SAND-data Zweeloo (G052p)

schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête

data schriftelijke enquête

zinsnr.testzinantwoorden
035 (x01a) Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 02975) vertaling: dat verhaal wet Jan nog wal
035 (x01a) Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 07618) vertaling: Jan herinnert zich dat verhaal wal
opm.: reflexief: zich
035 (x01a) Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 03452) vertaling: Jan wet dat verhaal nog wal.
036 (x01b) Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 07618) vertaling: Marie en Piet ziet mekaar in de kerk
036 (x01b) Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 03452) vertaling: Marie en Piet ziet mekaar veur de kerk.
036 (x01b) Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 02975) vertaling: Marie en Piet kwa'm mekaar veur de kerk integen
037 (x01c) Toon wast ... (inf. 02975) vertaling: Toon is zuk an t wass'n
opm.: reflexief: zich
037 (x01c) Toon wast ... (inf. 07618) vertaling: Toon wast zuch
opm.: reflexief: zich
037 (x01c) Toon wast ... (inf. 03452) vertaling: Toon wast zuch.
opm.: 'ch = zacht k' reflexief: zich
038 (x01d) De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 02975) vertaling: de timmerman hef gien spiekers bij zuk
opm.: reflexief: zich
038 (x01d) De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 07618) vertaling: De timmerman hef gien spiekers bei zuch
opm.: reflexief: zich
038 (x01d) De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 03452) vertaling: De timmerman hef gien spiekers bii zich.
opm.: reflexief: zich
039 (x01e) Fons zag een slang naast ... (inf. 07618) vertaling: Fons zag een slag noast zuch
opm.: reflexief: zich
039 (x01e) Fons zag een slang naast ... (inf. 03452) vertaling: Fons zag een slang naost zich.
opm.: reflexief: zich
039 (x01e) Fons zag een slang naast ... (inf. 02975) vertaling: Fons zag een slang naost zuk
opm.: reflexief: zich
040 (x01f) Erik liet mij voor zich werken (inf. 02975) vertaling: Ik mus veur Erik wark'n
040 (x01f) Erik liet mij voor zich werken (inf. 07618) vertaling: ik mus veur Erik warken
040 (x01f) Erik liet mij voor zich werken (inf. 03452) vertaling: Erik leut mii veur zich wark'n
opm.: reflexief: zich
041 (x01g) Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 02975) vertaling: Johanna leut zuk metdriev'n op de golv'n
opm.: reflexief: zich
041 (x01g) Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 07618) vertaling: Johanna leut zuch metdrieven op de golvn
opm.: reflexief: zich
041 (x01g) Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 03452) vertaling: Johanna luut zich metdriev'n op de golven.
opm.: reflexief: zich
042 (x01h) Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 07618) vertaling: Toon bekeek zuchzulf ies goet in de spiegel
opm.: reflexief: zichzelf
042 (x01h) Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 03452) vertaling: Toon bekeek zukz?lf ies goed in de spiegel
opm.: reflexief: zichzelf
042 (x01h) Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 02975) vertaling: Toon was zuk zulf is goed an 't bekiek'n in de spiegel
opm.: reflexief: zichzelf
043 (x01i) Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 02975) vertaling: Jan hef in twie minutn een biertie op drunk'n
043 (x01i) Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 07618) vertaling: Jan drinkt in twie munuten een biertie
043 (x01i) Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 03452) vertaling: Jan hef in twie minuutn een pilsien drunk'n
044 (x01j) Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 02975) vertaling: op d?zze schoe'n kuj makkelijk lopen
044 (x01j) Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 07618) vertaling: Deze schoen loopt makkelijk
044 (x01j) Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 03452) vertaling: Dizze schoen'n loopt makkeluk.
045 (x01k) Eduard kent zichzelf goed (inf. 07618) vertaling: Eduard kent zuchzulf goed
opm.: reflexief: zichzelf
045 (x01k) Eduard kent zichzelf goed (inf. 03452) vertaling: Eduard kent zichzulf goed.
opm.: reflexief: zichzelf
045 (x01k) Eduard kent zichzelf goed (inf. 02975) vertaling: Eduard kent zuk zulf heel goed
opm.: reflexief: zichzelf
046 (x01l) Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 02975) vertaling: Ward hef heurd dat er foto's van hum inde etalage ligt
opm.: reflexief: hem
046 (x01l) Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 07618) vertaling: Ward hef heurt dat er un foto in de etalage stied
046 (x01l) Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 03452) vertaling: Ward hef heurt dat er foto's van hum in de etalage stoat.
opm.: reflexief: hem
047 (x01m) Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 02975) vertaling: Die erpel schelt niet makkeluk
047 (x01m) Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 07618) vertaling: Die eerpel schelt niet makkelijk
047 (x01m) Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 03452) vertaling: Die erpel schelt niet makkelijk.
884 (x01n) Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 07618) vertaling: Dit glas brek as't op de grond valt
884 (x01n) Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 03452) vertaling: Dit glas brek as 't op de grond valt.
884 (x01n) Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 02975) vertaling: dat glas brek as t op de grond valt
052 (x02a) Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 03452) vertaling: Dokter leef ik wa(l) gezond genog
052 (x02a) Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 07618) vertaling: Dokter leef ik wal gezond genog
052 (x02a) Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 02975) vertaling: Dokter leef ik wel gezond genoeg
opm.: 'bij de dokter spreek je zoveel mogelijk Nederlands anders verstaat hij je niet of begrijpt je niet'
054 (x02b) Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 03452) vertaling: Al joren leefd e van de arfenis van zien va.
054 (x02b) Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 07618) vertaling: Al joaren leeft hei van de arfenis van zien va
054 (x02b) Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 02975) vertaling: Hij leeft al jore'n van wat zien va jum nao laot'n hef
056 (x02c) Deze week leeft zij op water en brood (inf. 07618) vertaling: Deze week leeft ze op water en stoet
056 (x02c) Deze week leeft zij op water en brood (inf. 02975) vertaling: Dizze week leeft ze op water en brood
056 (x02c) Deze week leeft zij op water en brood (inf. 03452) vertaling: Dizze week leeft zij op water en brood
058 (x02d) Leeft het nog? (inf. 03452) vertaling: Leeft ut nog
058 (x02d) Leeft het nog? (inf. 07618) vertaling: Leeft 't noch
058 (x02d) Leeft het nog? (inf. 02975) vertaling: is er nog belangstelling veur
060 (x02e) Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 03452) vertaling: Hoelang leef jullie (of: iee) now?l van die arfenis.
060 (x02e) Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 07618) vertaling: Hoelang leef ie van die arfenis
060 (x02e) Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 02975) vertaling: Hoelang leef jullie non al van die arfenis
062 (x02f) In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 03452) vertaling: In Bretagne leeft ze veural van visvangst
062 (x02f) In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 07618) vertaling: In Bretanje leeft ze van de visvangst
062 (x02f) In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 02975) vertaling: In Bretagne leeft ze miest van de visvangst
064 (x02g) Na het eten ga ik slapen (inf. 03452) vertaling: Noa 't'eet'n goa 'k sloap'n
064 (x02g) Na het eten ga ik slapen (inf. 07618) vertaling: Na't eten go ik sloapen
064 (x02g) Na het eten ga ik slapen (inf. 02975) vertaling: as wij t ete'n op hebt gak een poossie slaop'n
065 (x02h) Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 03452) vertaling: Zok dat was kun'n doen.
065 (x02h) Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 07618) vertaling: Zul ik dat wal kunnen doen
065 (x02h) Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 02975) vertaling: Zuk dat no'n wal doe'n kunne'n
066 (x02i) Hij liet zijn huis afbreken (inf. 03452) vertaling: Hie luut zien hoes ofbreek'n
066 (x02i) Hij liet zijn huis afbreken (inf. 07618) vertaling: Hei lat zien hoes of breken
066 (x02i) Hij liet zijn huis afbreken (inf. 02975) vertaling: Hij leut zien hoes ofbreek'n
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03452) vertaling: a: Ik wit dat Jan hard m?t kun'n wark'n
komt voor: j
gebr.: 4
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03452) vertaling: f: Ik wit dat Jan hard wark'n m?t kun'n
komt voor: j
gebr.: 4
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02975) vertaling: Ik weet dat Jan hard mut kun'n warke'n
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03452) vertaling: a: Ik wit dat Jan hard m?t kun'n wark'n
komt voor: j
gebr.: 4
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03452) vertaling: f: Ik wit dat Jan hard wark'n m?t kun'n
komt voor: j
gebr.: 4
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02975) vertaling: Ik weet dat Jan hard mut kun'n warke'n
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03452) vertaling: a: Ik wit dat Jan hard m?t kun'n wark'n
komt voor: j
gebr.: 4
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03452) vertaling: f: Ik wit dat Jan hard wark'n m?t kun'n
komt voor: j
gebr.: 4
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03452) vertaling: a: Ik wit dat Jan hard m?t kun'n wark'n
komt voor: j
gebr.: 4
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02975) vertaling: Ik weet dat Jan hard mut kun'n warke'n
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03452) vertaling: f: Ik wit dat Jan hard wark'n m?t kun'n
komt voor: j
gebr.: 4
076 (x03b) Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 03452) komt voor: n
076 (x03b) Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 07618) komt voor: n
078 (x03c) Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 03452) komt voor: n
078 (x03c) Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 07618) komt voor: n
079 (x03d) Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 03452) komt voor: n
079 (x03d) Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 07618) komt voor: n
081 (x03e) Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 03452) komt voor: n
081 (x03e) Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 07618) komt voor: n
083 (x03f) Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
083 (x03f) Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
083 (x03f) Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 07618) komt voor: n
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 4
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 4
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 4
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 4
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
088 (x04(iii)c) Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 07618) komt voor: n
088 (x04(iii)c) Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 03452) komt voor: n
089 (x04(iii)d) Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 07618) komt voor: n
089 (x04(iii)d) Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 03452) komt voor: n
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 5
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 5
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 5
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 5
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
093 (x04(iv)c) Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 5
093 (x04(iv)c) Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 5
093 (x04(iv)c) Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 03452) komt voor: n
094 (x04(iv)d) Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 03452) komt voor: n
094 (x04(iv)d) Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 07618) komt voor: n
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 4
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 4
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 4
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 4
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
097 (x04(ix)c) Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 4
097 (x04(ix)c) Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 4
097 (x04(ix)c) Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 03452) komt voor: n
098 (x04(ix)d) Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 03452) komt voor: n
098 (x04(ix)d) Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 07618) komt voor: n
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 5
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 5
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 5
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 5
102 (x04(v)c) Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 4
102 (x04(v)c) Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 03452) komt voor: n
102 (x04(v)c) Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 4
103 (x04(v)d) Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 03452) komt voor: n
103 (x04(v)d) Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 07618) komt voor: n
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 3
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 3
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 3
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 3
107 (x04(vi)c) Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 3
107 (x04(vi)c) Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 3
107 (x04(vi)c) Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 03452) komt voor: n
110 (x04(vi)d) Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 03452) komt voor: n
110 (x04(vi)d) Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 07618) komt voor: n
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 4
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 4
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 4
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 4
114 (x04(vii)c) Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 07618) komt voor: n
114 (x04(vii)c) Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 03452) komt voor: n
115 (x04(vii)d) Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 03452) komt voor: n
115 (x04(vii)d) Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 07618) komt voor: n
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 5
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 5
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 5
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 5
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 5
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 5
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 03452) komt voor: n
121 (x04(viii)d) Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 07618) komt voor: n
121 (x04(viii)d) Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 03452) komt voor: n
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 5
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 3
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 5
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 3
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 03452) komt voor: n
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 3
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 3
087 (x04(x)c) Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 07618) komt voor: n
087 (x04(x)c) Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 03452) komt voor: n
126 (x04(x)d) Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 03452) komt voor: n
126 (x04(x)d) Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 07618) komt voor: n
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
130 (x04(xi)c) Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 2
130 (x04(xi)c) Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 2
131 (x04(xi)d) Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 03452) komt voor: n
133 (x05a) Jan heeft geeneen boek meer (inf. 07618) vertaling: Jan hef gien boek meer
133 (x05a) Jan heeft geeneen boek meer (inf. 02975) vertaling: Jan hef niet ien boek mer
133 (x05a) Jan heeft geeneen boek meer (inf. 03452) vertaling: Jan hef gienien boek meer.
134 (x05b) Jan en heeft geen boek meer (inf. 03452) vertaling: Jan hef gien boek meer
135 (x05c) Boeken heeft Jan geen (inf. 03452) vertaling: Boek'n hef Jan niet.
135 (x05c) Boeken heeft Jan geen (inf. 07618) vertaling: Boeken hef Jan niet
136 (x05d) Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 03452) vertaling: Jan hef niet veul geld meer
136 (x05d) Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 07618) vertaling: Jan hief niet veul geld meer
144 (x05e) Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 07618) vertaling: Er mag gienien proaten over de probleem
144 (x05e) Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03452) vertaling: Der mag gienien proaten over dit probleem.
138 (x05f) Er mag niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03452) vertaling: Der mag gienien proaten over dit probleem.
138 (x05f) Er mag niemand spreken over dit probleem niet (inf. 07618) vertaling: Er mag gienien prootn over dit probleem
139 (x05g) Niemand zegt dat hij komt niet (inf. 03452) vertaling: Niemand zeg dat e komp
139 (x05g) Niemand zegt dat hij komt niet (inf. 07618) vertaling: Gienien zeg dat hij komt
140 (x05h) Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 07618) vertaling: Zit hier arges moezn
140 (x05h) Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 03452) vertaling: Zit hier nargns moezn.
141 (x05i) Ik geef niets aan een ander niet (inf. 03452) vertaling: Ik geef niks an un aander.
141 (x05i) Ik geef niets aan een ander niet (inf. 07618) vertaling: Ik geef niks aan aander
142 (x05j) Niemand wil niet werken niet (inf. 03452) vertaling: Gienien wil wark'n
142 (x05j) Niemand wil niet werken niet (inf. 07618) vertaling: Gienien wil warkn
143 (x05k) Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 03452) vertaling: Wij wuzzn niet dat e in hoes was.
143 (x05k) Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 07618) vertaling: Wei wusn niet dat hei weg was
144a (x05l) Ik wist het niet ook niet (inf. 03452) vertaling: Ik wus't ook niet
144a (x05l) Ik wist het niet ook niet (inf. 07618) vertaling: Ik wus het ok niet
145 (x05m) Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03452) vertaling: Hie mag met gienien proaten over dit probleem
145 (x05m) Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. 07618) vertaling: Hei mag niet over dat probleem proatn
155 (x06) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 03452) vertaling: Jan wet dat e veur drie uur de waag'n maakt m?t hebb'n
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03452) komt voor: n
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 07618) komt voor: n
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03452) komt voor: n
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 07618) komt voor: n
158 (x06c) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 03452) komt voor: n
158 (x06c) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 07618) komt voor: n
159 (x06d) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 03452) komt voor: n
159 (x06d) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 4
159 (x06d) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 4
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 07618) komt voor: n
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
161 (x06f) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 1
161 (x06f) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 07618) komt voor: n
161 (x06f) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 1
162 (x07a) Maries auto is kapot (inf. 03452) vertaling: Maries auto is kapot.
162 (x07a) Maries auto is kapot (inf. 07618) vertaling: Maries auto is kapot
163 (x07b) Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 03452) vertaling: Marie heur auto is kapot
164 (x07c) Piets auto is kapot (inf. 03452) vertaling: Piets auto is kapot.
165 (x07d) Piet z'n/se auto is kapot (inf. 03452) vertaling: Piet zien auto is kapot.
165 (x07d) Piet z'n/se auto is kapot (inf. 02975) vertaling: de auto van Piet is kapot
167 (x07f) Die man zijn/se auto is kapot (inf. 02975) vertaling: De auto van die man is kapot
167 (x07f) Die man zijn/se auto is kapot (inf. 03452) vertaling: Die keerl zien auto is kapot
168 (x07g) Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 03452) vertaling: Die auto is niet van mii, mar van hum.
168 (x07g) Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 02975) vertaling: Die auto is van hum en niet van mij
169 (x07h) Gisterens krant ligt onder de TV (inf. 02975) vertaling: De kraan't van gister leg under de TV
169 (x07h) Gisterens krant ligt onder de TV (inf. 03452) vertaling: De kraant van gistern leg under de T.V.
170 (x07i) Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 02975) vertaling: Jan is een breurtie van Karolien en Kristien
170 (x07i) Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 03452) vertaling: Jan is un breurtie van Karolien en Kristien
171 (x07j) Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 03452) vertaling: Die jongs heur fietsn bint steul'n
171 (x07j) Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 02975) vertaling: van die jongs bint de fiets'n steul'n
172 (x07k) Die zussen d'r moeder is op bezoek (inf. 02975) vertaling: de moe van die zussen is bij ze op visite
172 (x07k) Die zussen d'r moeder is op bezoek (inf. 03452) vertaling: De moe van die zusters is op bezuuk
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 02975) vertaling: Die auto is van WIm
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 03452) vertaling: Die auto is van Wim.
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 03452) vertaling: Die fiets is van mij.
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 02975) vertaling: Die fiets is van mij
178 (x08a) Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03452) vertaling: Hie mag met gienien over dit probleem proaten
178 (x08a) Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. 02975) vertaling: Hij mag met gien ien over dit probleem proot'n
179 (x08b) Ik wil niemand niet kwetsen niet (inf. 03452) vertaling: Ik wil gienien kwets'n
179 (x08b) Ik wil niemand niet kwetsen niet (inf. 02975) vertaling: Ik wil gienien te nao kom'm
180 (x08c) Het is jammer dat wij komen niet en mogen (inf. 07618) vertaling: Het is jammer dat wei niet kom magt
180 (x08c) Het is jammer dat wij komen niet en mogen (inf. 03452) vertaling: t'is jammer daw niet komm mugt
180 (x08c) Het is jammer dat wij komen niet en mogen (inf. 02975) vertaling: t'is wal jammer dat wij niet kom'm mugt
181 (x08d) Dat niet en ga ik doen (inf. 03452) vertaling: Dat gao ik niet doen
181 (x08d) Dat niet en ga ik doen (inf. 03452) vertaling: Dat doe'k niet.
181 (x08d) Dat niet en ga ik doen (inf. 02975) vertaling: Daor begun ik niet an
181 (x08d) Dat niet en ga ik doen (inf. 03452) vertaling: Dat doe'k niet.
181 (x08d) Dat niet en ga ik doen (inf. 03452) vertaling: Dat gao ik niet doen
181 (x08d) Dat niet en ga ik doen (inf. 07618) vertaling: Dat doe ik niet
182 (x08e) (Heb je hard gewerkt?) Niet heb ik gewerkt (inf. 07618) vertaling: ik hebt niet warkt
182 (x08e) (Heb je hard gewerkt?) Niet heb ik gewerkt (inf. 03452) vertaling: k heb niet warkt
182 (x08e) (Heb je hard gewerkt?) Niet heb ik gewerkt (inf. 02975) vertaling: ik heb vandaag niks daon
183 (x08f) Niet had hij het verteld of Marie begon te huilen (inf. 02975) vertaling: Hij had nog mar net verteld of Marie begun al te rere'n
183 (x08f) Niet had hij het verteld of Marie begon te huilen (inf. 07618) vertaling: Hei ha'd nog maer pas zegt of Marie begin te beuln
183 (x08f) Niet had hij het verteld of Marie begon te huilen (inf. 03452) vertaling: Hie had ut nog mar net verteld of Marie begunde te reern.
184 (x08g) Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. 03452) vertaling: Goa die bestelling now mar ophaaln.
184 (x08g) Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. 02975) vertaling: Gao de bestelling non mar ophaal'n
184 (x08g) Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. 07618) vertaling: Haot die bestelling maar op
185 (x08h) Hij en werkt (inf. 07618) vertaling: Hei warkt niet
185 (x08h) Hij en werkt (inf. 03452) vertaling: Hie warkt niet.
185 (x08h) Hij en werkt (inf. 02975) vertaling: Hij dut daags niks
186 (x08i) Je weet dat niemand hier binnen mag, dus ik verbied je nog een keer om hier niet te komen (inf. 02975) vertaling: Ik wil niet heb'n daj hier komt
opm.: pleonastische negatie bij negatief werkwoord: n.v.t.
186 (x08i) Je weet dat niemand hier binnen mag, dus ik verbied je nog een keer om hier niet te komen (inf. 07618) vertaling: Ik verbied je hier te komn
186 (x08i) Je weet dat niemand hier binnen mag, dus ik verbied je nog een keer om hier niet te komen (inf. 03452) vertaling: Ik wil niet hebb'n daj hier komt
opm.: pleonastische negatie bij negatief werkwoord: n.v.t.
187 (x08j) Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 03452) vertaling: Jan veurkwam dat wij Marie beld'n.
187 (x08j) Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 02975) vertaling: Jan wol niet hebbe'n dat wij Marie opbelde'n
opm.: pleonastische negatie bij negatief werkwoord: n.v.t.
187 (x08j) Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 07618) vertaling: Jan verhinnerd dat wei Marie bellen
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02975) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02975) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 07618) fragment: die (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02975) fragment: kunnen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 07618) fragment: kunnen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02975) fragment: die t (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02975) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03452) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03452) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02975) fragment: die t (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02975) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 07618) fragment: kunnen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02975) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02975) fragment: kunnen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02975) fragment: die t (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03452) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02975) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02975) fragment: kunnen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02975) fragment: die t (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 07618) fragment: die (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02975) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02975) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02975) fragment: kunnen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03452) fragment: om (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03452) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 07618) fragment: kan (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02975) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02975) fragment: mee (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03452) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 07618) fragment: kan (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 07618) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02975) fragment: mee (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03452) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03452) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 07618) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02975) fragment: om te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03452) fragment: om te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03452) fragment: te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03452) fragment: te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 02975) komt voor: n
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03452) fragment: om te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 07618) fragment: om (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02975) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02975) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02975) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03452) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02975) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 07618) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 07618) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02975) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02975) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02975) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02975) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03452) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02975) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03452) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 07618) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02975) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02975) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02975) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02975) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03452) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02975) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 07618) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02975) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02975) fragment: dan (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02975) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02975) fragment: (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02975) fragment: 2: te (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02975) fragment: (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02975) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 07618) fragment: 2: te (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02975) fragment: 2: te (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02975) fragment: (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02975) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02975) fragment: (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02975) fragment: 2: te (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 07618) fragment: 2: te (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02975) fragment: (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 07618) fragment: (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02975) fragment: (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02975) fragment: 2: te (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02975) fragment: (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02975) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02975) fragment: (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 07618) fragment: (2)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03452) fragment: als (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 02975) fragment: als (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 07618) fragment: als (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03452) fragment: als (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03452) fragment: dan (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 02975) fragment: dan (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 07618) fragment: dan (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03452) fragment: dan (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03452) fragment: als (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03452) fragment: dan (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03452) fragment: dan (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03452) fragment: als (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 07618) fragment: dan (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 02975) fragment: dan (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03452) fragment: als (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03452) fragment: dan (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03452) fragment: als (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03452) fragment: als (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03452) fragment: dan (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 07618) fragment: dan (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 02975) fragment: dan (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03452) fragment: als (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 07618) fragment: als (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 02975) fragment: als (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 03452) fragment: te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 03452) fragment: te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 03452) fragment: daar te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 07618) fragment: te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 02975) fragment: maar te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 03452) fragment: daar te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 07618) fragment: te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 02975) fragment: (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03452) fragment: (1)
200 (x09m) Toen we aankwamen regende het (inf. 07618) komt voor: n
200 (x09m) Toen we aankwamen regende het (inf. 02975) fragment: (1)
201 (x09n) Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 03452) fragment: dat (1)
201 (x09n) Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 07618) komt voor: n
201 (x09n) Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 02975) fragment: dat (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 07618) komt voor: n
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 02975) komt voor: n
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 03452) fragment: (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03452) fragment: of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03452) fragment: of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03452) fragment: of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03452) fragment: dat (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 07618) fragment: dat (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03452) fragment: dat (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 02975) fragment: of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03452) fragment: dat (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03452) fragment: als (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03452) fragment: als (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03452) fragment: als (1)
204 (x10a) Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 03452) vertaling: Ik weet/wit daj op gienien kwoad bint.
204 (x10a) Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 07618) vertaling: Ik weetdai op gienien boos bint
opm.: twijfelgeval voegwoordvervoeging 'dat' + 2.mv.
204 (x10a) Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 02975) vertaling: Ik weet dat jullie op gienien kwaod bint
205 (x10b) Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 03452) vertaling: Ik wit dat zij nargens trots op is.
205 (x10b) Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 07618) vertaling: Ik weet dat zei op niks trots is
205 (x10b) Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 02975) vertaling: Ik weet dat zij nargn's trots op is
206 (x10c) Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 03452) vertaling: Els denkt dat 't niet makkelijk is
206 (x10c) Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 07618) vertaling: Els denkt dat u niet makkelijk is
206 (x10c) Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 02975) vertaling: Els denkt dat t niet van zulfs giet
207 (x10d) Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 03452) vertaling: Ik wit dak te laat bin en ij niet
207 (x10d) Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 07618) vertaling: Ik weet dak te laat bin en ie niet
207 (x10d) Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 02975) vertaling: Ik weet dat jij niet te laat bent en ik wal
208 (x10e) Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 03452) vertaling: IJ wit toch daij moet wark'n en ik niet.
208 (x10e) Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 07618) vertaling: I weet toch dai wark moet en ik niet
208 (x10e) Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 02975) vertaling: dat jij moet wark'n dat weet je toch maor ik bin lekker vrij
209 (x10f) Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 03452) vertaling: Iederien denkt dat wij hen hoes gaot, en dat zij nog mugt blievn.
209 (x10f) Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 07618) vertaling: Iederien denkt dat u blievn mag en wiei hen moes got
209 (x10f) Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 02975) vertaling: Elk denkt dat wij en hoes gaot en dat zij nog een poossie blieven mugt
210 (x10g) Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 03452) vertaling: 't is jammer dat hij komp, en dat zij weggiet.
210 (x10g) Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 07618) vertaling: Het is jammer dat hei komt en zei weggiet
210 (x10g) Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 02975) vertaling: t is jammer dat hij komt en zij weggaot
211 (x10h) Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 03452) vertaling: Ik denk dat Lisa ziek is
211 (x10h) Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 07618) vertaling: Ik denk dat Lisa ziek is
211 (x10h) Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 02975) vertaling: ik geleuf dat Lisa ziek is
213 (x10i) Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 03452) vertaling: Ik denk dat Pieter en Liesje goat trouwn
213 (x10i) Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 07618) vertaling: Ik denk dat Pieter en Liesje trouwn got
213 (x10i) Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 02975) vertaling: ik geleuf dat Pieter en Liesje gaot trouw'n
000 (x10opm) (inf. 02975) opm. inf.: c: ik vind t hielemaol niet makkelijk
225 (y01(i)) A: Hij slaapt B:Hij/'t (en) doet (inf. 02975) vertaling:
opm.: 'weet niet wat de bedoeling is'
225 (y01(i)) A: Hij slaapt B:Hij/'t (en) doet (inf. 07618) vertaling: Ja hij slaapt
226 (y01(i)a) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 07618) komt voor: n
226 (y01(i)a) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 03452) komt voor: n
227 (y01(i)b) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 07618) komt voor: n
227 (y01(i)b) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 03452) komt voor: n
228 (y01(i)c) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 03452) komt voor: n
228 (y01(i)c) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 07618) komt voor: j
230 (y01(ii)a) A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 03452) komt voor: n
230 (y01(ii)a) A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 07618) komt voor: n
231 (y01(ii)b) A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 03452) komt voor: n
231 (y01(ii)b) A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 07618) komt voor: n
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03452) komt voor: n
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 07618) komt voor: n
234 (y01(iii)a) A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. 07618) komt voor: n
235 (y01(iii)b) A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 07618) komt voor: n
235 (y01(iii)b) A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 03452) komt voor: j
236 (y01(iii)c) A: Slaapt hij? B: Ja, hij en doet (inf. 07618) komt voor: n
237 (y01(iii)d) A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 07618) komt voor: j
237 (y01(iii)d) A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 03452) komt voor: j
238 (y01(iii)e) A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. 07618) komt voor: n
239 (y01(iii)f) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. 07618) komt voor: n
240 (y01(iii)g) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet niet (inf. 07618) komt voor: n
241 (y01(iii)h) A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 07618) komt voor: j
242 (y01(iii)i) A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. 07618) komt voor: j
243 (y01(iii)j) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet (inf. 07618) komt voor: n
244 (y01(iii)k) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. 07618) komt voor: n
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 03452) komt voor: n
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 07618) komt voor: j
opm.: geen vertaling
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 02975) vertaling: de laamp is oet
komt voor: n
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 02975) vertaling: de laamp is oet
komt voor: n
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 02975) vertaling: is Marie alle aomd an t daansen
komt voor: n
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 02975) vertaling: is Marie alle aomd an t daansen
komt voor: n
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 03452) komt voor: n
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 07618) komt voor: j
opm.: geen vertaling
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 07618) komt voor: j
opm.: geen vertaling
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 02975) vertaling: wil ij dat brood ee'm an plakkies snien
komt voor: n
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 02975) vertaling: wil ij dat brood ee'm an plakkies snien
komt voor: n
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 03452) komt voor: n
000 (y01opm) (inf. 02975) opm. inf.: weet het niet
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 07618) fragment: waarvan (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03452) fragment: wie zijn (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 02975) fragment: wiens (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03452) fragment: waar (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 02975) fragment: waar (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 07618) fragment: waar (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 07618) fragment: waar (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 07618) fragment: (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03452) fragment: waar (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 07618) fragment: (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03452) fragment: waar (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03452) fragment: (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 07618) fragment: waar (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03452) fragment: (2)
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03452) komt voor: n
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03452) fragment: waar het (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 07618) fragment: wat (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 02975) fragment: wat (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03452) fragment: die (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03452) fragment: die (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03452) fragment: wie als / wel as (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 07618) fragment: die (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03452) fragment: wie als / wel as (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 02975) fragment: die (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 07618) fragment: waar (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03452) fragment: waar als (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 02975) fragment: waar (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03452) fragment: waar (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03452) fragment: waar (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03452) fragment: waar als (1)
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03452) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 07618) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 02975) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03452) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03452) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03452) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 07618) fragment: wat (1)
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 02975) fragment: wat (1)
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03452) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 07618) fragment: wat (1)
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 02975) fragment: wat (1)
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03452) fragment: wat (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03452) fragment: diegene die (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03452) fragment: diegene die (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03452) fragment: die (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03452) fragment: die (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03452) fragment: die (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 07618) fragment: wie veel (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03452) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03452) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03452) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03452) fragment: diegene die (1)
260 (y03a) Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 07618) vertaling: Wel denk ei ik in de stad tegen kom bin
opm.: voegwoord/ Wh-woord vergeten; vragen rechts niet te beantwoorden.
260 (y03a) Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 02975) vertaling: Wat denk ij wel ik in de stad tegen kom'n bin
260 (y03a) Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03452) vertaling: Wel denk ij dat ik in de stad ontmoet heb.
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 07618) vertaling: Hoe denk ei dat ze't opl?st hebt
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 02975) vertaling: hoe denk jullie dat ze t oplust hebt
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03452) vertaling: Hoe denk ie'e dat ze 't opl?st hebt?
265 (y03c) Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03452) vertaling: Hoe denk ij dat ze 't opl?st hebt.
