SAND-data Sijbekarspel (E029p)

schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête

data schriftelijke enquête

zinsnr.testzinantwoorden
035 (x01a) Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 03461) vertaling: Jan herinnert hem dat verhaal nog wel
opm.: reflexief: hem
036 (x01b) Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 03461) vertaling: Marie en Piet zien elkaar bai de kerk
037 (x01c) Toon wast ... (inf. 03461) vertaling: Toon wast 'm
opm.: reflexief: hem
038 (x01d) De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 03461) vertaling: De timmerman het geen spijkers bij 'm
opm.: reflexief: hem
039 (x01e) Fons zag een slang naast ... (inf. 03461) vertaling: Fons zag een slang naast 'm
opm.: reflexief: hem
040 (x01f) Erik liet mij voor zich werken (inf. 03461) vertaling: Erik liet moi voor 'm werken
opm.: reflexief: hem
041 (x01g) Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 03461) vertaling: Johanna liet d'r meedrijven op de golven
opm.: reflexief: haar
042 (x01h) Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 03461) vertaling: Toon bekeek er zelf is goed in de spiegel
opm.: reflexief: hemzelf of reflexief: hij zelf
043 (x01i) Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 03461) vertaling: Jan het in twee minuten een biertje dronken
044 (x01j) Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 03461) vertaling: Deze schoenen lopen makkelijk
045 (x01k) Eduard kent zichzelf goed (inf. 03461) vertaling: Eduard kent 'm zelf goed
opm.: reflexief: hemzelf
046 (x01l) Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 03461) vertaling: Ward heeft hoord dat er foto's van hem in de etalage staan
opm.: reflexief: hem
047 (x01m) Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 03461) vertaling: Die eerpels schillen niet makkelijk
052 (x02a) Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 03461) vertaling: Dokter, leef ik wel gezond genog?
054 (x02b) Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 03461) vertaling: Al jaren leeft ie van de erfenis van zijn vader
058 (x02d) Leeft het nog? (inf. 03461) vertaling: Leeft het nag?
060 (x02e) Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 03461) vertaling: Hoelang leven jullie nou al van die erfenis?
064 (x02g) Na het eten ga ik slapen (inf. 03461) vertaling: Nei 't ete gaan ik een tukkie vange
065 (x02h) Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 03461) vertaling: Zou ik dat wel kennen doen?
066 (x02i) Hij liet zijn huis afbreken (inf. 03461) vertaling: Hai liet z'n huis afbreke
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03461) vertaling: Ik weet dat jan hard werke kends't moet
komt voor: n
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03461) vertaling: Ik weet dat jan hard werke kends't moet
komt voor: n
076 (x03b) Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 03461) komt voor: n
078 (x03c) Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 03461) komt voor: n
079 (x03d) Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 03461) komt voor: n
081 (x03e) Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 03461) komt voor: n
083 (x03f) Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 03461) komt voor: n
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
133 (x05a) Jan heeft geeneen boek meer (inf. 03461) vertaling: jan is al z'n boeke kwoit
135 (x05c) Boeken heeft Jan geen (inf. 03461) vertaling: Boeken het jan niet
136 (x05d) Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 03461) vertaling: Jan het niet veel geld meer
144 (x05e) Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03461) vertaling: Verder niet over prate
139 (x05g) Niemand zegt dat hij komt niet (inf. 03461) vertaling: Gien mens zeid dat ie komt
140 (x05h) Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 03461) vertaling: Zitte hier nag muize ok
141 (x05i) Ik geef niets aan een ander niet (inf. 03461) vertaling: ik geef niks aan een aar
142 (x05j) Niemand wil niet werken niet (inf. 03461) vertaling: gien mens wul werke
145 (x05m) Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03461) vertaling: Hij mag met gien mens spreken niet over dit probleem
155 (x06) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 03461) vertaling: Jan weet dat ie voor drie?n de wagen maakt hebben moet
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
162 (x07a) Maries auto is kapot (inf. 03461) vertaling: Meries d'r auto is kapot
165 (x07d) Piet z'n/se auto is kapot (inf. 03461) vertaling: Piet z'n auto is kapot
167 (x07f) Die man zijn/se auto is kapot (inf. 03461) vertaling: Die man zijn auto is kapot
168 (x07g) Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 03461) vertaling: die auto is niet van moin, maar van hem
169 (x07h) Gisterens krant ligt onder de TV (inf. 03461) vertaling: De krant van guster leit onder de TV
170 (x07i) Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 03461) vertaling: Jan is Karolien en Kristien hun broertje
171 (x07j) Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 03461) vertaling: De fietse van die joos benne stolen
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 03461) vertaling: dat is Wum z'n auto
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 03461) vertaling: Die fiets is van moin
178 (x08a) Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03461) vertaling: Hij mag hier met gien mens over prate
179 (x08b) Ik wil niemand niet kwetsen niet (inf. 03461) vertaling: ik wul gien mens bezere
180 (x08c) Het is jammer dat wij komen niet en mogen (inf. 03461) vertaling: Het is jammer dat wij komme magge
181 (x08d) Dat niet en ga ik doen (inf. 03461) vertaling: Dat ga ik niet doen
182 (x08e) (Heb je hard gewerkt?) Niet heb ik gewerkt (inf. 03461) vertaling: Ik heb niks dein
183 (x08f) Niet had hij het verteld of Marie begon te huilen (inf. 03461) vertaling: Hai had het mag maar net zoid of Marie begon te huilen
184 (x08g) Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. 03461) vertaling: Gaan die bestelling nou maar ophalen
185 (x08h) Hij en werkt (inf. 03461) vertaling: Hai werkt niet
186 (x08i) Je weet dat niemand hier binnen mag, dus ik verbied je nog een keer om hier niet te komen (inf. 03461) vertaling: Ik verbied je om hier te kommen
187 (x08j) Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 03461) vertaling: Jan hield het teugen dat we Merie belden
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03461) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03461) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03461) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03461) fragment: te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03461) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03461) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03461) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03461) fragment: (2)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03461) fragment: om te (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03461) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03461) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03461) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03461) fragment: (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03461) fragment: (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03461) fragment: 2: te (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03461) fragment: 2: te (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03461) fragment: (2)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03461) fragment: as (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03461) fragment: as (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03461) fragment: as (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03461) fragment: dan (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03461) fragment: as (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 03461) fragment: te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03461) fragment: te (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03461) fragment: of (1)
204 (x10a) Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 03461) vertaling: ik weet dat jullie op gien mens kwaad benne
205 (x10b) Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 03461) vertaling: Ik weet dat ze op niks trots is
206 (x10c) Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 03461) vertaling: Els denkt dat 't niet makkelijk is
208 (x10e) Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 03461) vertaling: Je weet toch dat jij moete werken en ik niet
209 (x10f) Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 03461) vertaling: Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zai bloive magge
241 (y01(iii)h) A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 03461) komt voor: j
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03461) fragment: van wie de (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03461) fragment: weer (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03461) fragment: (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03461) fragment: weer ze op zaten (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03461) fragment: weer ze op zaten (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03461) fragment: (2)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03461) fragment: wat (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03461) fragment: die (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03461) fragment: weer (1)
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03461) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03461) fragment: toen (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03461) fragment: toen (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03461) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03461) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03461) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03461) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03461) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03461) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03461) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03461) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03461) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03461) fragment: wie teveel (1)
260 (y03a) Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03461) vertaling: Wie denk je dat ik in de stad teugen kwam?
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03461) vertaling: Wat denken jullie dat ze het oplost hewwe?
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03461) vertaling: Hai het z'n handen wassen
268 (y04b) Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 03461) vertaling: Hai het z'n hemd wassen
269 (y04c) Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 03461) vertaling: Hai het een hoed op z'n hoofd
270 (y04d) Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 03461) vertaling: hai het een vlek op z'n hemd
271 (y04e) Hij heeft zijn been gebroken (inf. 03461) vertaling: Hai het z'n bien breken
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 03461) vertaling: Ze hep d'r puur zeer dein
opm.: reflexief: haar
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 03461) vertaling: Marie trok de deken nei d'r toe
opm.: reflexief: haar
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 03461) vertaling: Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop binne
274 (y04i) Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 03461) vertaling: Je wete toch nag wel dat we toen deur dat bos lope benne
277 (y04j) Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 03461) vertaling: Ik weet nag dat de auto van Marie kapot was
280 (y04k) Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 03461) vertaling: Ze weet nag dat ie as een varken zat te eten
283 (y04l) Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 03461) vertaling: we weten nog dat ze alle boeken van Jan stolen hadden, maar zullie wiste dat niet meer
286 (y04m) Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 03461) vertaling: Weet je nag dat we Jan op markt zien hebbe
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 03461) vertaling: Hij heb 'm een ongeluk werkt
opm.: reflexief: hem
290 (y04o) Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 03461) vertaling: Hij voelde dat ie er deur ging
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03461) vertaling: Zou ie dat redt hewwe
opm.: dav
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03461) vertaling: Zou ied dat weten hewwe
opm.: dav
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03461) vertaling: Zou ied dat weten hewwe
opm.: dav
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03461) vertaling: Zou ie dat redt hewwe
opm.: dav
877 (y05(i)) Hij heeft dat nooit gekund (inf. 03461) fragment: kennen (1)
878 (y05(ii)) Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 03461) fragment: dein (1)
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 03461) komt voor: n
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 03461) komt voor: n
298 (y05(iii)c) Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 03461) komt voor: n
299 (y05(iii)d) Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 03461) komt voor: n
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 03461) komt voor: n
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 1
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 1
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 03461) komt voor: n
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 03461) komt voor: n
304 (y05(iii)i) Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 03461) komt voor: n
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 03461) komt voor: n
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 03461) komt voor: n
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 03461) komt voor: n
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03461) komt voor: n
310 (y06b) Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 03461) komt voor: n
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 03461) komt voor: n
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03461) vertaling: Ik denk hij is weg
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 03461) vertaling: Ik weet dat hij weg is
komt voor: j
opm.: dav
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 03461) vertaling: Ik weet dat hij weg is
komt voor: j
opm.: dav
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 03461) vertaling: Ik weet hij is weg
komt voor: j
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 03461) vertaling: Ik weet hij is weg
komt voor: j
316 (y06g) Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 03461) komt voor: n
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03461) komt voor: n
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 03461) vertaling: Kaas maken weet ik niks van
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03461) komt voor: n
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03461) vertaling: Ik heb de eerste drie sommen maakt. Welke heb jij maakt?
opm.: dav
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03461) komt voor: n
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03461) vertaling: Die zou ik niet opeten
opm.: dav
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 03461) komt voor: n
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03461) vertaling: Ik weet dat Jan naar de markt weest is
330 (y07a) Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 03461) vertaling: Al lopend kwam ik hem tegen
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 03461) vertaling: ik heb heel wat lopen
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 03461) vertaling: Ik begin loof te worren dat ik hou er maar mee op
333 (y07d) Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 03461) vertaling: hai deed net of ie pas z'n bed uitkwam
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03461) vertaling: De schilder het hier weest
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 03461) vertaling: Je gane nei huis denk
336 (y08a) In die tijd leefde ik erop los (inf. 03461) vertaling: in die toid hew ik er van genoten oor
337 (y08b) Vroeger leefde hij als een beest (inf. 03461) vertaling: In z'n jonge jare leefde i as een beist
338 (y08c) Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 03461) vertaling: We leefde deer as God in Frankrijk
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03461) vertaling: Gien mens mag et zien, nohja den jij ok niet
340 (y08e) Het gebeurde toen je wegging (inf. 03461) vertaling: 't gebeurde net toen je wegginge
341 (y08f) Ik weet waar je geboren bent (inf. 03461) vertaling: Ik weet weer jij geboren benne
342 (y08g) Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 03461) vertaling: Nou je klaar benne mag je gaan
343 (y08h) Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 03461) vertaling: toen Marie overleden was het 'r man Anna niet meer holpen kennen
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03461) vertaling: ik weet dat ie te zwemmen is
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 3
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 3
348 (y09b) Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 03461) komt voor: n
349 (y09c) Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 03461) komt voor: n
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03461) komt voor: n
351 (y09e) Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 03461) komt voor: n
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 03461) komt voor: n
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 03461) vertaling: Met zok weer ken je noiet veel (doen)
360 (y11b) Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 03461) vertaling: Met kermis komme de mense buiten
362 (y11d) Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 03461) vertaling: Ik wil hem nooit meer zien, want hai het me bedroge
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03461) vertaling: Je gane neit voetbal kijke met mein
365 (y11f) Hem is dood (inf. 03461) vertaling: Hai is dood
364 (y11g) Is hem dood? (inf. 03461) komt voor: n
366 (y11h) Haar is ziek (inf. 03461) vertaling: En zai is ziek
368 (y11j) Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 03461) vertaling: Toen hai werke most, most zai thuis bloive
369 (y11k) Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 03461) vertaling: deur de sneeuw kenne we de stad neit uit
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03461) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03461) fragment: die (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03461) fragment: denk ik (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03461) fragment: die (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03461) fragment: die (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03461) fragment: denk ik (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03461) fragment: denk ik (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03461) fragment: denk ik (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03461) fragment: die (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03461) fragment: die (2)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03461) fragment: weer (1)
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 03461) fragment: wie (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03461) fragment: weer (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03461) fragment: weer (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03461) fragment: (2)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03461) fragment: (2)
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03461) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03461) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03461) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03461) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03461) fragment: die (1)
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03461) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03461) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03461) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03461) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03461) fragment: wie (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03461) fragment: die d'r (1)
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03461) vertaling: Piet denkt dat Jan en Marie op gin mens kwaad benne
betekenis: negative concord
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03461) vertaling: Piet denkt dat Jan en Marie op gin mens kwaad benne
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03461) vertaling: wim denkt dat we gien mens ooit een prijs geven
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03461) vertaling: wim denkt dat we gien mens ooit een prijs geven
betekenis: negative concord
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03461) vertaling: Het is waar dat ze magge niet met Marie praten
betekenis: negatie > modaal
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03461) vertaling: Het is waar dat ze magge niet met Marie praten
betekenis: negatie > modaal
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 03461) vertaling: ik denk vanwel nergens
opm.: dav
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03461) vertaling: Nooit
390 (z03d) A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 03461) vertaling: Gien idee
opm.: dav
391 (z03e) A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 03461) vertaling: die nou aan de are kant loupe
392 (z04a) Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 03461) vertaling: Zeg hem maar niet dat ik buiten weest ben
393 (z04b) Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 03461) vertaling: Niet vertelle oor dat je een kadootje kocht hewwe
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03461) vertaling: Weet je niet dat hij vallen is
399 (z05a) Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 03461) vertaling: Wendy probeerde om gien mens zeer te doen
397 (z05b) 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 03461) vertaling: 't schijnt dat ze niks ete mag
402 (z05g) We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 03461) vertaling: We hadden 't geluk om 'm metien terug te vinden
404 (z06a) Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 03461) vertaling: As de kippe een valk zien worre ze bang
405 (z06b) Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 03461) vertaling: As we de eerpels niet verkope kenne, dan wordt het lastig
406 (z06c) Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 03461) vertaling: As jullie 'm niet meeneme wor ik neidig
407 (z06d) Hij wist he(n)t (inf. 03461) vertaling: Hai wist het
408 (z06e) Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 03461) vertaling: Op dut feist wordt er veul danst
409 (z06f) Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 03461) vertaling: Nou wordt er allien nog maar brood verkocht in die winkel
410 (z06g) Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 03461) vertaling: As ie met de fiets komt dan zal ie wel laat weze
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 03461) vertaling: Kom een keertje an as je toid hewwe
413a (z06i) Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 03461) vertaling: As ik roik ben koop ik gien dure auto
881 (z07(i)) Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 03461) komt voor: n
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03461) komt voor: n
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 03461) komt voor: n
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 03461) komt voor: n
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 03461) komt voor: n
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 03461) komt voor: n
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 03461) komt voor: n
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 03461) komt voor: n
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 03461) komt voor: n
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 03461) komt voor: n
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03461) vertaling: Marie het zeid dat jij prebeert hewwe een liedje te zinge
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03461) vertaling: Marie het zoid dat jij probeerd hewwe een liedje te zinge
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03461) vertaling: Marie het zoid dat jij probeerd hewwe een liedje te zinge
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03461) vertaling: Marie het zeid dat jij prebeert hewwe een liedje te zinge
549 (z08(v)) Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. 03461) vertaling: Marie zee dat jij prubeert hewwe hur een boek te geven
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03461) komt voor: n
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 4
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 4
537 (z08c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 03461) komt voor: n
604a (z08d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 03461) komt voor: n
547 (z08e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 03461) komt voor: n
543 (z08f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 03461) komt voor: n
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03461) komt voor: n
440 (z09a) Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 03461) vertaling: Die mense uit de stad, die hewwe hier nogal wat huize bouwd
441 (z09b) Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 03461) vertaling: An die nuwe vaart deer zien je gien mens meer
442 (z09c) Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 03461) vertaling: Guster het jan hier weest
443 (z09d) De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 03461) vertaling: Die dag dat jan belde was ik niet thuis
444 (z09e) Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 03461) vertaling: Jef die zou ik nooit vrage
445 (z09f) Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 03461) vertaling: Marie zou zok nooit doen
446 (z09g) Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 03461) vertaling: Bert drinkt welderus een glas teveul
447 (z09h) Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 03461) vertaling: Martha zou ik wel eens bij mij thuis willen noden
448 (z09i) Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 03461) vertaling: Dat huis, dat zou ik nooit kopen
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 5
472 (z11a) En heeft Gunther gebeld? (inf. 03461) vertaling: het gunther beld?
