elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: uitzoeken 

uitzoeken  , oetzeuke , zeuk, zuks, zuk, zôch, gezôch , uitzoeken.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
uitzoeken , oetzuiken , [werkwoord] , uitzoeken.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
uitzoeken , zuuk ’t mar uut! , Zoek het maar uit! (Bekijk het maar!) Uitroep.
Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk
uitzoeken , oetzuike , zuikde oet, haet of is oetgezuik , uitzoeken.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
uitzoeken , uutzuken , zöchen uut, uut ezöch , uitzoeken.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
uitzoeken , oetzuken , sterk werkwoord, overgankelijk , 1. uitzoeken Zij hebt het wel zo uut ezucht det het in mien naodiel uutkwamp (Ruw), Dat moej zölf mar uutzuken, hoe dat zit (Klv) 2. uitkiezen Ie moet je een vrouw oetzeuken die lekker kan koken (Hijk), 3. sorteren Wij hebt de appels oetzucht, maor er was heel wat oetval bij (Dro), Erpel oetzuken (Sle)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
uitzoeken , uutzuken , uutzûken , (Kampen) uitzoeken. Ook: uutzûken (Kampereiland, Kamperveen)
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
uitzoeken , uutzuukn , uitzoeken.
Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde.
uitzoeken , uutzuken , uutzeuken , werkwoord , 1. uitzoeken: uitkiezen 2. nagaan, onderzoeken 3. erop toeleggen, bewust uitzoeken om voordeel te behalen
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
uitzoeken , uutzuken , werkwoord , uitzoeken.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
uitzoeken , uitzuujke , uitzoeken
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen
uitzoeken , [uitzoeken ] , oetzeuke , uitzoeken
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
uitzoeken , oetzeuke , werkwoord , zeuktj t, zócht t, oetgezóchdj , uitzoeken; hae zeuktj het zich mer t – hij zoekt het maar uit
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
uitzoeken , ötzuuke , sterk werkwoord , ötzuuke - zòcht èùt - ötgezòcht , uitzoeken; WBD III. 1. 4:45 'uitzoeken' = uitkiezen; Antw. UITZUKEN - uitzoeken
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal