Thema Grenzen aan Culturele Diversiteit

Dit onderzoeksthema bestudeert de manier ennaarop zowel interne als externe factoren een rol spelen in de vormgeving van cultuur. Er wordt onderzoek gedaan naar de mechanismen van variabiliteit en stabiliteit in de mondelinge overlevering, op basis van big data, verzameld in de Nederlandse Liederenbank en de Nederlandse Volksverhalenbank.

Dankzij nieuwe technologische toepassingen kan de Nederlandse Volksverhalenbank sinds 2015 niet alleen beter doorzocht worden, maar is het ook mogelijk visuele data aan de bank toe te voegen, zoals kaarten, tijdlijnen en stambomen. In 2015 werd ook de SagenJager voltooid: een mobiele website met toeristische fiets- en wandelroutes van volksverhaal naar volksverhaal. Er zijn routes uitgezet in Waterland, de Friese Wouden en Arnhem. Folgert Karsdorp won met het paper ‘Animacy Detection in Stories’ de Best Paper Award tijdens de Sixth International Workshop on Computational Models of Narrative in Atlanta (VS). In november 2015 werd de melodieënzoekmachine van de Liederenbank opengesteld voor het publiek. Bezoekers kunnen melodiefragmentjes zoeken met behulp van een online pianoklaviertje. Volg de link ‘melodiezoeken met klavier’ op www.liederenbank.nl om de zoekmachine te gebruiken.

Projecten

  • Orale transmissie

Bij de mondelinge overlevering (orale transmissie) van volksliederen en volksverhalen treedt enerzijds variatie op; anderzijds blijven sommige elementen van het lied of het verhaal behouden. Dit onderzoek richt zich op de vraag welke structurele en cognitieve elementen onderhevig zijn aan variatie en welke stabiel zijn. Tevens wordt onderzocht hoe het komt dat een lied of verhaal ondanks de variatie herkenbaar blijft. In Orale Transmissie participeren drie onderzoeksprojecten: Tunes & Tales (Computational Humanities, KNAW), FACT (Folktales as Classifiable Texts; CATCH/NWO) en COGITCH (COgnition Guided Interoperability beTween Collections of musical Heritage; CATCH/NWO). Deze projecten hebben een focus op computational humanities, en beogen structuralistisch onderzoek op basis van twee databases: de Nederlandse Volksverhalenbank en de Nederlandse Liederenbank. Voorts is digitalisering van liederen en verhalen voorzien in nog aan te vragen, extern te financieren projecten (“Digi-Tunes” en “Digi-Tales“). Project in samenwerking met de Universiteit Twente, Universiteit van Nijmegen, Fryske Akademy, Universiteit van Utrecht, Universiteit van Amsterdam, Instituut voor Beeld en Geluid (Hilversum).

Resultaten in 2015: zie de resultaten van de projecten Tunes & Tales (Computational Humanities, KNAW), FACT en SagenJager (Folktales as Classifiable Texts; CATCH/NWO, inclusief valorisatie), COGITCH (CATCH/NWO), en TWIDENTITY (NWO/KIEM).

Medewerkers: Louis Grijp (projectleider), Theo Meder (onderzoeker), Martine de Bruin (ontwikkelaar en digi-projectleider) , Maarten van der Peet (ontwikkelaar), Ellen van der Grijn (documentalist) en Marianne van Zuijlen (informatiespecialist).

  • Tunes & Tales

Het doel van het Tunes & Tales project is tweeledig: 1. Het ontwikkelen van een formele representatie van melodieën en volksverhalen als (gelaagde) sequenties van motieven (elementaire bouwstenen). De kernvraag in dit subproject is: wat zijn melodische en narratieve motieven, en hoe kunnen melodieën en verhalen zo gerepresenteerd worden als een gelaagde opeenvolging van motieven in een data-structuur, dat het mogelijk wordt om de gegevens op een adequate manier computationeel te verwerken en analyseren. Een tweede vraag is of het mogelijk is om verhalen en melodieën uit de mondelinge overlevering automatisch te laten herkennen op basis van de motieven waaruit ze zijn opgebouwd. 2. Een model ontwerpen dat de variatie verklaart en voorspelt die optreedt in melodieën en verhalen gedurende het proces van mondelinge overlevering. Het projectteam bestaat uit twee AiO’s, een postdoc en een wetenschappelijk programmeur. Project in samenwerking met: Fryske Akademy, Universiteit van Amsterdam, Universiteit Twente, Universiteit Utrecht, Radboud Universiteit.

