elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: werklui 

werklui  , werkluu , werklieden.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
werklui , warklu , 0 , werklui Wij hebt de hele weke warklu over de vloere (Noo), De warklu van de gemeente maakt dat schone (Ker)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
werklui , wärklu , zelfstandig naamwoord , werklui.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
werklui , [werklieden] , wirkluuj , werklieden
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal