elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: waggelen

waggelen , wraggelen , [werkwoord] , waggelen in het gaan.
Bron: Boeles, P. (ca. 1875), Idioticon Groninganum. Vergelijkend woordenboek van den Groningschen tongval, uitgegeven door Siemon Reker, 1977, Egbert Forsten & Profiel.
waggelen , waggelen , woggelen , zwak werkwoord , waggelen.
Bron: Gallée, J.H. (1895). Woordenboek van het Geldersch-Overijselsch Dialect. Deventer: H.P. Ter Braak
waggelen , waggele , waggelen.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
waggelen , wageln , waggeln , [werkwoord] , 1 waggelen, wankelen.; 2 golven. Op ‘t Schildmeer kin ‘t oareg waggeln. Ook: Zai het ‘t hoar n beetje waggeld = gegolfd.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
waggelen , wogln , zwak werkwoord , waggelen
Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl.
waggelen , waggele , waggelde, haet gewaggelt , waggelen.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
waggelen , waggeln , zwak werkwoord, onovergankelijk , waggelen, wankelen Hij waggelt as een gaanze (Dwi), Die man löp zo slecht, hij waggelt er over (Hijk), Die poemel waggelt er over (Een)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
waggelen , waggelen , waggelen
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
waggelen , daggele , werkwoord , waggelen, * Anoniem Etten, West Noord-Brabants Idioticon A – Z, ± 1929.
Bron: Verschuren, Frans (2000), Tètte-leurs Woordeboek. Zèège n'èn Schrijve meej plotjes, Etten-Leur.
waggelen , wagkele , werkwoord , wagkelde, gewagkeld, wagkelenterre , waggelen , VB: De ènd wagkelde op hëur gemäok langs de pool.; wiebelen wagkele
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
waggelen , wagkele , wagkeltj, wagkeldje, gewagkeldj , waggelen
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal