elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: verslakkeren 

verslakkeren , verslakkeren , verslekkeren, verslakken , verwelken, verslensen.
Bron: Panken, P.N. (1850) Kempensch taaleigen, Idioticon I, A-Z, Idioticon II, H-Z, red. Johan Biemans, 2010, Bergeijk.
verslakkeren  , verslakkere , verflensen, verwelken.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
verslakkeren , verslakkere , slap worden en geur en kleur verliezen, gezegd van bloemen.
Bron: Crompvoets, H. en J. van Schijndel (1991), Mééls Woordeboe:k. Meijel: Medelo.
verslakkeren , verslakkere , iets lângsám achterwaeges loate, âchteroêt loate goan.
Bron: Kuipers, Cor e.a. (1993), Zò bót ás en hiëp. Plat Hôrster, Horst.
verslakkeren , verslékkere , verwelken , Krènaogels zén schón bloeme mér in de pot gôn ze nogal gaauw ôn't verslékkere. Seringen zijn mooie bloemen maar als snijbloem verwelken ze heel vlug.
Bron: Hendriks, W. (2005), Nittersels Wóórdenbuukske. Dialect van de Acht Zaligheden, Almere
verslakkeren , verslakkere , verwelken
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen
verslakkeren , [verwelken] , verslakkere , verslakkertj, verslakkerdje, verslakkerdj , verwelken , Die blome zeen aan ’t verslakkere.
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
verslakkeren , verslakkere , werkwoord , verslakkertj, verslakkerdje, verslakkerdj , verwelken, verleppen
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
verslakkeren , verslakkere , werkwoord , verwelken
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal