Woord: verkruimelen
verkruimelen , verkrummêln , verkrömêln
, verkruimelen; verkrummeld = niet voldoende gevoed, half verhongerd, van dieren gezegd; ’n verkrummeld dijr = een mager, ellendig beest. Synoniem met: verkōmmerd. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
verkruimelen , verkruimelen , zwak werkwoord, wederkerend
, Zich verknijpen van ergernis. Synon. vergriezelen. || De knecht was mooi blait (blijde), toe ie ze zag komme, want ie zat em al te verkroimele, dat ze zoo lang weg bleve, Sch. t. W. 279. Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971) |
verkruimelen , verkrüumele
, verkruimelen. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
verkruimelen , verkraumeln , [werkwoord]
, nevenvorm van verkruimeln, verkrummeln, verkrumeln. , (Hogeland) Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
verkruimelen , vergreumele
, vergreumelde, haet of is vergreumelt , verkruimelen. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
verkruimelen , verkrummeln , zwak werkwoord, overgankelijk
, verkruimelen Nou moej die stoet niet zo verkrummeln, aans moe’k het allemaol nog weer oprumen (Hijk), Beschuten wordt verkrummeld (Rol), Brood verkrummeln veur de veugelties (Vle) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
verkruimelen , verkrummeln
, 1. verkruimelen. 2. in elkaar krimpen. Wie verkrummelt van de kolde. Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde. |
verkruimelen , verkrummelen , werkwoord
, verkrummelen, verkrummeld , verkruimelen. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
verkruimelen , vergräömele , werkwoord
, vergräömeltj, vergräömeldje, vergräömeldj , verkruimelen Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |