213 (x10i) Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 03069) vertaling: ik dienke dat Pieter in Liesje gaen trouwe
226 (y01(i)a) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 03069) komt voor: n
227 (y01(i)b) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 03069) komt voor: n
228 (y01(i)c) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 03069) komt voor: n
230 (y01(ii)a) A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 03069) komt voor: n
231 (y01(ii)b) A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 03069) komt voor: n
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03069) komt voor: n
234 (y01(iii)a) A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. 03069) komt voor: n
235 (y01(iii)b) A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 03069) komt voor: j
236 (y01(iii)c) A: Slaapt hij? B: Ja, hij en doet (inf. 03069) komt voor: n
237 (y01(iii)d) A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 03069) komt voor: j
238 (y01(iii)e) A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. 03069) komt voor: n
239 (y01(iii)f) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. 03069) komt voor: n
240 (y01(iii)g) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet niet (inf. 03069) komt voor: n
241 (y01(iii)h) A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 03069) komt voor: j
242 (y01(iii)i) A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. 03069) komt voor: n
243 (y01(iii)j) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet (inf. 03069) komt voor: n
244 (y01(iii)k) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. 03069) komt voor: n
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 03069) komt voor: n
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 03069) komt voor: n
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 03069) komt voor: n
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03069) fragment: wiens (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03069) fragment: waarvan de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03069) fragment: waarvan de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03069) fragment: wiens (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03069) fragment: waar (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03069) fragment: (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03069) fragment: 2: welke (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03069) fragment: (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03069) fragment: waar (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03069) fragment: (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03069) fragment: (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03069) fragment: waar (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03069) fragment: (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03069) fragment: 2: welke (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03069) fragment: (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03069) fragment: 2: welke (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03069) fragment: (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03069) fragment: waar (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03069) fragment: (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03069) fragment: 2: welke (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03069) fragment: waar (1)
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03069) fragment: welke (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03069) fragment: wat (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03069) fragment: die (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03069) fragment: waar (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03069) fragment: waar (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03069) fragment: waarin (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03069) fragment: waarin (1)
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03069) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03069) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03069) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03069) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03069) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03069) fragment: wat (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03069) fragment: die (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03069) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03069) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03069) fragment: die (1)
260 (y03a) Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03069) vertaling: Wie dienk joe dat ik in de stad tegengekomme binne
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03069) vertaling: Wat dienke jule hoe ze het hawe opgelost
265 (y03c) Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03069) vertaling: Hoe dienk joe hoe ze het opgelost hawe
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03069) vertaling: magda weet niet wie wiele wille belle
264 (y03e) Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 03069) vertaling: Weet ieamnd wie of dat wiele geroepe hawe
262 (y03f) Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03069) vertaling: Wie dienk joe dat ik in de stad tegengekomme binne
266 (y03g) Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03069) vertaling: Wie dienk joe die ik in de stad tegengekomme binne
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03069) vertaling: Hij heit z'n handen gewasse
268 (y04b) Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 03069) vertaling: Hie heit z'n hemde gewasse
269 (y04c) Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 03069) vertaling: Hie hiet een hoed op z'n hood
270 (y04d) Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 03069) vertaling: Hie heit een plekke op z'n hemd
271 (y04e) Hij heeft zijn been gebroken (inf. 03069) vertaling: Hie heit z'n been gebroke
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 03069) vertaling: Heur heit 'r piene gedaen
opm.: reflexief: haar
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 03069) vertaling: Murie trok den deken nair heur toe
opm.: reflexief: haar
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 03069) vertaling: Luc weet dat er foto's vam 'm zelf te koap binne
274 (y04i) Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 03069) vertaling: Joe herinnert je toch wel da we toen deur dat bos heen binne geloope
opm.: reflexief: je
277 (y04j) Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 03069) vertaling: Ik herinner me dat de outo van Murie kepot was
opm.: reflexief: me
280 (y04k) Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 03069) vertaling: Heulje wete nog dat hie as een vaarke zat te eten
283 (y04l) Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 03069) vertaling: Wiele wete nog wel dat aole boeken van Jan gestole wazze, mar heulje wete het nie meir
286 (y04m) Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 03069) vertaling: Wete jiele nog dat m'n Jan op de mart gezieje hawe?
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 03069) vertaling: Hie heit z'n eige een oengelok gewaarkt
opm.: reflexief: z'n eigen
290 (y04o) Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 03069) vertaling: Hij voelde z'n eige deur het ies zakken
opm.: reflexief: z'n eigen
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03069) vertaling: Zou hie dat gedaen kanne hawe
877 (y05(i)) Hij heeft dat nooit gekund (inf. 03069) fragment: gekanne (1)
878 (y05(ii)) Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 03069) fragment: gedaen (1)
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 03069) komt voor: n
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 03069) komt voor: n
298 (y05(iii)c) Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 03069) komt voor: n
299 (y05(iii)d) Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 03069) komt voor: n
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 03069) komt voor: n
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 03069) komt voor: n
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 03069) komt voor: n
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 03069) komt voor: n
304 (y05(iii)i) Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 03069) komt voor: n
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 03069) komt voor: n
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 03069) komt voor: n
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 03069) komt voor: n
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03069) komt voor: n
310 (y06b) Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 03069) komt voor: n
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 03069) komt voor: n
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03069) komt voor: n
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 03069) komt voor: n
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 03069) komt voor: n
316 (y06g) Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 03069) komt voor: n
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03069) vertaling: Murie aol d'r koeien binne verdroenke bie de overstroaming
komt voor: j
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03069) vertaling: Murie aol d'r koeien binne verdroenke bie de overstroaming
komt voor: j
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 03069) vertaling: Kaeze maeke wete ik niks van
komt voor: j
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 03069) vertaling: Kaeze maeke wete ik niks van
komt voor: j
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03069) vertaling: jan bin ik mee naer de mart geweest
komt voor: j
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03069) vertaling: jan bin ik mee naer de mart geweest
komt voor: j
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03069) vertaling: Ik hawe al de eeerste drie sommen gemaekt. Wwelke hei joe gemaekt
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03069) vertaling: Waffere hei joe al weggebrocht
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03069) komt voor: n
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 03069) komt voor: n
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03069) komt voor: n
330 (y07a) Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 03069) komt voor: n
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 03069) komt voor: n
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 03069) komt voor: n
333 (y07d) Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 03069) komt voor: n
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03069) komt voor: n
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 03069) komt voor: n
336 (y08a) In die tijd leefde ik erop los (inf. 03069) vertaling: in dien tied leefde ik erop los
337 (y08b) Vroeger leefde hij als een beest (inf. 03069) vertaling: Vroeger leefde hie as een beist
338 (y08c) Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 03069) vertaling: Daer leefden wiele as God in Frankriek
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03069) vertaling: Geen maans mag 't zieje, dus ik vinde dat joe het ook niet mag zieje
340 (y08e) Het gebeurde toen je wegging (inf. 03069) vertaling: Het gebeurde toen je weggieng
341 (y08f) Ik weet waar je geboren bent (inf. 03069) vertaling: Ik wete waer je gebore bint
342 (y08g) Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 03069) vertaling: Noe je klaer bint, mag je gaen
343 (y08h) Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 03069) vertaling: Deurdat Murie overlede was, heit heur man Anna nie meer kanne helpe
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03069) vertaling: Ik wete dat hie is gaen zwemme
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03069) vertaling: Ik wete dat hie is gaen zwemme
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03069) vertaling: Ik wete dat hie is gaen zwemme
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03069) vertaling: Ik wete dat hie gaen zwemme is
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03069) vertaling: Ik wete dat hie gaen zwemme is
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03069) vertaling: Ik wete dat hie gaen zwemme is
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03069) vertaling: Ik wete dat hie is gaen zwemme
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03069) vertaling: Ik wete dat hie is gaen zwemme
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03069) vertaling: Ik wete dat hie is gaen zwemme
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
348 (y09b) Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 03069) komt voor: n
349 (y09c) Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 03069) komt voor: n
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 4
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 4
351 (y09e) Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 03069) komt voor: n
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 03069) komt voor: n
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 03069) komt voor: n
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 03069) vertaling: jaet
komt voor: j
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 03069) vertaling: jaet
komt voor: j
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 03069) komt voor: n
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03069) vertaling: jaet
komt voor: j
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03069) vertaling: jaet
komt voor: j
357 (y10e) A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 03069) komt voor: n
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 03069) komt voor: n
360 (y11b) Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 03069) komt voor: n
361 (y11c) Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 03069) komt voor: n
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03069) komt voor: n
365 (y11f) Hem is dood (inf. 03069) komt voor: n
364 (y11g) Is hem dood? (inf. 03069) komt voor: n
366 (y11h) Haar is ziek (inf. 03069) komt voor: n
367 (y11i) Is haar ziek? (inf. 03069) komt voor: n
368 (y11j) Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 03069) komt voor: n
369 (y11k) Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 03069) komt voor: n
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03069) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03069) fragment: die (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03069) fragment: dat (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03069) fragment: die (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03069) fragment: dat hij (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03069) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03069) fragment: dat (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03069) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03069) fragment: dat (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03069) fragment: die (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03069) fragment: dat hij (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03069) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03069) fragment: die (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03069) fragment: dat hij (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03069) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03069) fragment: dat (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03069) fragment: die (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03069) fragment: dat hij (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03069) fragment: 1; van wie 2: dat (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03069) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03069) fragment: (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03069) fragment: 1; van wie 2: dat (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03069) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03069) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03069) fragment: (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03069) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03069) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03069) fragment: (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03069) fragment: 1; van wie 2: dat (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03069) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03069) fragment: 1; van wie 2: dat (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03069) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03069) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03069) fragment: (2)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03069) fragment: waar (1)
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 03069) fragment: wie (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03069) fragment: waar (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03069) fragment: waar (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03069) fragment: (2)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03069) fragment: (2)
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03069) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03069) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03069) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03069) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03069) fragment: die (1)
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03069) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03069) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03069) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03069) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03069) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03069) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03069) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03069) fragment: hij/zij die (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03069) fragment: hij/zij die (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03069) fragment: hij/zij die (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03069) fragment: die (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03069) fragment: die (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03069) fragment: die (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03069) fragment: wier (1)
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03069) vertaling: Piet dienkt dat jan in Merie op geen maans niet kwaad binne
betekenis: geen negative concord
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03069) vertaling: Piet dienkt dat jan in Merie op geen maans niet kwaad binne
betekenis: geen negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03069) vertaling: Wim dienkt dat m'n nooit geen maans en pries geve
betekenis: geen negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03069) vertaling: Wim dienkt dat m'n nooit geen maans en pries geve
betekenis: geen negative concord
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03069) vertaling: Het is waar dat ze niet met Murie magge praete
389 (z03a) A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 03069) vertaling: naarges
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 03069) vertaling: geen maans
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03069) vertaling: nooit
390 (z03d) A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 03069) vertaling: niks
391 (z03e) A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 03069) vertaling: geen een
392 (z04a) Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 03069) vertaling: Zeit niet tegen 'm dat ik naer buten geweest binne
393 (z04b) Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 03069) vertaling: Niet vertelle dat je een kado voor 'm gekocht heit, oor!
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03069) vertaling: Weet je niet dat hie gevalle is?
399 (z05a) Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 03069) vertaling: Wendy prebeerde om geen maans piene te doewe
397 (z05b) 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 03069) vertaling: t schient dat ze niks mag ete
398 (z05c) Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 03069) vertaling: Ze schient niks te magge ete
399a (z05d) Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 03069) vertaling: Ze prebere al den heilen dag om mekoare op te bellen
400 (z05e) Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 03069) vertaling: het belooft weer een mooien dag te worren
401 (z05f) 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 03069) vertaling: 't Is misschien beter om nog een hortje te wachten
402 (z05g) We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 03069) vertaling: M'n hadde t geluk om m direct terug te vinden
404 (z06a) Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 03069) vertaling: As de kippen een valk ziehe, binne ze benauwd
405 (z06b) Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 03069) vertaling: As m'n de aerpels niet kanne verkoape zitte m'n in de problemen
406 (z06c) Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 03069) vertaling: As jule 'm niet meenemen or ik kwaed
407 (z06d) Hij wist he(n)t (inf. 03069) vertaling: Hie wist 't
408 (z06e) Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 03069) vertaling: Op dit feist wordt er veul gedanst
410 (z06g) Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 03069) vertaling: As n mit de fiets komt zal het wel te laete weze
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 03069) vertaling: As je tied heit, kom dan 's een keirtje langs
413a (z06i) Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 03069) vertaling: As ik riek binne, koop ik een durie outo
881 (z07(i)) Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 03069) komt voor: n
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03069) komt voor: n
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 03069) komt voor: n
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 03069) komt voor: n
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 03069) komt voor: n
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 03069) komt voor: n
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 03069) komt voor: n
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 03069) komt voor: n
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 03069) komt voor: n
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 03069) komt voor: n
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03069) vertaling: Murie heit gezeit dat joe hiet geprebeerd een versje te ziengen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03069) vertaling: Murie heti gezeit dat joe geprebeerd heit een versie te ziengen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03069) vertaling: Murie heti gezeit dat joe geprebeerd heit een versie te ziengen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03069) vertaling: Murie heit gezeit dat joe hiet geprebeerd een versje te ziengen
549 (z08(v)) Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. 03069) vertaling: Murie heit gezeit dat joe d'r heit geprebeerd een boek te geven
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 3
opm.: met 'te'
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 3
opm.: met 'te'
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
opm.: met 'te'
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
opm.: met 'te'
537 (z08c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 03069) komt voor: n
604a (z08d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 03069) komt voor: n
547 (z08e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 03069) komt voor: n
543 (z08f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 03069) komt voor: n
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
opm.: met 'te'
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
opm.: met 'te'
440 (z09a) Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 03069) vertaling: Die van de stad, die hawe hier veyul huzen gebouwd
441 (z09b) Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 03069) vertaling: An die nieuwe vaert, daer zie je geen maans meir
442 (z09c) Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 03069) vertaling: Gistere is Jan hier geweest
443 (z09d) De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 03069) vertaling: De dag dat jan belde, was ik niet thuis
444 (z09e) Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 03069) vertaling: Jef, die zou ik nooit uitnodige
445 (z09f) Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 03069) vertaling: Murie, die zou zoiets nooit doewe
446 (z09g) Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 03069) vertaling: Bert, die drienkt wel us een glas te veul
447 (z09h) Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 03069) vertaling: marha, die zou ik wel 's bie mien thuus wille uitnodige
448 (z09i) Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 03069) vertaling: Dat huus, dat zou ik nooit wille koape
449 (z09j) Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 03069) vertaling: Dat huus, dat staet daer al fuuftig jaer
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03069) komt voor: n
453 (z10(i)c) Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 03069) komt voor: n
454 (z10(i)d) Ze hebben geweest naar de markt (inf. 03069) komt voor: n
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
457 (z10(ii)b) Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 03069) komt voor: n
458 (z10(ii)c) Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 03069) komt voor: n
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
462 (z10(iii)b) Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 03069) komt voor: n
464 (z10(iii)c) Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 03069) komt voor: n
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
467 (z10(iv)b) Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 03069) komt voor: n
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
470 (z10(v)b) Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 03069) komt voor: n
471 (z10(v)c) Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 03069) komt voor: n
472 (z11a) En heeft Gunther gebeld? (inf. 03069) vertaling: heit Gunther gebeld?
473 (z11b) En pas op! (inf. 03069) vertaling: Pas op!
474 (z11c) 't En was maar net goed genoeg (inf. 03069) vertaling: t Wa mar net goed genog
475 (z11d) Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 03069) vertaling: Murie heit noe meir koeien as ze vroeger had
476 (z11e) Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 03069) vertaling: As Susanne had kanne komme dan had ze dat gedaen
477 (z11f) Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 03069) vertaling: Ze is de beste dokter die ik kanne
478 (z11g) Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 03069) vertaling: Voor je wat weggooit, mot je even belle
479 (z11h) Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 03069) vertaling: Hier is aoles wat ik gekrege hawe
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 03069) vertaling: Jan is te gierig om wat an z'n kinders te geven
481 (z11j) Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 03069) vertaling: Asof joe wat van voetballe weet
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 03069) vertaling: Dut boek leg neer!
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 03069) vertaling: As je echt niet kan wachte, kom dan mar
488 (z12a) Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 03069) vertaling: Ik wete dat Jan den dokter had kanne roepe
489 (z12b) Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. 03069) vertaling: Ik wete dat Jan den dokter kon geroepe hawe
490 (z12c) Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 03069) vertaling: Hie zei dat ikke het had motte doewe
491 (z12d) Hij zei dat ik het moest gedaan hebben (inf. 03069) vertaling: Hie zei dat ikke het most gedaen hawe
492 (z12e) Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 03069) vertaling: Hie is vorige weke deur dokter Mertens geopereerd
493 (z12f) Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 03069) vertaling: Hie wordt maarge deur dokter Mertens geopereerdz
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03069) vertaling: Ik dienke dat je veul weg zou motte gooie
positie: 1
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03069) vertaling: Ik dienke dat je veul weg zou motte gooie
positie: 1
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03069) vertaling: Het is dom om zukke diere dingen weg te gooien
positie: 1
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03069) vertaling: Het is dom om zukke diere dingen weg te gooien
positie: 1
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03069) vertaling: Hie is aole kepotte spullen an het weggooien
positie: 2
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03069) vertaling: Hie is aole kepotte spullen an het weggooien
positie: 2
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03069) vertaling: Ik vinde dat je vaeker de krante zou motte leze
positie: 1
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03069) vertaling: Ik vinde dat je vaeker de krante zou motte leze
positie: 1
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03069) vertaling: Het is dom om in het doenker de krante te lezen
positie: 1
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03069) vertaling: Het is dom om in het doenker de krante te lezen
positie: 1
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03069) vertaling: Hie is den heilen dag de krant an het lezen
positie: 1
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03069) vertaling: Hie is den heilen dag de krant an het lezen
positie: 1
509 (z14a) Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 03069) fragment: door (1)
506 (z14d) Heb jij aan Jan gezien? (inf. 03069) fragment: soms (1)
510 (z14e) Heb jij aan mijn portefeuille gezien? (inf. 03069) fragment: soms (1)
512 (z15a) Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 03069) komt voor: n
513 (z15b) Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 03069) komt voor: n
514 (z15c) Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 03069) komt voor: n
515 (z15d) Jij bent ook een rare een(e) (inf. 03069) komt voor: n
516 (z16a) Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 03069) vertaling: Robert heit een groene appel weggegeveen noe heit 'n nog twee rooie
412 (z16b) Er waren veel mensen op het feest (inf. 03069) vertaling: Er wazze veul maansen op het feest
413 (z16c) Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 03069) vertaling: Waoren er veul maansen op het feest?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03069) vertaling: Wat voor boeken hei je gekocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03069) vertaling: Wat voor boeken hei je gekocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03069) vertaling: Wat hei je voro boeken gekocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03069) vertaling: Wat hei je voro boeken gekocht
521 (z16e) Hij woont bij Marietje (inf. 03069) vertaling: Hie weunt bie Murietje
522 (z16f) Hij woont bij Wim (inf. 03069) vertaling: Hie weunt bie Wim
523 (z16g) Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 03069) vertaling: Loap even aner den bakker Wim
524 (z16h) Wie heb je gezien? (inf. 03069) vertaling: Wei hei je gezieje
525 (z16i) Wie heeft jou gezien? (inf. 03069) vertaling: Wie heit joe gezieje
527 (z16j) Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 03069) vertaling: Had ik dat gewete dan had ik het neit gedaen
528 (z16k) 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 03069) vertaling: t zou beter weeze om nog effen te wachten
882 (z16l) Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 03069) vertaling: Gelukkig had Jan den dokter gebeld en die was er al heel gauw
883 (z16m) Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 03069) vertaling: Loap noe toch deur, vervelende joengers
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
opm.: met 'te'
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 5
opm.: met 'te'
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03069) komt voor: n
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 3
opm.: met 'te'
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03069) komt voor: j
gebr.: 3
opm.: met 'te'
545 (z17d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 03069) komt voor: n
536 (z17e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 03069) komt voor: n
605a (z17f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 03069) komt voor: n
548 (z17g) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 03069) komt voor: n
542 (z17h) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 03069) komt voor: n

interview mondelinge enquête

sprekertekstcommentaar 
geen interview gehouden in Sommelsdijk

data telefonische enquête

zinsnr.testzininstructieantwoorden
geen data telefonische enquête in Sommelsdijk