Resultaten in 2015: Er is verder gewerkt aan de bestudering van liederen en verhalen uit de mondelinge overlevering. Folgert Karsdorp heeft een methode ontwikkeld om animaatheid te detecteren in verhaalteksten. Dit betreft zowel personen, als animaat optreden van voorwerpen zoals bijvoorbeeld spuugjes of pannekoeken. Het resulterende paper was winnaar van de Best Paper Award tijdens de Sixth International Workshop on Computational Models of Narrative te Atlanta. Daarnaast heeft Folgert een corpus Roodkapje-hervertellingen aangelegd vanuit het archief van de KB die twee eeuwen omspant en diachroon onderzoek naar verhaaloverlevering mogelijk maakt. Berit Janssen heeft verder gewerkt aan opstellen en testen van hypothesen over stabiliteit in overlevering van melodieën. Peter van Kranenburg heeft een project gestart over het vinden en interpreteren van terugkerende patronen in volksliedmelodieën. Samen met Berit heeft hij versies 1.1 en 2.0 van het geannoteerde corpus (MTC-ANN) uitgebracht. Samen met Varun deCastro-Arazolla (Meertens Instituut) is gewerkt aan een onderzoek naar tekstplaatsing in Nederlandse volksliederen. In samenwerking met de ontwikkelaars van het Meertens Instituut is de melodieënzoekmachine van de Liederenbank opengesteld voor het grote publiek. Veldwerker Fred Gales heeft de verzameling van een collectie opnames van Koran en Torah-recitatie afgerond. Onderzoeksassistenten Jorn Janssen en Sanneke van der Ouw hebben vele honderden liedjes ingevoerd en geassisteerd met annotaties en correctiewerk.

Medewerkers: Louis Grijp (projectleider, promotor), Theo Meder (projectleider, co-promotor), Antal van den Bosch (adviseur, promotor Radboud Universiteit), Martine de Bruin (database administrateur), Ellen van der Grijn (collectiespecialist), Henk Jan Honing (adviseur, promotor Universiteit van Amsterdam), Jorn Janssen (onderzoeksassistent), Berit Janssen (AiO Tunes), F. de Jong (Universiteit Twente), Folgert Karsdorp (AiO Tales), Peter van Kranenburg (postdoc, co-promotor), Sanneke van der Ouw (onderzoeksassistent), Marïet Theune (adviseur, co-promotor Universiteit Twente), Remco Veltkamp (Universiteit Utrecht), Arjen P. Versloot (adviseur, promotor Fryske Akademy), Frans Wiering (Universiteit Utrecht), Marianne van Zuijlen (informatiespecialist).

  • Melodic stability in oral transmission

Bij het onderzoek van varianten van Nederlandse volksliederen blijkt dat sommige delen van melodieën heel erg verschillen van elkaar, terwijl andere delen van de melodieën juist heel erg op elkaar lijken. Voor dit laatste fenomeen, de stabiliteit van de melodieën, worden in het promotieonderzoek Melodic stability in oral transmission mogelijke verklaringen gezocht.

Resultaten in 2015: Zie de persoonlijke pagina van Berit Janssen in het jaarverslag.

Medewerker: Berit Janssen (promovenda).

  • Computationele modellering van de overlevering van volksverhalen op basis van motiefstructuren

Binnen het project Tunes & Tales doet Folgert Karsdorp onderzoek naar variabiliteit en stabiliteit in de (mondelinge) overlevering van Nederlandse volksverhalen. Hierbij wordt gezocht naar de kleinste narratieve informatie-eenheden binnen verhalen: de motieven. Enerzijds is er de opdracht om motieven automatisch te onderkennen en een dergelijke tool toe te voegen aan de Nederlandse Volksverhalenbank. Op basis van taal moet de computer kunnen reconstrueren wie de actor is, wat de handeling is en tegen welk achterdoek; identificatie hiervan zal leiden tot het identificeren van veel verhaalmotieven. Anderzijds moet onderzoek worden gedaan naar stabiele en variabele patronen binnen dezelfde verhaaltypen: welke motieven zijn onmisbaar en onverplaatsbaar, welke motieven verschuiven, verdwijnen of worden vervangen? Valt er een model op te stellen waarmee variatie in mondelinge overlevering adequaat te analyseren en begrijpen valt?

Resultaten in 2015: Zie de persoonlijke pagina van Folgert Karsdorp in het jaarverslag.

Medewerker: Folgert Karsdorp (promovendus).

  • Computational Modelling of Songs and Tales in Oral Transmission (werktitel)

Volksliederen en volksverhalen ondergaan veranderingen wanneer ze in mondelinge cultuur van mond tot mond overgeleverd worden. Desondanks behouden ze in meerdere of mindere mate hun herkenbaarheid als verhaal- of melodietype. Met behulp van computationele analyse en computationele modellering wordt dit fenomeen onderzocht. Een empirische benadering wordt gevolgd met de volksliederen en volksverhalen uit de collecties van het Meertens Instituut als primaire onderzoeksdata. Dit draagt bij tot beter begrip van melodieën en verhalen en daarmee van de menselijke muzikaliteit en het menselijk vermogen verhalen te vertellen en te begrijpen.

Resultaten in 2015: Zie de persoonlijke pagina van Peter van Kranenburg in het jaarverslag.

Medewerker: Peter van Kranenburg (postdoc).

  • Folktales as Classifiable Texts (FACT)

In het FACT project wordt er software ontwikkeld die het mogelijk maakt om de Nederlandse Volksverhalenbank automatisch te verrijken met meta-data als taal, namen, trefwoorden, genre, een samenvatting en een catalogus-classificatie als volksverhaal-type. Er zullen tools worden ontwikkeld die zullen worden geïntegreerd in de database. Daarnaast zal er onderzoek worden verricht naar classificatie-systemen en de mogelijkheid om de computer corpora aan volksverhalen automatisch te laten classificeren en clusteren, bij voorkeur op inzichtelijker manieren dan het voorheen door mensen is gedaan. De classificatie-algoritmes die in dit project worden ontwikkeld zullen als gebruiksvriendelijke tools worden toegevoegd aan de database om annotatie en onderzoek van het volksverhaal-corpus te vergemakkelijken. Door van de verschillende tools gebruik te maken, wordt het mogelijk om de variabiliteit in mondelinge en schriftelijke overlevering te bestuderen, en kan er meer inzicht verkregen worden in de voor- en nadelen van menselijke en geautomatiseerde classificatie en clustering. Project in samenwerking met: Universiteit Twente.

Resultaten in 2015: het FACT project heeft in 2015 gezorgd voor een enorme uitbreiding van de mogelijkheden van de Nederlandse Volksverhalenbank. Het is eenvoudiger geworden om te zoeken (en in te voeren), en de gebruiker krijgt nu allerhande suggesties om door te zoeken. Allerlei visualisaties zijn toegevoegd: van wordclouds, geografische verspreidingskaarten, tijdbalken tot statistische taartdiagrammen. Met name de geografische printmogelijkheden zijn al in verschillende publicaties benut. De Twentse medewerkers van het FACT project hebben ruimschoots papers gepresenteerd en gepubliceerd over de technische ontwikkeling van de Volksverhalenbank op een internationaal niveau. In 2015 voltooide post-doc Dolf Trieschnigg zijn werkzaamheden. De werkzaamheden van aio Dong Nguyen en wetenschappelijk programmeur Iwe Muiser worden tot in 2016 verlengd. Dankzij een extra subsidie van NWO kon er valorisatie plaatsvinden en is de zogenaamde SagenJager ontwikkeld. De SagenJager voorziet in toeristische routes die wandelaars of fietsers meenemen van volksverhaal naar volksverhaal. Op de smartphone of de tablet ziet men de route die men neemt, kan men de verhalen lezen of zelfs beluisteren. Tot nu toe zijn er vijf routes uitgezet in Waterland, twee in de Friese Wouden en één in Arnhem. Aan de ontwikkeling van de SagenJager werd meegewerkt door Nikkie Herberigs, Jan Pieter Kunst, Matthijs Brouwer, Cécile van der Waal, Marten van der Meulen, Kees Grijpink, Lutske Holthuis, Marianne van Zuijlen, Anne-Floor Schölvinck, Douwe Kootstra, Romkje Bosma, Biem Visser, Jo Bakker, Kathelijne Steinhauser en Marissa Griffioen. Er is samengewerkt met Oneindig Noord-Holland, de Stichting 100 Jaar Dam Jaarsma en het Sprookjesfestival in Arnhem.

Medewerkers: Antal van den Bosch (co-promotor Radboud Universiteit Nijmegen), Djoerd Hiemstra (Universiteit Twente), Franciska de Jong (promotor Universiteit Twente), Theo Meder (senior onderzoeker), Iwe Muiser (wetenschappelijk programmeur), Dong Nguyen (aio), Mariët Theune (co-promotor Universiteit Twente), Dolf Trieschnigg (postdoc), Marianne van Zuijlen (informatiespecialist).

  • COgnition Guided Interoperability beTween Collections of musical Heritage (COGITCH)

COGITCH heeft tot doel om de muziekarchieven van het Meertens Instituut en Beeld en Geluid (Hilversum) en andere verspreide bronnen beschikbaar te maken in een interoperabel zoeksysteem, waar zowel het grote publiek als muziekwetenschappers gebruik van kunnen maken. Hiervoor moeten opnames worden gedigitaliseerd en geannoteerd met semantische metadata. Een essentieel onderdeel van COGITCH is een vorm van ‘content-based retrieval’ waarmee naar muziek gezocht kan worden op basis van muzikale kenmerken die door de beoogde gebruikers als relevant worden gezien. In de ontwikkeling van de retrieval methodes wordt een top-down benadering gebruikt, van muzikale kennis en cognitieve psychologie naar het identificeren en verwerken van geluidskenmerken. COGITCH kent drie met elkaar verweven doelstellingen: * het ontwerpen en ontwikkelen van een nieuwe ‘crowdsourcing’ infrastructuur waarin luisteraars annotaties kunnen aanbrengen, waaruit relevante kenmerken kunnen worden afgeleid; * de ontwikkeling en implementatie van nieuwe muzikale ‘thumbnail extractors’ en muziekgelijkenis-methodes, gebaseerd op deze cognitief relevante kenmerken; * de ontwikkeling van een generieke, interoperabele zoekinfrastructuur om de collecties van beide instellingen te ontsluiten, met gebruikmaking van ‘content-based retrieval’-methodes. Project in samenwerking met de Universiteit Utrecht, afdeling Informatica, Universteit van Amsterdam Muziekcognitie, Beeld & Geluid, NPO.

Resultaten in 2015: Er werd zoveel mogelijk onderzoeksdata verzameld middels de game ‘Hooked!’; onder meer via de webversie.

Medewerkers: Jan van Balen (AiO), Dimitrios Bountouridis (wetenschappelijk programmeur), Maarten Brinkerink (Beeld en Geluid), Martine de Bruin (projectleider Nederlandse Liederenbank), Louis Grijp (onderzoeker), Esther Herder (NPO), Henkjan Honing (UvA), Peter van Kranenburg (expert Computational Musicology), Johan Oomen (Beeld en Geluid), Remco Veldkamp (UU Computer Science), Anja Volk (UU Computer Science), Frans Wiering (UU Computer Science).

  • Achttiende-eeuwse bellenspeelklokmuziek in Nederland

Dit onderzoek richt zich op het muziekrepertoire van bellenspeelklokken in achttiende-eeuwse Nederlandse huiskamers en daarmee ook op het achttiende-eeuwse muziekrepertoire in Nederland in algemenere zin. In deze periode hadden steeds meer mensen een klok in hun bezit, die elk (half) uur een melodie speelde. Een groot aantal van zulke klokken is overgebleven; deze vormen een belangrijke bron in onderzoek naar achttiende-eeuwse muzikale smaak in Nederland. Er wordt geïnventariseerd welke melodieën door de klokken gespeeld werden en hoe dit zich verhoudt tot andere achttiende-eeuwse repertoires. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan wie de eigenaren van de klokken waren en wat hun invloed was op de muziekkeuze. Bovendien wordt gekeken naar hoe bestaande melodieën gearrangeerd werden voor de speelklokken en naar wat we kunnen leren over historische uitvoeringspraktijk van deze muziekprogramma’s.

Resultaten in 2015: Wegens ernstige ziekte van de promotor is de begeleiding overgedragen aan Prof. dr. E.  Wennekes.

Medewerkers: Louis Grijp (promotor, begeleider), Emile Wennekes (promotor, begeleider), Marieke Lefeber (OiO).

  • Verhaalrepertoires en vertelcultuur

Onderzoek naar vertelcultuur en verhaalrepertoires in Nederland, van individuele personen en van groepen, in heden en verleden.

Resultaten in 2015: Onder de paraplu van dit project vallen meerdere interviews, gastcolleges, lezingen, panels en artikelen. Dit project heeft in 2015 geresulteerd in een bijzonder hoogleraarschap van Theo Meder aan de Universiteit Groningen (afdeling Oudere Letterkunde van Nederlandse Taal en Cultuur). De omschrijving van de leeropdracht luidt: Volksverhaal en vertelcultuur van de middeleeuwen tot heden in Nederland in een internationaal perspectief. Er verschenen twee afleveringen van het gratis e-zine Vertelcultuur. Er verschenen met name artikelen in van stagiaires die onderzoek hebben gedaan naar bepaalde volksverhalen. De afleveringen van Vertelcultuur zijn te downloaden van www.docvolksverhaal.nl . Als spin-off van het tijdschrift is er nu ook een Facebookgroep Vertelcultuur dat momenteel meer dan 330 leden heeft.

Medewerker: Theo Meder (onderzoeker).

  • Nederlandse Liederenbank: actualisering, verrijking en uitbreiding

De Nederlandse Liederenbank bevat metadata (beginregel, refrein, wijsaanduiding etc.) van meer dan 170.000 Nederlandse liederen, vanaf de Middeleeuwen tot in beginsel het heden. Van een aantal liederen zijn ook de volledige teksten en/of de muziek opgenomen. De database is sedert 1990 veel geraadpleegd door wetenschappers en publiek en moet ook in de toekomst duurzaam beschikbaar blijven als onderzoeksinstrument. De invoer van de gegevens is voornamelijk geschied, en geschiedt nog steeds, via tijdelijke, meest extern gefinancierde projecten. Daarnaast worden bestaande beschrijvingen verrijkt, bijvoorbeeld door gegevens en/of volledige teksten en melodieën toe te voegen. Los van invoer en dataverrijking vergt de database ook onderhoud: aanpassingen, verbeteringen en aanvullingen in zowel content als software. Project in samenwerking met diverse partners.

Resultaten in 2015: Er werden door specialist wetenschappelijke informatie E. van der Grijn Santen, m.m.v. T. Tegelaers, projectmedewerkers en stagiairs bijna 1.600 liedbeschrijvingen toegevoegd aan de Nederlandse Liederenbank, de meeste in het kader van de projecten ‘Lully in Holland’, ‘Muziekinvoer Dataprijs’ en de ontsluiting van de cd-collectie van het Meertens Instituut. Hiermee komt het totaal aantal beschreven liederen op ruim 172.000. Verder werden door E. van der Grijn en anderen bijna 3.000 melodieën beschikbaar gemaakt in symbolische muzieknotatie, vooral in het kader van project Tunes & Tales (zie aldaar). Binnen datzelfde project werd een belangrijke verbetering van de melodieënzoekmachine in de Liederenbank gerealiseerd. Er werden bijna 200 nieuwe bronbeschrijvingen gemaakt, waarvan vele met verwijzing naar een digitale resource (scan, full text) op zowel de eigen website als die van diverse andere instellingen. Er werden c. 170 ‘vragen uit het land’ beantwoord.

Medewerkers: Martine de Bruin (technisch ontwikkelaar), Ellen van der Grijn Santen (informatiespecialist) en Louis Grijp (onderzoeker).

  • De Nederlandse Volksverhalenbank

Een elektronische database met Nederlandse Volksverhalen waarin de reeds verzamelde volksverhalen in het Meertens-archief worden ontsloten, en waarin nieuwe volksverhalen worden opgeslagen en gedocumenteerd. De bank is opgezet als onderzoeksinstrument op het gebied van de Nederlandse etnologie en letterkunde, en wordt voortdurend uitgebreid. Sinds de aanvang van de Nederlandse Volksverhalenbank in oktober 1994 zijn er jaarlijks tussen de 1000 en 2000 verhalen toegevoegd. Na de millenniumwisseling is de invoer geïntensiveerd, waarvoor stagiaires en extra invoerkrachten zijn aangetrokken. De Nederlandse Volksverhalenbank bevat meer dan 43.000 verhalen.

Resultaten in 2015: Er zijn circa 300 volksverhalen toegevoegd aan de Nederlandse Volksverhalenbank. De database heeft dit jaar een enorme metamorfose doorgemaakt dankzij het FACT project. Binnen afzienbare tijd kan de invoer van volksverhalen meer geautomatiseerd plaatsvinden en dit moment wachten we af om het stuwmeer aan verhalen in te voeren. De database heeft verder vele nieuwe zoekmogelijkheden gekregen en allerlei vormen van visualisatie: geografische spreidingskaarten, statistische taartdiagrammen, suggesties voor verder zoeken naar gelijkvormige verhalen, een tijdlijn, wordclouds. De database heeft er een populair zusje bij gekregen waaraan in 2015 volop gewerkt is: de SagenJager (zie FACT). De investering in de SagenJager is deels ten koste gegaan van invoer in de Volksverhalenbank. Bovendien waren de stages in 2015 meer gericht op onderzoek, schrijven (voor het e-zine Vertelcultuur) en voorbereiding van master scripties.

Medewerkers: Theo Meder (coördinator), Marianne van Zuijlen (beheerder Volksverhalenbank).