Thema Externe aspecten van taal en cultuur

Dit onderzoeksthema bestudeert de manier waarop maatschappelijke veranderingen gepaard gaan met veranderingen in taal en cultuur. Op het Meertens Instituut krijgt dit onderzoek vooral vorm binnen het project ‘taalcultuur’.

Projecten

  • Lokale identiteiten

Dit onderzoek richt zich op ‘taalcultuur’, een concept dat uitdrukking geeft aan de verwevenheid van cultuur en taal in het uitdragen van lokale identiteit. Dit betekent dat talige elementen (taalkeuze, woordgebruik, grammatica) een inherent onderdeel zijn van culturele praktijken die specifiek met het lokale verbonden worden (feesten, gerechten, sporten etcetera). Door te onderzoeken hoe culturele en talige praktijken elkaar versterken in het vormen van lokale identiteiten, welke keuzes daarbij worden gemaakt, en wie, waar, wanneer en waarom deze middelen inzetten, proberen de onderzoekers zicht te krijgen op de machtsrelaties binnen en tussen economische, politieke en culturele centra en periferieën. Als casus is gekozen voor taalcultuur in Limburg. Door middel van veldwerk wordt bestudeerd hoe inwoners en buitenstaanders Limburgse eigenheid en diverse lokale identiteiten binnen de provincie beleven en vormgeven. Project in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam (Vincent de Rooij) en Maastricht University (Lotte Thissen).

Resultaten in 2015: Leonie Cornips en Vincent de Rooij (UvA) verzorgden colleges taalcultuur aan de PhD LOT-winterschool (UvA). De themagroep organiseerde aan de Universiteit van Maastricht (i.s.m. Jolien Clijsen, Lotte Thissen en Vincent de Rooij) de internationale workshop The languagecultural conceptualisation of ‘belonging’, met deelnemers uit het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Nederland.

In samenwerking met Cubiss (bibliotheken Limburg en Brabant) en Hogeschool Zuyd organiseerde Leonie Cornips de goed bezochte publieksmiddag Taalkunstenaars in de dop. Inspiratiemiddag over jonge dialectsprekende kinderen. Als vaste columnist bij het Limburgs Dagblad/De Limburger schreef Cornips het afgelopen jaar twintig columns over het thema taalcultuur.

Medewerkers: Leonie Cornips (onderzoeker) en Irene Stengs (onderzoeker).

  • Language practices in a nursing home. An ethnography on how people construct senses of belonging through language practices

Project in het kader van het FP7 project Advancing the European Multilingual Experience op het onderzoek Language choice in nursing homes. Het construeren van belonging wordt door veel oudere mensen in een verzorgingstehuis als moeilijk ervaren. Verschillende aspecten maken de constructie van belonging in een verzorgingstehuis moeilijk. Zo moeten oudere mensen hun huis en meubels achterlaten, worden oudere mensen geconfronteerd met representaties en zicht op veroudering en ouderen en moeten oudere mensen in een verzorgingstehuis hun belonging relateren aan de sociale structuur van het verzorgingstehuis. Dit onderzoek kijkt naar hoe belonging geconstrueerd wordt door talige praktijken in een verzorgingstehuis in Maastricht. Hier zijn de meeste bewoners tweetalig, waarbij voornamelijk het Limburgs dialect en Nederlands gesproken wordt. Om te kijken hoe bewoners van een verzorgingstehuis belonging construeren door talige praktijken wordt er gebruik gemaakt van een theoretisch framework dat zich met name richt op belonging, languaging en aging.

Resultaten in 2015:  Jolien Clijsen heeft van augustus tot december veldwerk uitgevoerd (verzorgingstehuis Lenculenhof). Zie verder de persoonlijke pagina van Jolien Clijsen elders in dit jaarverslag.

Medewerker: Jolien Clijsen (promovenda).

  • Cognitieve ontwikkeling van tweetalige dialectsprekende kinderen in Limburg (2014-…)

Hebben Nederlands-Limburgse tweetalige kinderen een cognitief voordeel van hun meertaligheid? Die vraag wordt beantwoord in dit project van de Universiteit Maastricht en het Meertens Instituut. Het onderzoek maakt deel uit van het VIDI-onderzoek Cognitive Development in Emerging Bilingualism (CoDEmBi) van Elma Blom van de Universiteit Utrecht. In dit project sluiten we aan met dialectsprekende kinderen uit Limburg. Tot nu toe is nog weinig verwervings- en cognitieonderzoek gedaan naar tweetalige dialectsprekende kinderen. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Kirsten van den Heuij van de Universiteit Maastricht, onder leiding van Leonie Cornips. Voor het onderzoek wordt onder andere de taalvaardigheid van honderdvijfentwintig kinderen uit Limburg tussen de 5 en 8 jaar vergeleken. Aan de hand van diverse (taal)tests wordt gekeken of er een verschil is in taalvaardigheid, concentratie en geheugen tussen beide groepen. Zo wordt vergelijking mogelijk met de Turks-, Marokkaans- en Fries/Nederlandssprekende kinderen. De subsidiegevers voor het Maastrichtse/Meertens onderzoeksproject zijn: SWOL (UM), Taal&Letteren (UM), Taalcultuur in Limburg (UM), VIDI-grant Elma Blom (UU), Theoretische Taalwetenschap (UvA), Meertens Instituut en Road veur ‘t Limburgs. Project in samenwerking met: Universiteit Maastricht, Universiteit Utrecht.

Resultaten in 2015: De aanstelling van Kirsten van der Heuij liep in 2015 via de Universiteit Maastricht, zie resultaten aldaar.

Medewerker: Kirsten van der Heuij (uitvoerder)

  • Nederlab, een laboratorium voor onderzoek naar veranderingspatronen in de Nederlandse taal en cultuur

Binnen Nederlab wordt een grootschalig onderzoekscorpus ontwikkeld voor geesteswetenschappelijk onderzoek. Via Nederlab kunnen onderzoekers en studenten alle gedigitaliseerde Nederlandstalige teksten van ca. 800 tot heden gezamenlijk doorzoeken en analyseren met binnen Nederlab ontwikkelde, gebruiksvriendelijke tekstanalysesoftware. Zo biedt Nederlab een laboratorium voor onderzoek naar de veranderingspatronen in de Nederlandse taal en cultuur. Nederlab is bedoeld voor alle geesteswetenschappers – historici, taalkundigen en letterkundigen – die zich (ook) met het verleden bezighouden. Onderzoekers kunnen een eigen corpus samenstellen en dat analyseren. Op basis daarvan kunnen zij antwoorden zoeken op vragen als: wanneer is er voor het eerst geschreven over vrouwenkiesrecht? In welke periode vond het aantal publicaties hierover zijn hoogtepunt? Was dat vlak voordat vrouwenkiesrecht werd ingevoerd (1919), of juist veel eerder? Ook kunnen ze onderzoekscorpora met elkaar vergelijken en vragen onderzoeken als: in welke taalkundige en letterkundige opzichten onderscheiden literaire teksten zich van nonfictieteksten of van egodocumenten als dagboeken of persoonlijke brieven? Sinds wanneer bestaan deze verschillen tussen de verschillende tekstgenres? Zie http://www.nederlab.nl. Project in samenwerking met het Huygens ING, Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Universiteit van Amsterdam, Rijksuniversiteit Groningen, Radboud Universiteit, Universiteit Utrecht, Universiteit van Tilburg, Universiteit Twente, Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren/Koninklijke Bibliotheek en de Fryske Akademy.

Resultaten in 2015: De eerste maanden van 2015 stonden in het teken van de opening van Nederlab, op 13 maart. Tijdens het afsluitende CLARIN-NL/CLARIAH kickoff evenement bij Beeld en Geluid onthulde Antal van den Bosch het geheel vernieuwde Nederlab onderzoeksportaal. Onder andere de zoek-interface en de look-and-feel werden met behulp van web-ontwerpbureau ‘Zeezeilen’ van een nieuw uiterlijk voorzien. In de loop van 2015 volgde nog een aantal releases, waarbij telkens nieuwe functies of nieuwe versies van de collectie beschikbaar werden gesteld aan de onderzoeksgemeenschap.

In samenwerking met het INL is in de loop van het jaar een  lexiconmodule op basis van het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) (1500 – 1970) gereed gekomen, via een webservice beschikbaargesteld, en geïntegreerd in het Nederlab onderzoeksportaal. Vervolgens is gewerkt aan een module op basis van het Middelnederlandsch Woordenboek  (1250-1550). Bij het Huygens ING is een eerste versie van de Alexandria annotatie-service gebouwd en uitgetest ten dienste van handmatige annotatie door eindgebruikers. Deze functionaliteit zal begin 2016 beschikbaar komen.

Nederlab-medewerkers presenteerden het project bij diverse gelegenheden, onder andere bij het Symposium Digitale historische kranten als ‘big data’ (Koninklijke Bibliotheek, 24 maart), bij DHBenelux 2015 (Antwerpen, 8-9 juni), bij New Trends in eHumaties (Amsterdam, 5 november), bij de Workshop Morfosyntactisch verrijken van historische teksten (Utrecht 16 november) en bij een gezamenlijke workshop van het Meertens Instiuut met de Österreichische Akademie der Wissenschaften (Amsterdam, 8-9 december).

Verder leverde het project 6 publicaties, 1 poster, 5 online beschikbare rapporten en 15 presentaties en demos op. In het kader van de gesloten wetenschappelijke call is het project ‘Embodied Emotions’ (Inger Leemans – VU, Janneke van der Zwaan – eScience Center) afgerond en is het project ‘Detecting Text Reuse’ (Peter Boot, Huygens ING) van start gegaan. Nederlab heeft daarnaast aan een aantal wetenschappelijke projecten verrijkte versies van teksten aangeleverd ten behoeve van onderzoek. Daarnaast zijn we wederom opgenomen in een aantal subsidie-aanvragen.

Medewerkers: Nicoline van der Sijs (lid bestuur, projectleider), Sjef Barbiers (onderzoeker), Hans Bennis (onderzoeker), Antal van den Bosch (Radboud Universiteit), Gosse Bouma (Rijksuniversiteit Groningen), Matthijs Brouwer (ontwikkelaar), Hennie Brugman (ict-ontwikkelaar), Ineke Brussee (redacteur), Katrien Depuydt (INL), Ronald Haentjes Dekker (Huygens ING), Lex Heerma van Voss (Huygens ING), Marc Kemps-Snijders (hoofd technische ontwikkeling), James Kennedy (UvA), Cees Klapwijk (DBNL), Dieuwertje Kooij (redacteur), Jan Pieter Kunst (ontwikkelaar), Martin Reynaert (RUN/UvT/MI), René van Stipriaan (stuurgroep), Erik Tjong Kim Sang (postdoc), Rob Zeeman (ontwikkelaar).

  • Tools Adaptation

De postdoc in het project Nederlab heeft als taak integratie van bestaande algemene NLP-software ten behoeve van de taalkundige analyse van teksten die in Nederlab worden verzameld. Daarnaast onderzoekt de postdoc of en hoe de taalsoftware kan worden aangepast aan de specifieke eisen van de Nederlabteksten, bijvoorbeeld voor de correcte verwerking van Nederlands van voor 1900.

Resultaten in 2015: Lezing (Converting seventeenth century Dutch to modern Dutch. Workshop Morphosyntactic enrichment of Historical Text, 16 november 2015)

Medewerker: Erik Tjong Kim Sang (postdoc).

  • Diachrone corpora

Coördinerende en inhoudelijke werkzaamheden om diachrone corpora voor onderzoek samen te stellen en te ontsluiten. Project in samenwerking met: Stichting Vrijwilligersnetwerk Nederlandse Taal, Universiteit Oldenburg, DBNL, NBG, INL, RUN.

Resultaten in 2015: Nicoline van der Sijs heeft samen met Hans Beelen en de Stichting Vrijwilligersnetwerk Nederlandse Taal 18 digitale uitgaven verzorgd, die zijn gepubliceerd bij DBNL en gedeponeerd bij DANS.

Medewerkers: Hans Beelen (universiteit Oldenburg), Piet van Reenen (onderzoeker), Nicoline van der Sijs (onderzoeker).

  • Elektronisch Woordenboek van de Nederlandse Dialecten

Het aan elkaar koppelen van digitale dialectwoordenboeken, met als doel de ontwikkeling van een dialectlemmatiseerder en een computationeel dialectlexicon voor het zoeken binnen dialectteksten. Project in samenwerking met: Dialectologie Gent, Universiteit Tilburg (Jos Swanenberg), Fryske Akademy.

Resultaten in 2015: De lancering van de elektronische Woordenbank van de Nederlandse Dialecten (eWND) vond plaats op 16 juni 2015 op de Fryske Akademy. De eWND bevat momenteel 40 tekstuitgaven en 28 gekoppelde woordenboeken. Aan de vernederlandsingen en koppelingen werkten 19 stagiairs en vrijwilligers mee. Er werd samengewerkt met Jos Swanenberg (voor het Brabants) en Ton van den Wijngaard/Silvia Weusten (voor het Limburgs), en met de Universiteit Gent.

Medewerkers: Nicoline van der Sijs (projectleider), Leonie Cornips (onderzoeker), Joep Kruijsen (onderzoeker), Jos Swanenberg (Uninversiteit van Tilburg), Rob Zeeman (ontwikkelaar).

  • Exploratory Political Search (ExPoSe) van Jaap Kamps en Maarten Marx, toegekend bij NWO CLICK 2012

In het EXPOSE project wordt de gedigitaliseerde Nederlandse parlementaire geschiedenis gereed gemaakt voor een nieuwe manier van (onder)zoeken: verkennend zoeken. Dit kan door allerlei bronnen aan elkaar te koppelen op basis van de ankerpunten in een tekst (tijd, plaats, de spelers, de onderwerpen). De ontstane zoekomgeving verbindt onze parlementaire geschiedenis met het heden, en is dus bruikbaar voor zowel historisch als journalistiek onderzoek. Project in samenwerking met de UvA.

Resultaten in 2015: In 2015 zijn er geen werkzaamheden verricht.

Medewerkers: Nicoline van der Sijs (lid consortium).

  • Time Capsule van Toine Pieters en Tigran Spaan, toegekend bij NWO CLICK 2012

Time Capsule heeft als doel alle beschikbare gestructureerde en ongestructureerde databases op het gebied van medicinale planten aan elkaar koppelen. Er zijn een aantal van die datasets in Nederland, bijvoorbeeld bij Naturalis de Thesaurus for the history of pharmacy, PLAND bij het Meertens Instituut en de Erfgoedthesaurus bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Voor de deelnemende partijen is het interessant om te zien wat de beste manier is om al die verschillende datasets met elkaar te verbinden, zonder ze op één grote hoop te gooien. De datasets blijven namelijk bij de instituten en houden hun eigenheid. Project in samenwerking met: Universiteit Utrecht, GridLine Amsterdam.

Resultaten in 2015: Het team is diverse malen bijeengekomen voor overleg. Er zijn 10 edities van vroegmoderne geneeskundige werken geleverd. Begeleiding student-assistent Harm Zwarts die de metadata van de gekaapte brieven heeft gecorrigeerd t.b.v. Time Capsule.

Medewerkers: Nicoline van der Sijs (expert en adviseur).

  • TRANSCRIPTIE-APP voor cyrillisch schrift (2015-2015)

TRANSCRIPTIE-APP vormt een hulpmiddel om Oost-Europese namen die in het cyrillisch zijn geschreven, om te spellen voor het Nederlands. De app wordt gebaseerd op onderzoek naar de spellingvariaties en zal deels regelgestuurd zijn, deels worden gebaseerd op een computationeel namenlexicon, en zelflerend worden opgezet. Project in samenwerking met: Radboud Univeristeit Nijmegen, ANP, NOS, Nederlandse Taalunie, VRT en Onze Taal.

Resultaten in 2015: Het project is gestart op 1 maart. Op 18 december is tijdens CLIN26 een demo en poster getoond. De app wordt in 2016 gelanceerd.

Medewerkers: Nicoline van der Sijs (MI), Antal van den Bosch (RUN), Pepijn Hendriks (RUN), Martin Reynaert (RUN).