473 (z11b) En pas op! (inf. 03461) vertaling: Pas op
474 (z11c) 't En was maar net goed genoeg (inf. 03461) vertaling: 't Was maar net goed genoeg
475 (z11d) Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 03461) vertaling: Marjo het nou meer koeie as vroeger
476 (z11e) Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 03461) vertaling: As Suus komme kon dan was ze hier wel weest
478 (z11g) Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 03461) vertaling: Voor je wat weggooie moet je effies belle oor
479 (z11h) Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 03461) vertaling: Hier is alles wat ik kregen heb
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 03461) vertaling: Jan is te gierig om ok maar wat aan z'n kinderen te geven
481 (z11j) Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 03461) vertaling: Of jij wat van voetballe wete
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 03461) vertaling: Leg dat boek is neer
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 03461) vertaling: Als je echt niet wachten kenne, dan kom maar
488 (z12a) Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 03461) vertaling: Ik weet dat Jan de dokter had kennen roepen
490 (z12c) Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 03461) vertaling: Hai zee dat ik het had moeten doen
000 (z12opm) (inf. 03461) opm. inf.: weinig verschil
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03461) vertaling: ... de krant leze moete
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03461) vertaling: Hai is de hele dag aan het kranten
opm.: dav
509 (z14a) Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 03461) fragment: deur (1)
512 (z15a) Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 03461) komt voor: n
513 (z15b) Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 03461) vertaling: Zo.n mens het altijd wat te peeuwen
komt voor: j
opm.: dav
513 (z15b) Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 03461) vertaling: Zo.n mens het altijd wat te peeuwen
komt voor: j
opm.: dav
514 (z15c) Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 03461) komt voor: j
515 (z15d) Jij bent ook een rare een(e) (inf. 03461) komt voor: n
412 (z16b) Er waren veel mensen op het feest (inf. 03461) vertaling: D'r wizze een hoop mense op 't feist
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03461) vertaling: Wat voor boeke hejje kocht
521 (z16e) Hij woont bij Marietje (inf. 03461) vertaling: hai woont bai marietje
522 (z16f) Hij woont bij Wim (inf. 03461) vertaling: hai woont bai Wim
523 (z16g) Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 03461) vertaling: Gaan effies naar de bakker, Wum
524 (z16h) Wie heb je gezien? (inf. 03461) vertaling: Wie heje zien?
525 (z16i) Wie heeft jou gezien? (inf. 03461) vertaling: En wie jou
opm.: dav
527 (z16j) Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 03461) vertaling: as ik het vooruit weten had den had ik het iet dein
528 (z16k) 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 03461) vertaling: 't Zou beter om nog effies te wachte
882 (z16l) Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 03461) vertaling: Gelukkig had Jan de dokter beld en die was er al heel gauw
883 (z16m) Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 03461) vertaling: Loop nou toch 's deur, vervelende jongens!
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 4
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03461) komt voor: j
gebr.: 4
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03461) komt voor: n
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03461) komt voor: n
545 (z17d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 03461) komt voor: n
536 (z17e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 03461) komt voor: n
605a (z17f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 03461) komt voor: n
548 (z17g) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 03461) komt voor: n
542 (z17h) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 03461) komt voor: n

interview mondelinge enquête

sprekertekstcommentaar 
geen interview gehouden in Sijbekarspel

data telefonische enquête

zinsnr.testzininstructieantwoorden
geen data telefonische enquête in Sijbekarspel