elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: verouderd

verouderd , veralderd , verouderd.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
verouderd , veroolderd , bijvoeglijk naamwoord , verouderd
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
verouderd , veraaldj , bijvoeglijk naamwoord , veraaldje , ingedroogd; ein veraaldje tón – een ton die langdurig droog heeft gestaan en als gevolg daarvan is ingedroogd en spleten vertoont
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal