Voornaam
populariteitslijsten
english
koen-
populariteit
verspreiding
koen-
Germaanse naamstam met de betekenis `koen, dapper'. Germ. *kôn-i-; Oudhoogduits chuoni `koen, moedig', Middelhoogduits küene, Zwi. chüen `gezond, fris van kleur'; Middelnederlands coene `moedig, gerust, fier'; Oudsaksisch kôni `koen, dapper'; Angelsaksisch cêne, Eng. keen `scherp'; Oudnoors k<179>nn `bekwaam, handig, wijs, ervaren', Zwe. en De. kön. Er is vermoedelijk samenhang met het Ndl. werkw. kunnen, zodat `dapper' een secundaire betekenis zal zijn, oorspr. ongeveer `wie iets kan', `bekwaam' (vgl. Oudhoogduits in wige kuoni `bekwaam in de strijd', vandaar `dapper'). Dit levert in een naam als Koenraad een betere betekenis op dan `dapper'. Reeds vroeg trad in namen vermenging op met *kuniz `nakomeling, zoon'; Got. kuni `geslacht'; Oudhoogduits chunni, kunni `geslacht, stam', Middelhoogduits en Nieuwhoogduits künne; Middelnederlands cunne, conne, Ndl. kunne; Oudsaksisch kunni; Oudfries ken, kin; Angelsaksisch cyn, Eng. kin; Oudnoors kyn. Dit komt van een Indogerm. wortel gen- `voortbrengen' (hiermee is ook het woord kind verwant), Oudind. jánati `hij verwekt', Gri. genos `kind, familie, geslacht', Lat. genus `afkomst, geboorte, geslacht, soort, aard, wijze'.
Naar het overzicht van de naamstammen