elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: vergoeden 

vergoeden , vergootsen , vergoetsen , [werkwoord] , vergoeden. O.ii.11,43. iv.83. v.76. S.v.22.
Bron: Boeles, P. (ca. 1875), Idioticon Groninganum. Vergelijkend woordenboek van den Groningschen tongval, uitgegeven door Siemon Reker, 1977, Egbert Forsten & Profiel.
vergoeden  , vergeuie , vergoeden.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
vergoeden , vergöuden , vergoeden
Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen
vergoeden , vergouden , [werkwoord] , 1 vergoeden.; 2 vergoeding.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
vergoeden , verguie , verguide, haet of is verguit , vergoeden.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
vergoeden , vergoeden , vergoen , zwak werkwoord, overgankelijk , Ook vergoen (Zuidoost-Drents zandgebied, Midden-Drenthe). Var. als bij goed = vergoeden Hie hef zoveul veur oes daon, dat kuw hum nooit vergoen (Zwin), Ze wilt die schao wel vergoden (Gas)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
vergoeden , vergeuje , werkwoord , vergeujde, vergeujd , vergoeden , VB: Ich heb mêt dn ôtô ién d'nne baj gezëte meh ich zal 't dich waol vergeuje.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
vergoeden , [vergoeden] , vergeuje , vergeutj, vergeudje, vergeudj , vergoeden
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
vergoeden , vergeuje , vergoje , werkwoord , vergeutj, vergeutjdje, vergeudj , vergoeden ook vergoje
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
vergoeden , vergeuje , werkwoord , vergoeden
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
vergoeden , vergoeje , zwak werkwoord , vergoeden; B vergoeje - vergoejde - vergoejd; ik vergoej, gij/hij vergoejt; – korte oe; Cornelissen & Vervliet - Idioticon van het Antwerpsch dialect - 1899 - VERGOEIEN (ook: vergoien, vergoeien, verguien) - In het kaartspel: een kaart uitspelen of bijsmijten, die men niet zou mogen spelen hebben, omdat zij de tegenpartij ten goede komt.
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant
vergoeden , vergaoje , vergoeden
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal