Voornaam
populariteitslijsten
english
brun-
populariteit
verspreiding
brun-
Germaanse naamstam met de betekenis `bruin', uit een grondbetekenis `glanzend' (vgl. brecht-). In namen vermoedelijk in overdrachtelijke zin, bijv. als aanduiding van de beer. In sommige talen betekent dit element `fonkelend, donkerkleurig'; Oudhoogduits brûn; Middelnederlands bruun `bruin, donker, glanzend, gepolijst', bruneren `glanzen, polijsten'; Oudsaksisch, Oudfries en Angelsaksisch brûn, Nieuwfries brún, Eng. brown; Oudnoors brunn `schitterend'. Uit het Germ. ontleend: Fra. brun, It. bruno, Serv. brun, Lit. brunas. Waarschijnlijk bij Indogerm. bher `glanzen' (zie ook -brecht- en -bern-). Een andere mogelijkheid vinden we in Got. brunjô, Oudhoogduits brunja, brunna, Middelhoogduits brünne; Oudsaksisch brunnia; Angelsaksisch byrne; Oudnoors brynja `borstpantser, borstbescherming'. Het is dus een algemeen Germ. woord, dat waarschijnlijk overgenomen werd uit het Kelt., aangezien de Germanen van de Kelten de ijzerbewerking leerden (vgl. Iers bruinne `borst'). Als tweede lid oorspr. alleen in vr. namen.
Naar het overzicht van de naamstammen