Latijns 'de gelukkige, de gezegende', van beare 'gelukkig maken, zegenen'. St.-Beatus was volgens de legende de apostel van Zwitserland en bijgevolg is hij ook de schutspatroon van dat land. In 112 zou hij gestorven zijn aan de Thuner See. Daar bevindt zich nog de Beatushöhle en het dorp Beatenberg; kerkelijke feestdag: 9 mei. De naam wordt in 851 in Saarland vermeld (Socin), in de 12e eeuw in Vlaanderen. Hij komt in Latijnse streken echter al vanaf de 1e eeuw voor en is waarschijnlijk door de betekenis in de Christus sfeer terecht gekomen (vergelijk Meyer-Lübke, 1917, 42).