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03452) vertaling: Magda wet niet wel wij wilt bel'n
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 07618) vertaling: Magda wet niet wel wei belt
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 02975) vertaling: Magda wet niet wel wij opbell'n wilt
264 (y03e) Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 07618) vertaling: Wet ien wel wei roepm hebt
264 (y03e) Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 02975) vertaling: Wel wet wie wij roep'n hebt
264 (y03e) Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 03452) vertaling:
opm.: streep door vraag
262 (y03f) Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 07618) vertaling: Wel denk iei die ik in de stad tegen kwam
opm.: D-woord voorop in bijzin
262 (y03f) Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03452) vertaling: Wel denk ij dat ik in de stad ontmoet heb.
opm.: 'zie vraag a'
266 (y03g) Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? (inf. 07618) vertaling: Wel denk iei die ik in de stad tegen kwam
266 (y03g) Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03452) vertaling:
opm.: streep door vraag
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 07618) vertaling: Hei hef zien handen wast
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 02975) vertaling: hij hef zienhand'n wass'n
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03452) vertaling: Hie hef zien hand'n was'n
268 (y04b) Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 07618) vertaling: Hei hef zien hemd wast
268 (y04b) Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 02975) vertaling: hij hef zien hemd wass'n
268 (y04b) Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 03452) vertaling: Hie hef zien hemd was'n
269 (y04c) Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 07618) vertaling: Hei hef een hoed op de kop
269 (y04c) Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 02975) vertaling: hij hef een hoed op t hoofd
269 (y04c) Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 03452) vertaling: Hie hef 'n hoed op de kop.
270 (y04d) Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 07618) vertaling: Hei hef een vlek op zien hemd
270 (y04d) Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 02975) vertaling: hij hef een vlek op zien hemd
270 (y04d) Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 03452) vertaling: Hie hef 'n vlek op zien hemd.
271 (y04e) Hij heeft zijn been gebroken (inf. 07618) vertaling: Hei hef zien bien breuken
271 (y04e) Hij heeft zijn been gebroken (inf. 02975) vertaling: hij hef zien bien breuk'n
271 (y04e) Hij heeft zijn been gebroken (inf. 03452) vertaling: Hie hef zien bien breuk'n
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 07618) vertaling: Hei hef zug zeer doan
opm.: reflexief: zich
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 02975) vertaling: zij hef zich zeer daon
opm.: reflexief: zich
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 03452) vertaling: Hie hef zuk zeer daon.
opm.: reflexief: zich
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 07618) vertaling: Marie tr?k de deekn naar zug toe
opm.: reflexief: zich
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 02975) vertaling: Marie truk de deek'n naor zuk toe
opm.: reflexief: zich
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 03452) vertaling: Marie tr?k de deekn naor zuk toe
opm.: reflexief: zich
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 07618) vertaling: Luc wet dat er een foto van humzulf te koop is
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 02975) vertaling: Luc wet dat er foto's van humzulf te koop bint
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 03452) vertaling: Luuk wet dat er foto's van humzulf te koop bint.
274 (y04i) Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 07618) vertaling: ie herinnert ju toch wal daw toen deur het bos leupn
opm.: reflexief: je
274 (y04i) Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 02975) vertaling: ij kunt je toch nog wal herinner dat wij toen deur dat bos lopen hebt
opm.: reflexief: je
274 (y04i) Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 03452) vertaling: Je weet toch nog wal daw deur dat bos hen loopn bint.
277 (y04j) Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 07618) vertaling: ik herinner mei dat de auto van Marie kapot was
opm.: reflexief: me
277 (y04j) Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 02975) vertaling: Ik weet nog dat de auto van Marie kupot was
277 (y04j) Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 03452) vertaling: Ik herinner mij dat de auto van Marie kapot was
opm.: reflexief: me
280 (y04k) Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 07618) vertaling: Zei herinnert zug dat u as een zwien zat te eetn
opm.: reflexief: zich
280 (y04k) Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 02975) vertaling: Zij wet nog dat hij als een zwien zat te eet'n
280 (y04k) Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 03452) vertaling: Zij herinnert zuk dat hij as 'n zwien zat te eet'n
opm.: reflexief: zich
283 (y04l) Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 07618) vertaling: Wei herinnert oes wat de Jan zien boek dicht was mar zei zulf niet
opm.: reflexief: ons reflexief: zelf
283 (y04l) Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 03452) vertaling:
opm.: streep door vraag
283 (y04l) Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 02975) vertaling: Wij weet nog dat Jan al zien boek'n steulen waar'n maar die aandez'n weet er niks mer van
286 (y04m) Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 03452) vertaling: weej nog daw Jan op de markt zien hebt
opm.: cluster finiet werkwoord en subjectpronomen (inversie)
286 (y04m) Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 07618) vertaling: Herinner ie je nog dat Jan op de markt was
opm.: reflexief: je
286 (y04m) Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 02975) vertaling: Wij nog wal dat wij Jan op de markt zien hebt
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 03452) vertaling: Hie hef zuk een ongeluk warkt.
opm.: reflexief: zich
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 07618) vertaling: Hei hef zug een ongluk warkt
opm.: reflexief: zich
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 02975) vertaling: Hij hef zich een ongeluk warkt
opm.: reflexief: zich
290 (y04o) Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 07618) vertaling: Hei veuld zug deur het ies zakt
opm.: reflexief: zich
290 (y04o) Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 02975) vertaling: Hij vernam dat e door het ies zakte
290 (y04o) Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 03452) vertaling: Hie veulde zuk deur 't ies zakk'n
opm.: reflexief: zich
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02975) vertaling: zulle dat daon kunn'n hebbe'n
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03452) vertaling: Zul hie dat daon kun'n heb'n
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 07618) vertaling: Zou hej dat gedaan hebben
877 (y05(i)) Hij heeft dat nooit gekund (inf. 07618) fragment: kunt (1)
877 (y05(i)) Hij heeft dat nooit gekund (inf. 03452) fragment: kunt (1)
877 (y05(i)) Hij heeft dat nooit gekund (inf. 02975) fragment: kunt (1)
878 (y05(ii)) Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 02975) fragment: daon (1)
878 (y05(ii)) Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 07618) fragment: doan (1)
878 (y05(ii)) Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 03452) fragment: daon (1)
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 07618) komt voor: n
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 03452) komt voor: n
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 02975) komt voor: n
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 03452) komt voor: n
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 02975) komt voor: n
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 07618) komt voor: n
298 (y05(iii)c) Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 07618) komt voor: n
298 (y05(iii)c) Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 03452) komt voor: n
298 (y05(iii)c) Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 02975) komt voor: n
299 (y05(iii)d) Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 02975) komt voor: n
299 (y05(iii)d) Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 07618) komt voor: n
299 (y05(iii)d) Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 03452) komt voor: n
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 03452) komt voor: n
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 02975) komt voor: n
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 07618) komt voor: n
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 07618) komt voor: n
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 03452) komt voor: n
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 02975) komt voor: n
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 02975) komt voor: n
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 07618) komt voor: n
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 03452) komt voor: n
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 03452) komt voor: n
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 02975) komt voor: n
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 07618) komt voor: n
304 (y05(iii)i) Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 07618) komt voor: n
304 (y05(iii)i) Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 03452) komt voor: n
304 (y05(iii)i) Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 02975) komt voor: n
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 02975) komt voor: n
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 07618) komt voor: n
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 02975) komt voor: n
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 03452) komt voor: n
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 07618) komt voor: n
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 07618) komt voor: n
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 02975) komt voor: n
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 03452) komt voor: n
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 02975) vertaling: Wij moet en de schuur um de koe'n te voren
komt voor: n
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03452) vertaling: Wij moet hen de schuur de koen'n voor'n
komt voor: j
opm.: dav
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 07618) vertaling: Wei moet hen de schuur hen koen voar
opm.: Slecht leesbaar
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03452) vertaling: Wij moet hen de schuur de koen'n voor'n
komt voor: j
opm.: dav
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 02975) vertaling: Wij moet en de schuur um de koe'n te voren
komt voor: n
310 (y06b) Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 07618) komt voor: n
310 (y06b) Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 03452) komt voor: n
310 (y06b) Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 02975) vertaling: Zie kwam'n d'r an lopen of kuier'n
komt voor: n
310 (y06b) Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 02975) vertaling: Zie kwam'n d'r an lopen of kuier'n
komt voor: n
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 02975) vertaling: Ik denk dat e weg is
komt voor: n
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 07618) komt voor: n
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 03452) vertaling: Ik denk dat 'e v?t is
komt voor: j
opm.: dav
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 02975) vertaling: Ik denk dat e weg is
komt voor: n
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 03452) vertaling: Ik denk dat 'e v?t is
komt voor: j
opm.: dav
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03452) komt voor: n
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 07618) komt voor: n
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 02975) komt voor: n
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 07618) komt voor: n
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 02975) vertaling: Ik weet dat e weg is
komt voor: n
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 03452) komt voor: n
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 02975) vertaling: Ik weet dat e weg is
komt voor: n
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 03452) vertaling: Ik wit hie is v?t
komt voor: j
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 07618) komt voor: n
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 03452) vertaling: Ik wit hie is v?t
komt voor: j
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 02975) komt voor: j
316 (y06g) Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 02975) vertaling: de politie zul bij hum ko'm en hum met te nimm'n
komt voor: n
316 (y06g) Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 03452) komt voor: n
316 (y06g) Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 02975) vertaling: de politie zul bij hum ko'm en hum met te nimm'n
komt voor: n
316 (y06g) Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 07618) komt voor: n
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 07618) vertaling: Marie zien koen bint verdrink bij de overstroming
komt voor: j
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03452) vertaling: Marie al heur koen'n bint verdrunk'n bij de ...
komt voor: j
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 02975) vertaling: Met die overstroming bint alle koeien van Marie verdrunk'n
komt voor: j
opm.: dav
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 07618) vertaling: Marie zien koen bint verdrink bij de overstroming
komt voor: j
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03452) vertaling: Marie al heur koen'n bint verdrunk'n bij de ...
komt voor: j
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 02975) vertaling: Met die overstroming bint alle koeien van Marie verdrunk'n
komt voor: j
opm.: dav
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 02975) vertaling: Kees maak'n daor heb ik gien verstand van
komt voor: n
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 07618) vertaling: Kees makn weet ik niks van
komt voor: j
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 03452) vertaling: Kees maken week niks van
komt voor: j
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 02975) vertaling: Kees maak'n daor heb ik gien verstand van
komt voor: n
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 07618) vertaling: Kees makn weet ik niks van
komt voor: j
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 03452) vertaling: Kees maken week niks van
komt voor: j
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03452) komt voor: n
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 02975) vertaling: Ik bin met Jan en de mark west
komt voor: n
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 07618) komt voor: n
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 02975) vertaling: Ik bin met Jan en de mark west
komt voor: n
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 02975) vertaling: ik heb de eerste drie somm'n maakt welke heb ij of kreeg'n
komt voor: n
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 02975) vertaling: ik heb de eerste drie somm'n maakt welke heb ij of kreeg'n
komt voor: n
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03452) komt voor: n
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 07618) komt voor: n
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 07618) komt voor: n
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 02975) komt voor: n
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03452) komt voor: n
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 02975) vertaling: van dat spul zul ik niet durv'n eten
komt voor: n
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03452) komt voor: n
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 02975) vertaling: van dat spul zul ik niet durv'n eten
komt voor: n
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 07618) komt voor: n
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 07618) vertaling: Die eet ik niet op
komt voor: j
opm.: dav
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 03452) komt voor: n
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 02975) komt voor: n
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 07618) vertaling: Die eet ik niet op
komt voor: j
opm.: dav
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 02975) vertaling: Ik weet dat Jan naor de mark west is
komt voor: n
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03452) vertaling: Ik weet dat Jan hen de markt west hef.
komt voor: j
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 02975) vertaling: Ik weet dat Jan naor de mark west is
komt voor: n
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 07618) komt voor: n
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03452) vertaling: Ik weet dat Jan hen de markt west hef.
komt voor: j
330 (y07a) Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 07618) komt voor: n
330 (y07a) Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 02975) komt voor: n
330 (y07a) Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 03452) komt voor: n
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 03452) vertaling: Ik heb hiel wat loop'n daon
komt voor: j
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 02975) vertaling: ik heb er hiel wat an of loop'n
komt voor: j
opm.: dav
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 03452) vertaling: Ik heb hiel wat loop'n daon
komt voor: j
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 07618) komt voor: n
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 02975) vertaling: ik heb er hiel wat an of loop'n
komt voor: j
opm.: dav
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 02975) vertaling: Ik word mu ik hol er mar met op
komt voor: n
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 03452) vertaling: Ik wor nou muu, dat ik hol der mar met op.
komt voor: j
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 02975) vertaling: Ik word mu ik hol er mar met op
komt voor: n
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 03452) vertaling: Ik wor nou muu, dat ik hol der mar met op.
komt voor: j
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 07618) komt voor: n
333 (y07d) Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 07618) komt voor: n
333 (y07d) Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 02975) vertaling: Hij dee of e niet oet bedde kwam
333 (y07d) Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 03452) vertaling: Hie dee zuk veur dat net uut bedde kwam
komt voor: j
opm.: subjectpronomen in bijzin mist
333 (y07d) Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 03452) vertaling: Hie dee zuk veur dat net uut bedde kwam
komt voor: j
opm.: subjectpronomen in bijzin mist
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03452) vertaling: De schilder is hier komm'n schilder'n
komt voor: j
opm.: dav
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03452) vertaling: De schilder is hier komm'n schilder'n
komt voor: j
opm.: dav
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 07618) komt voor: n
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 02975) vertaling: De schilder hef hier an t varve'n west
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 02975) vertaling: ik denk dat ik mar op hoes an gao
komt voor: n
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 07618) vertaling: Denk ie dai hen hoes got
komt voor: j
opm.: dav
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 02975) vertaling: ik denk dat ik mar op hoes an gao
komt voor: n
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 03452) komt voor: n
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 07618) vertaling: Denk ie dai hen hoes got
komt voor: j
opm.: dav
336 (y08a) In die tijd leefde ik erop los (inf. 02975) vertaling: in die tied meuke er een pottie van
opm.: dav
336 (y08a) In die tijd leefde ik erop los (inf. 07618) vertaling: in die tied leefde ik er op l?s
336 (y08a) In die tijd leefde ik erop los (inf. 03452) vertaling: In die tied leefde ik erop l?s.
337 (y08b) Vroeger leefde hij als een beest (inf. 02975) vertaling: vroeger leefde hij als een beest
337 (y08b) Vroeger leefde hij als een beest (inf. 07618) vertaling: Vroger leefde hej as u beest
337 (y08b) Vroeger leefde hij als een beest (inf. 03452) vertaling: Vrogger leefd hij as een biest.
338 (y08c) Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 07618) vertaling: Doar leef hei as god in Frankriek
opm.: dav
338 (y08c) Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 03452) vertaling: Doar leefdn wij as god in Frankriek
338 (y08c) Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 02975) vertaling: wij hadd'n daor een leev'n as god in Frankrijk
opm.: dav
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 02975) vertaling: gieniene mag het zien ij dus ok niet
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 07618) vertaling: Gienien mag het zien dus ei ok niet
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03452) vertaling: Gienien mag t zien, dus vind ik dat ij het ok niet mugt zien.
340 (y08e) Het gebeurde toen je wegging (inf. 03452) vertaling: t gebeurde toen aj v?tgung'n
opm.: afwijkende vorm pronomen 2.ev.
340 (y08e) Het gebeurde toen je wegging (inf. 02975) vertaling: in tied daj weggung is t gebeurd
340 (y08e) Het gebeurde toen je wegging (inf. 07618) vertaling: Het gebeurd toen ei weg gung
341 (y08f) Ik weet waar je geboren bent (inf. 07618) vertaling: Ik weet woar ei geborn bint
341 (y08f) Ik weet waar je geboren bent (inf. 03452) vertaling: Ik wit waor aj geboren bint.
opm.: waar als - ja
341 (y08f) Ik weet waar je geboren bent (inf. 02975) vertaling: ik weet waor aj geboor'n bint
opm.: waar als - ja twijfelgeval voegwoordvervoeging 2.ev.
342 (y08g) Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 02975) vertaling: Non aj klaor bint maj weggaon
opm.: twijfelgeval voegwoordvervoeging 2.ev. nu als - ja
342 (y08g) Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 07618) vertaling: Ai kloar bint mai weg goan
opm.: als i.p.v. nu; twijfelgeval voegwoordvervoeging 2.ev.
342 (y08g) Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 03452) vertaling: Non aj kloarbint, muj gaon.
opm.: afwijkende vorm pronomen 2.ev. in bijzin. Twijfelgeval voegwoordvervoeging 2.ev. in hoofdzin.
343 (y08h) Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 03452) vertaling: Deurdat Marie st?rm was hef heur man Anna niet meer kun'n help'n
343 (y08h) Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 02975) vertaling: deurdat Marie overleed'n was hef heur man Anna niet mer kunn'n help'n
343 (y08h) Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 07618) vertaling: Deurdat Marie overleeden was hef heur man Anna niet meer kun helpn.
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03452) vertaling: Ik weet dat e is gaon zwemm'n
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 07618) komt voor: n
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
348 (y09b) Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 03452) komt voor: n
348 (y09b) Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 07618) komt voor: n
349 (y09c) Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 03452) komt voor: n
349 (y09c) Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 07618) komt voor: n
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 2
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 07618) komt voor: n
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 2
351 (y09e) Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 07618) komt voor: n
351 (y09e) Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 03452) komt voor: n
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 1
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 1
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 07618) komt voor: n
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 02975) komt voor: n
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 07618) komt voor: j
opm.: geen vertaling
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 07618) komt voor: n
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 02975) vertaling: Jao ze giet hen daan's
komt voor: n
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 02975) vertaling: Jao ze giet hen daan's
komt voor: n
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 02975) vertaling: jao zie heb eet'n had
komt voor: j
opm.: dav
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 07618) komt voor: n
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 02975) vertaling: jao zie heb eet'n had
komt voor: j
opm.: dav
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 02975) vertaling: jao dat hoes is te koop
komt voor: n
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 02975) vertaling: jao dat hoes is te koop
komt voor: n
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 07618) komt voor: n
357 (y10e) A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 02975) vertaling: Murg'n wil er iene langs kom'n
komt voor: j
357 (y10e) A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 07618) komt voor: n
357 (y10e) A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 02975) vertaling: Murg'n wil er iene langs kom'n
komt voor: j
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 02975) vertaling: Met zuk weer kun niet veul begun'n
komt voor: j
opm.: dav
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 07618) komt voor: n
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 02975) vertaling: Met zuk weer kun niet veul begun'n
komt voor: j
opm.: dav
360 (y11b) Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 07618) komt voor: n
360 (y11b) Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 02975) vertaling: as t kermis is komt elk in de bien'n
komt voor: n
360 (y11b) Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 02975) vertaling: as t kermis is komt elk in de bien'n
komt voor: n
361 (y11c) Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 02975) vertaling: umdat e mij bedreug'n hef wik hum nooit weerzien
komt voor: n
361 (y11c) Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 07618) komt voor: n
361 (y11c) Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 02975) vertaling: umdat e mij bedreug'n hef wik hum nooit weerzien
komt voor: n
362 (y11d) Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 02975) komt voor: n
362 (y11d) Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 07618) komt voor: n
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 07618) komt voor: n
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 02975) vertaling: gao i met mij en t voetball'n kiek'n
komt voor: n
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 02975) vertaling: gao i met mij en t voetball'n kiek'n
komt voor: n
365 (y11f) Hem is dood (inf. 07618) komt voor: n
365 (y11f) Hem is dood (inf. 02975) vertaling: hij is overleden
komt voor: n
365 (y11f) Hem is dood (inf. 02975) vertaling: hij is overleden
komt voor: n
364 (y11g) Is hem dood? (inf. 02975) komt voor: n
364 (y11g) Is hem dood? (inf. 07618) komt voor: n
366 (y11h) Haar is ziek (inf. 07618) komt voor: n
366 (y11h) Haar is ziek (inf. 02975) vertaling: zij is ziek
komt voor: n
366 (y11h) Haar is ziek (inf. 02975) vertaling: zij is ziek
komt voor: n
367 (y11i) Is haar ziek? (inf. 02975) komt voor: n
367 (y11i) Is haar ziek? (inf. 07618) komt voor: n
368 (y11j) Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 02975) vertaling: umdat hij mus waark mus zij de hele dag in hoes blievn
368 (y11j) Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 07618) komt voor: n
369 (y11k) Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 02975) vertaling: umdat sneeide kunn'n wij de stad niet oet
369 (y11k) Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 07618) komt voor: n
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 07618) fragment: die (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03452) fragment: die (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 02975) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03452) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 02975) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 07618) fragment: die (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03452) fragment: waarvan (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02975) fragment: waarvan (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 07618) fragment: die (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 07618) fragment: die (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03452) fragment: waarvan (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03452) fragment: dat die (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02975) fragment: waarvan (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02975) fragment: dat hij (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 07618) fragment: die (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03452) fragment: dat die (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02975) fragment: dat hij (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 07618) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 07618) fragment: die (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03452) fragment: (0)
opm.: vraagteken bij geplaatst
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02975) fragment: die (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 07618) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02975) fragment: waarvan (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 07618) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 07618) fragment: die (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02975) fragment: waarvan (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02975) fragment: die (2)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 07618) fragment: waar (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 02975) fragment: waar (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03452) fragment: waar (1)
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 03452) fragment: wie (1)
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 07618) fragment: wie (1)
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 02975) fragment: wie (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 07618) fragment: (2)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03452) fragment: waar (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 02975) fragment: (2)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 07618) fragment: waar (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03452) fragment: waar (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03452) fragment: (2)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 02975) fragment: waar (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 07618) fragment: waar (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 07618) fragment: (2)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03452) fragment: (2)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 02975) fragment: waar (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 02975) fragment: (2)
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 07618) fragment: die (1)
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03452) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 02975) fragment: wat (1)
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03452) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03452) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03452) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03452) fragment: die (1)
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 07618) fragment: die (1)
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 02975) fragment: die (1)
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 02975) fragment: wat (1)
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03452) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03452) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03452) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 07618) fragment: wat (1)
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03452) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 02975) fragment: die (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 07618) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03452) fragment: die (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 02975) fragment: die (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 02975) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03452) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 02975) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03452) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03452) fragment: die (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03452) fragment: wiens (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 07618) fragment: van (1)
opm.: waarschijnlijk verkeerd beantwoord
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 02975) komt voor: n
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 02975) vertaling: Piet denkt dat Jan en Marie op gienien kwaod bint
betekenis: negative concord
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 07618) vertaling:
opm.: Informant heeft het vraagnummer aangekruist; bedoeling onduidelijk.
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03452) vertaling: Piet denkt dat Jan en Marie op gienien kwaod bint.
betekenis: negative concord
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 02975) vertaling: Piet denkt dat Jan en Marie op gienien kwaod bint
betekenis: negative concord
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03452) vertaling: Piet denkt dat Jan en Marie op gienien kwaod bint.
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03452) vertaling: Wim denkt daw nooit iene een pries gift/geeft.
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 02975) vertaling: Wim denkt dat nooit an ien een pries geeft
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 07618) vertaling:
opm.: Informant heeft het vraagnummer aangekruist; bedoeling onduidelijk.
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03452) vertaling: Wim denkt daw nooit iene een pries gift/geeft.
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 02975) vertaling: Wim denkt dat nooit an ien een pries geeft
betekenis: negative concord
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03452) vertaling: 't is woar dat ze niet met Marie mucht proaten
betekenis: negatie > modaal
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 02975) vertaling: Het is waor ze mugt niet met Marie prootn
betekenis: negatie > modaal
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03452) vertaling: 't is woar dat ze niet met Marie mucht proaten
betekenis: negatie > modaal
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 02975) vertaling: Het is waor ze mugt niet met Marie prootn
betekenis: negatie > modaal
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 07618) vertaling:
opm.: Informant heeft het vraagnummer aangekruist; bedoeling onduidelijk.
389 (z03a) A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 02975) vertaling: in narg'nshoez'n
389 (z03a) A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 07618) vertaling: Nergens
389 (z03a) A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 03452) vertaling: Geld gruijt nargens an de boom.
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 03452) vertaling: Niemand / gienien
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 02975) vertaling: Jan onbekend
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 07618) vertaling: Gieneen
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 02975) vertaling: as paos'n en pinkster op ien dag valt
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 07618) vertaling: Weet ik niet
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03452) vertaling: nooit
390 (z03d) A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 02975) vertaling: zul ik niet weet'n
390 (z03d) A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 07618) vertaling: weet ik niet
390 (z03d) A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 03452) vertaling: niets - niks
391 (z03e) A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 03452) vertaling: Hij hef niet m?lken
391 (z03e) A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 02975) vertaling: die melk geeft
391 (z03e) A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 07618) vertaling: die
392 (z04a) Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 03452) vertaling: Zeg hem niet da'k hen boet'n west bin
392 (z04a) Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 07618) vertaling: Zeg niet dak hen boeten bin
392 (z04a) Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 02975) vertaling: vertel niet an hum dat ik en boet'n west bin
393 (z04b) Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 03452) vertaling: Niet vertel'n daj een cadeau veur hum koch hebt, heur
393 (z04b) Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 07618) vertaling: Niet zegn dai een cadeau kocht hebt
393 (z04b) Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 02975) vertaling: vertel no niet dat je een cadeau veur hum kocht hebt
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03452) vertaling: Wus'n ij niet dat e val'n is.
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 07618) vertaling: Wi niet dat e valn is
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 02975) vertaling: wus jij niet dat e val'n is
399 (z05a) Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 03452) vertaling: Wendy prebeerd um gienien zeer te doen.
399 (z05a) Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 07618) vertaling: Wendy probeert een zeer te doen
399 (z05a) Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 02975) vertaling: Wendie probeerd um gien ien zeer te doen
397 (z05b) 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 02975) vertaling: ze mag dunk mij niks eet'n
397 (z05b) 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 03452) vertaling: 't schient dat ze niks eet'n mag.
397 (z05b) 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 07618) vertaling: Hie mag niks eten
398 (z05c) Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 07618) vertaling: Hie schient niks te muggen eten
398 (z05c) Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 03452) vertaling: Ze schient niks te mug'n eet'n
399a (z05d) Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 03452) vertaling: Ze probeert al de hiele dag mekaar op te bellen
399a (z05d) Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 07618) vertaling: Zie probeert de hele dag al te bellen
399a (z05d) Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 02975) vertaling: ze probeert de hiele dag al um mekaar te bell'n
400 (z05e) Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 03452) vertaling: 't belooft weer een mooie dag te word'n
400 (z05e) Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 07618) vertaling: Het belooft weer een mooie dag te wordn
400 (z05e) Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 02975) vertaling: het wordt vast weer een mooie dag
401 (z05f) 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 07618) vertaling: 't is beter um nog even te wachtn
401 (z05f) 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 02975) vertaling: nog eem wacht'n dat is misschien wal beter
401 (z05f) 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 03452) vertaling: 't is misschien beter um nog eem te wacht'n
402 (z05g) We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 03452) vertaling: Wij hadd'n 't geluk um hum direkt weer te vind'n
402 (z05g) We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 07618) vertaling: We hadden geluk u hum weer te vinden
402 (z05g) We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 02975) vertaling: wij hebt geluk had daw al gauw weer vund'n hebt
404 (z06a) Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 03452) vertaling: As de hoender een valk ziet, bint ze bang
404 (z06a) Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 07618) vertaling: Als de kipn un valk ziet bint ze bang
404 (z06a) Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 02975) vertaling: as de kipp'n een valk ziet bint ze op t onstuur
405 (z06b) Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 03452) vertaling: As wij de eerappels niet kunt verkopen, zit wij in de probleem'n
405 (z06b) Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 07618) vertaling: Als wi de eerpel niet kunt verkopn zit wi in de problemen
405 (z06b) Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 02975) vertaling: as wij de erpel niet kwiet kunt kom wij in de narigheid
406 (z06c) Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 03452) vertaling: Aj hum niet met nimt wor ik kwaod / hellig.
opm.: twijfelgeval voegwoordcongruentie 'als'
406 (z06c) Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 07618) vertaling: Aim niet met nimt word ik kwoad
opm.: twijfelgeval voegwoordcongruentie 'als'
406 (z06c) Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 02975) vertaling: as ij hum niet metnemt wor ik kwaod
407 (z06d) Hij wist he(n)t (inf. 03452) vertaling: Hie wus 't
407 (z06d) Hij wist he(n)t (inf. 07618) vertaling: Hi wust
407 (z06d) Hij wist he(n)t (inf. 02975) vertaling: hij wust wal
408 (z06e) Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 03452) vertaling: Op dit feest wordt veul danst
408 (z06e) Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 07618) vertaling: Op dit feest wod ful danst
408 (z06e) Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 02975) vertaling: op dit feest wordt er veul daanst
409 (z06f) Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 03452) vertaling: Non wordt er all?n nog maar brood verkocht in die winkel
409 (z06f) Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 07618) vertaling: Er word allen stoet verkocht in de winkel
409 (z06f) Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 02975) vertaling: er wordt allen nog mar brood verkocht in dezze winkel
410 (z06g) Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 03452) vertaling: As e met de fiets komp, zale wal laat weez'n.
410 (z06g) Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 07618) vertaling: As hij op de fiets komt zal u wal laat wezen
410 (z06g) Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 02975) vertaling: as e met de fiets komt is e vast laat
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 03452) vertaling: Aj tied hebt kom dan ies een keer langs.
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 07618) vertaling: Ai tied hebt kom dan ies langs
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 02975) vertaling: kom es een keer langs aij tied hebt
413a (z06i) Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 03452) vertaling: A'k riekbin, koop ik 'n dure auto
opm.: twijfelgeval voegwoordcongruentie 'als'
413a (z06i) Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 07618) vertaling: Ak riek bin koop ik een dure auto
opm.: twijfelgeval voegwoordcongruentie 'als'
413a (z06i) Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 02975) vertaling: as ik riek bin koop ik ok een dure auto
881 (z07(i)) Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 02975) komt voor: n
881 (z07(i)) Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 03452) komt voor: n
881 (z07(i)) Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 07618) komt voor: n
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 07618) komt voor: n
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 02975) vertaling: misschien krieg ik t wal
komt voor: n
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03452) komt voor: n
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 02975) vertaling: misschien krieg ik t wal
komt voor: n
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 03452) komt voor: n
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 02975) vertaling: duur ij daor op drukk'n
komt voor: n
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 07618) komt voor: n
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 02975) vertaling: duur ij daor op drukk'n
komt voor: n
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 02975) vertaling: duur ij hum oet nudig'n
komt voor: n
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 03452) komt voor: n
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 07618) komt voor: n
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 02975) vertaling: duur ij hum oet nudig'n
komt voor: n
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 07618) komt voor: n
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 02975) vertaling: duur ij ze oet nudig'n
komt voor: n
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 03452) komt voor: n
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 02975) vertaling: duur ij ze oet nudig'n
komt voor: n
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 03452) komt voor: n
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 02975) vertaling: is Pol hier west
komt voor: n
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 07618) komt voor: j
opm.: geen vertaling
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 02975) vertaling: is Pol hier west
komt voor: n
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 02975) vertaling: hoe hef Pol dat oplust
komt voor: n
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 02975) vertaling: hoe hef Pol dat oplust
komt voor: n
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 03452) komt voor: n
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 07618) komt voor: j
opm.: geen vertaling
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 02975) vertaling: hej mij die brief toe stuurt
komt voor: n
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 07618) komt voor: j
opm.: geen vertaling
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 02975) vertaling: hej mij die brief toe stuurt
komt voor: n
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 03452) komt voor: n
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 03452) komt voor: n
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 02975) vertaling: ik heb t an hum gev'n
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 07618) komt voor: n
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 02975) vertaling: van de week leeft ze op water en brood
komt voor: n
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 03452) komt voor: n
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 02975) vertaling: van de week leeft ze op water en brood
komt voor: n
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 07618) komt voor: j
opm.: geen vertaling
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 02975) vertaling: Marie hef zegt dat jij een liedtie probeert hebt te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 02975) vertaling: Marie hef zegt dat jij een liedtie probeert hebt te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03452) vertaling: Marie hef zegt daj probeert hebt een liedtie te zing'n
opm.: 'wijkt toch af van uw voorbeelden?'
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 07618) vertaling: Marie hef zegt dai probeert hebt un lietie te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 07618) vertaling: Marie hef zegt dai probeert hebt un lietie te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03452) vertaling: Marie hef zegt, da'j probeert hebt een liedtie te zingen.
opm.: 'wijkt toch af van uw voorbeelden?'
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 07618) vertaling: Marie hef probeert een lietien te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 07618) vertaling: Marie hef probeert een lietien te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 02975) vertaling: Marie hef verteld da j probeerd hebt een liedtie te zing'n
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 02975) vertaling: Marie hef verteld da j probeerd hebt een liedtie te zing'n
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03452) vertaling: Marie hef zegt, da'j probeert hebt een liedtie te zingen.
opm.: 'wijkt toch af van uw voorbeelden?'
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03452) vertaling: Marie hef zegt daj probeert hebt een liedtie te zing'n
opm.: 'wijkt toch af van uw voorbeelden?'
549 (z08(v)) Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. 02975) vertaling: Marie hef verteld da j probeerd hebt een boek an heur te geev'n
549 (z08(v)) Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. 03452) vertaling: Marie hef zegt, daj probeert hebt heur 'n boek te geev'n.
549 (z08(v)) Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. 07618) vertaling: Marie hef zegt dai probeert hebt hum een boek te geem
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 07618) komt voor: n
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 07618) komt voor: j
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
537 (z08c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 07618) komt voor: n
537 (z08c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 02975) komt voor: n
537 (z08c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 03452) komt voor: n
604a (z08d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 02975) komt voor: n
604a (z08d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 03452) komt voor: n
604a (z08d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 07618) komt voor: n
547 (z08e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 07618) komt voor: n
547 (z08e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 02975) komt voor: n
547 (z08e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 03452) komt voor: n
543 (z08f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 07618) komt voor: n
543 (z08f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 02975) komt voor: n
543 (z08f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 03452) komt voor: n
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 07618) komt voor: j
440 (z09a) Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 03452) vertaling: Die van de stad hebt hier veul hoez'n bouwt
440 (z09a) Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 07618) vertaling: Die van de stad hebt vuul hoezn bouwt
440 (z09a) Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 02975) vertaling: Lui oet de stad hebt hier veul hoez'n bouwt
441 (z09b) Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 02975) vertaling: an die nije vaort zie gien mens meer
441 (z09b) Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 03452) vertaling: An die nije voart, doar zie'j geen m?ns meer.
441 (z09b) Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 07618) vertaling:
opm.: streep door vraag
442 (z09c) Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 07618) vertaling: Gister is Jan hier weest
442 (z09c) Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 02975) vertaling: Jan is hier gister'n nog west
442 (z09c) Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 03452) vertaling: Gister'n is Jan hier west
443 (z09d) De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 03452) vertaling: De dag dat Jan belde was ik niet in hoes
443 (z09d) De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 07618) vertaling: De dag dat Jan belde was ik niet in hoes
443 (z09d) De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 02975) vertaling: de dag dat Jan belde was ik niet in hoes
444 (z09e) Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 02975) vertaling: Jef zul ik nooit oetnug'n
444 (z09e) Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 03452) vertaling: Jef, die zul ik nooit uut neudigen.
444 (z09e) Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 07618) vertaling: Jef die zul ik niet oetnugn
445 (z09f) Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 03452) vertaling: Marie, die zul zowat nooit doen.
445 (z09f) Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 07618) vertaling: Marie die zul dat niet doen
445 (z09f) Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 02975) vertaling: Marie zul zoiets nooit doen
446 (z09g) Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 03452) vertaling: Bert, die drinkt wal ies 'n glas te veul
446 (z09g) Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 07618) vertaling: Bert drinkt wal ies een glas te veul
446 (z09g) Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 02975) vertaling: Bert drinkt wal ies een glas te veul
447 (z09h) Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 02975) vertaling: Martha zul ik wal ies bij oes will'n oet nuug'n
447 (z09h) Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 03452) vertaling: Martha, die zol ik wal ies bij mij thuus wil'n uutneudigen
447 (z09h) Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 07618) vertaling: Martha die zul ik wal ies bej mi out neudig
448 (z09i) Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 03452) vertaling: Dat hoes, dat zul ik nooit wil'n koop'n
448 (z09i) Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 07618) vertaling: Dat hoes zul ik nooit koopn
448 (z09i) Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 02975) vertaling: dat hoes zul ik nooit koop'n
449 (z09j) Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 03452) vertaling: Dat hoes dat stiet doar al vieftig joar.
449 (z09j) Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 07618) vertaling: Dat hoes stied al vieftig joar
449 (z09j) Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 02975) vertaling: dat hoes stiet daor al vieftig jaar
000 (z09opm) (inf. 03452) opm. inf.:
opm.: Informant merkt op dat de herhalende pronomina optioneel zijn.
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 07618) komt voor: j
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 07618) komt voor: n
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 02975) komt voor: n
453 (z10(i)c) Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 03452) komt voor: n
453 (z10(i)c) Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 02975) komt voor: n
453 (z10(i)c) Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 07618) komt voor: n
454 (z10(i)d) Ze hebben geweest naar de markt (inf. 07618) komt voor: n
454 (z10(i)d) Ze hebben geweest naar de markt (inf. 03452) komt voor: n
454 (z10(i)d) Ze hebben geweest naar de markt (inf. 02975) komt voor: n
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 07618) komt voor: j
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
457 (z10(ii)b) Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 03452) komt voor: n
457 (z10(ii)b) Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 02975) komt voor: n
457 (z10(ii)b) Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 07618) komt voor: n
458 (z10(ii)c) Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 07618) komt voor: n
458 (z10(ii)c) Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 03452) komt voor: n
458 (z10(ii)c) Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 02975) komt voor: n
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 07618) komt voor: j
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
462 (z10(iii)b) Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 07618) komt voor: n
462 (z10(iii)b) Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 03452) komt voor: n
462 (z10(iii)b) Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 02975) komt voor: n
464 (z10(iii)c) Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 07618) komt voor: n
464 (z10(iii)c) Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 03452) komt voor: n
464 (z10(iii)c) Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 02975) komt voor: n
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 07618) komt voor: j
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
467 (z10(iv)b) Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 03452) komt voor: n
467 (z10(iv)b) Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 02975) komt voor: n
467 (z10(iv)b) Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 07618) komt voor: n
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 07618) komt voor: j
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 3
470 (z10(v)b) Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 03452) komt voor: n
470 (z10(v)b) Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 02975) komt voor: n
470 (z10(v)b) Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 07618) komt voor: n
471 (z10(v)c) Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 03452) komt voor: n
471 (z10(v)c) Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 02975) komt voor: n
471 (z10(v)c) Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 07618) komt voor: n
472 (z11a) En heeft Gunther gebeld? (inf. 03452) vertaling: Hef Gunther belt
472 (z11a) En heeft Gunther gebeld? (inf. 07618) vertaling: Hef Gunther belt
472 (z11a) En heeft Gunther gebeld? (inf. 02975) vertaling: Hef Gunther belt
473 (z11b) En pas op! (inf. 03452) vertaling: Pas op!
473 (z11b) En pas op! (inf. 03452) vertaling: Pas op!
473 (z11b) En pas op! (inf. 03452) vertaling: Oppas'n
473 (z11b) En pas op! (inf. 07618) vertaling: Pas op
473 (z11b) En pas op! (inf. 02975) vertaling: oppass'n
473 (z11b) En pas op! (inf. 03452) vertaling: Oppas'n
474 (z11c) 't En was maar net goed genoeg (inf. 07618) vertaling: 't is maa net genog
474 (z11c) 't En was maar net goed genoeg (inf. 02975) vertaling: dit was nog mar net goed genog
474 (z11c) 't En was maar net goed genoeg (inf. 03452) vertaling: t was mar net goed genog
475 (z11d) Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 03452) vertaling: Marjo jef non meer koen'n dan ze vr?gger h?.
475 (z11d) Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 07618) vertaling: Majo hef no meer koen as vr?ger
475 (z11d) Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 02975) vertaling: Marjo hef non mer koe'n as vroeger
476 (z11e) Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 03452) vertaling: As Susanne har kun'n kom'm ha ze dat doan
476 (z11e) Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 07618) vertaling: As Susanne kom kun hadde dat doan
476 (z11e) Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 02975) vertaling: as Susanne kunt har was ze wal ko'm
477 (z11f) Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 03452) vertaling: Ze is de beste dokter die 'k ken
477 (z11f) Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 07618) vertaling: Zij is de best dokter die ik ken
477 (z11f) Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 02975) vertaling: Zij is de beste dokter die ik ken
478 (z11g) Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 03452) vertaling: Veurdaj wat weggooit, moej eerst eem bel'n.
478 (z11g) Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 07618) vertaling: Veur da't weg gooit moei even bellen
478 (z11g) Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 02975) vertaling: Veur da j wat weg gooit moej eerst eem bell'n
479 (z11h) Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 03452) vertaling: Hier is alles wa'k kreeg'n heb.
479 (z11h) Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 07618) vertaling: dit is alles wat ak krege hebt
479 (z11h) Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 02975) vertaling: dat is alles wat ik kreeg'n heb
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 03452) vertaling: Jan is te gierig um wat an zien kinder te geev'm
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 07618) vertaling: Jan is te gierig um wat an de kinder geem
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 02975) vertaling: Jan is te zunig um wat an zien kinder te geev'n
481 (z11j) Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 03452) vertaling: Asof ie wat van voetbal'm weet.
481 (z11j) Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 07618) vertaling: As of iei wat van voetbaln weet
481 (z11j) Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 02975) vertaling: denk mar niet daj wal van voetval'n of wit
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 03452) vertaling: Leg dat boek neer
opm.: '?'
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 07618) vertaling: Leg neer dat boek
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 02975) vertaling: dat boek moej hen legg'n
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 03452) vertaling: Aj echt niet kunt wacht'n, dan kom mar.
opm.: twijfelgeval voegwoordvervoeging na 'als' 2.ev.
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 07618) vertaling: Ai echt niet kunt wachtn kom dan maar
opm.: twijfelgeval voegwoordvervoeging na 'als' 2.ev.
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 02975) vertaling: aj niet langer wacht'n kunt kom hier dan mar hen
opm.: twijfelgeval voegwoordvervoeging na 'als' 2.ev.
488 (z12a) Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 02975) vertaling: Jan hef de dokter wal kunn'n roep'n
488 (z12a) Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 03452) vertaling: 'k wit dat Jan de dokter har kun'n roep'n
488 (z12a) Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 07618) vertaling: Ik wus dat Jan de dokter had kunnen roepn
489 (z12b) Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. 03452) vertaling: 'k weet dat Jan de dokter kun roep'n heb'n
490 (z12c) Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 07618) vertaling: Hei zee dak't had moetn doen
490 (z12c) Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 03452) vertaling: Hie zee dat ik het had moet'n doen.
490 (z12c) Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 02975) vertaling: hij zee dat ik dat wal doon mus hebb'n
491 (z12d) Hij zei dat ik het moest gedaan hebben (inf. 03452) vertaling: Hie zee dat ik het daon mus hebb'n
492 (z12e) Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 03452) vertaling: Hie is veurige week deur dokter Mertens opereerd
492 (z12e) Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 07618) vertaling: Hei is vurige week deur dokter Mertens opereerd
492 (z12e) Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 02975) vertaling: hij is vleen week deur dokter Mertens oppereerd
493 (z12f) Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 02975) vertaling: hij zal murg'n deur dokter Mertens oppereerd word'n
493 (z12f) Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 03452) vertaling: Hie word m?rgn deur dokter Mertens opereerd.
493 (z12f) Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 07618) vertaling: Hei wordt murgen deur dokter Mertens opereerd
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 07618) positie: 1
opm.: geen vertaling
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 02975) vertaling: ik denk da j veul weg moet gooien
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03452) vertaling: Ik denk da'j veul weg moet gooi'n
positie: 1
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03452) vertaling: Ik denk da'j veul weg moet gooi'n
positie: 1
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 07618) positie: 1
opm.: geen vertaling
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 02975) vertaling: ik vind dom um zukke dure ding'n weg te gooi'n
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03452) vertaling: t is dom um zukke dure ding'n weg te gooien
positie: 1
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03452) vertaling: t is dom um zukke dure ding'n weg te gooien
positie: 1
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03452) vertaling: Hie is alle kapotte spullen an 't weggooien
positie: 2
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03452) vertaling: Hie is alle kapotte spullen an 't weggooien
positie: 2
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 07618) positie: 2
opm.: geen vertaling
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 02975) vertaling: alle kapotte spull'n is an t weggooi'n
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 07618) positie: 3
opm.: geen vertaling
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 02975) vertaling: ik vin daj wat vaker de kraant leze'n moet
positie: 1
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03452) vertaling: Ik vin daj vaker (de) krant moet leez'n
positie: 1
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 02975) vertaling: ik vin daj wat vaker de kraant leze'n moet
positie: 1
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03452) vertaling: Ik vin daj vaker (de) krant moet leez'n
positie: 1
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 02975) vertaling: het is dom in 't donker de kraant te leze'n
positie: 1
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 07618) positie: 2
opm.: geen vertaling
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03452) vertaling: 't is dom um in t donker (de) kraant te leez'n
positie: 1
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 02975) vertaling: het is dom in 't donker de kraant te leze'n
positie: 1
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03452) vertaling: 't is dom um in t donker (de) kraant te leez'n
positie: 1
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03452) vertaling: Hie is de hiele dag an 't kraant leez'n
positie: 2
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 02975) vertaling: hij zit de hiele dag inde kraant te kiek'n
positie: 2
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03452) vertaling: Hie is de hiele dag an 't kraant leez'n
positie: 2
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 07618) positie: 2
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 02975) vertaling: hij zit de hiele dag inde kraant te kiek'n
positie: 2
509 (z14a) Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 03452) fragment: door (1)
509 (z14a) Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 02975) fragment: door (1)
509 (z14a) Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 07618) fragment: door (1)
507 (z14b) Ze hebben aan hem laten lachen (inf. 03452) fragment: - (1)
507 (z14b) Ze hebben aan hem laten lachen (inf. 07618) fragment: om (1)
508 (z14c) Ze hebben aan hem laten vallen omdat hij zijn werk niet goed deed (inf. 07618) fragment: daarom (1)
508 (z14c) Ze hebben aan hem laten vallen omdat hij zijn werk niet goed deed (inf. 03452) fragment: - (1)
506 (z14d) Heb jij aan Jan gezien? (inf. 03452) fragment: - (1)
506 (z14d) Heb jij aan Jan gezien? (inf. 07618) fragment: ook (1)
510 (z14e) Heb jij aan mijn portefeuille gezien? (inf. 02975) fragment: ook (1)
510 (z14e) Heb jij aan mijn portefeuille gezien? (inf. 07618) fragment: doar (1)
512 (z15a) Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 03452) komt voor: n
512 (z15a) Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 07618) komt voor: n
512 (z15a) Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 02975) komt voor: n
513 (z15b) Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 02975) komt voor: n
513 (z15b) Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 03452) komt voor: n
513 (z15b) Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 07618) komt voor: n
514 (z15c) Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 07618) komt voor: n
514 (z15c) Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 02975) komt voor: n
514 (z15c) Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 03452) komt voor: n
515 (z15d) Jij bent ook een rare een(e) (inf. 03452) komt voor: n
515 (z15d) Jij bent ook een rare een(e) (inf. 07618) komt voor: n
515 (z15d) Jij bent ook een rare een(e) (inf. 02975) komt voor: n
516 (z16a) Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 03452) vertaling: Robert hef ien gr?ne appel weggeev'n, en non hef e nog twie rooien.
516 (z16a) Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 02975) vertaling: Robert hef ien grune appel weg geevn hij hef nou nog twie rooie
516 (z16a) Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 07618) vertaling: Robert hef een greune appel weggeem en nou hef hij nog twie rooien
412 (z16b) Er waren veel mensen op het feest (inf. 07618) vertaling: Der waarn veul mensen op het feest
412 (z16b) Er waren veel mensen op het feest (inf. 03452) vertaling: Der waar'n veul mens'n op 't feest.
412 (z16b) Er waren veel mensen op het feest (inf. 02975) vertaling: Daor waar'n veul mense'n op t feest
413 (z16c) Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 03452) vertaling: Waar'n der veul mens'n op 't feest?
413 (z16c) Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 02975) vertaling: Waar'n er veul mense'n op t feest
413 (z16c) Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 07618) vertaling: Waarn der veul mens op het feest
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 07618) vertaling: Wat veur boek hej kocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 07618) vertaling: Wat hei veur boeken kocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03452) vertaling: Wat veur boek'n he'j kocht.
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02975) vertaling: wat veur boek'n hej kocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 07618) vertaling: Wat hei veur boeken kocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03452) vertaling: Wat veur boek'n he'j kocht.
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02975) vertaling: wat veur boek'n hej kocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03452) vertaling: Wat he'j veur boek'n kocht.
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02975) vertaling: -
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 07618) vertaling: Wat veur boek hej kocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03452) vertaling: Wat he'j veur boek'n kocht.
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02975) vertaling: -
521 (z16e) Hij woont bij Marietje (inf. 07618) vertaling: Hei woont bij Marietje
521 (z16e) Hij woont bij Marietje (inf. 03452) vertaling: Hie woont bij Marietje
521 (z16e) Hij woont bij Marietje (inf. 02975) vertaling: hij woont bij Marietje
522 (z16f) Hij woont bij Wim (inf. 03452) vertaling: Hie woont bij Wim.
522 (z16f) Hij woont bij Wim (inf. 02975) vertaling: hij woont bij Wim
522 (z16f) Hij woont bij Wim (inf. 07618) vertaling: Hei woont beij Wim
523 (z16g) Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 07618) vertaling: Loop even hen de bakker Wim
523 (z16g) Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 03452) vertaling: Loop eem hen de bakker Wim.
523 (z16g) Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 02975) vertaling: Wim loop eem hen de bakker
524 (z16h) Wie heb je gezien? (inf. 07618) vertaling: Wel hei zien
524 (z16h) Wie heb je gezien? (inf. 03452) vertaling: Wel hej zien?
524 (z16h) Wie heb je gezien? (inf. 02975) vertaling: wat hej zien
525 (z16i) Wie heeft jou gezien? (inf. 03452) vertaling: Wel hef je zien
525 (z16i) Wie heeft jou gezien? (inf. 02975) vertaling: wel hef jou zien
525 (z16i) Wie heeft jou gezien? (inf. 07618) vertaling: Wel hef je zien
527 (z16j) Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 07618) vertaling: Ak dat weetn ha dan hak dat niet doan
527 (z16j) Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 03452) vertaling: As ik dat weet'n had, hak et niet daon.
527 (z16j) Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 02975) vertaling: as ik dat weet'n har wa'k er niet an begunt
528 (z16k) 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 07618) vertaling: 't Zul beter weesn um even te wachtn
528 (z16k) 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 03452) vertaling: t Zul beter weed'n um nog eem te wacht'n
528 (z16k) 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 02975) vertaling: zult ok beter wee'zn nog eem te wacht'n
882 (z16l) Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 02975) vertaling: gelukkig har Jan de dokter belt en die was er ok al gauw
882 (z16l) Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 03452) vertaling: Gelukkig had Jan de dokter belt en die was der al hiel gauw.
882 (z16l) Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 07618) vertaling: Gelukkig had Jan de dokter belt en die kwam al gauw
883 (z16m) Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 07618) vertaling: Loop toch deur verveelnde jong
883 (z16m) Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 02975) vertaling: deurloop'n jong's
883 (z16m) Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 03452) vertaling: Loop nouw toch deur verveelnde jongs.
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 5
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 4
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 07618) komt voor: j
gebr.: 5
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 02975) komt voor: n
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03452) komt voor: n
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 07618) komt voor: n
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 1
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 07618) komt voor: n
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 02975) komt voor: j
gebr.: 5
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03452) komt voor: j
gebr.: 1
545 (z17d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 07618) komt voor: n
545 (z17d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 03452) komt voor: n
536 (z17e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 07618) komt voor: n
536 (z17e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 03452) komt voor: n
605a (z17f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 07618) komt voor: n
605a (z17f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 03452) komt voor: n
548 (z17g) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 07618) komt voor: n
548 (z17g) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 03452) komt voor: n
542 (z17h) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 07618) komt voor: n
542 (z17h) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 03452) komt voor: n

interview mondelinge enquête

sprekertekstcommentaar 
geen interview gehouden in Zweeloo

data telefonische enquête

zinsnr.testzininstructieantwoorden
geen data telefonische enquête in Zweeloo