Woord: uittrektafelĀ
uittrektafelĀ , oettrektaofel
, uittrektafel. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
uittrektafel , oettrektaofel , 0
, uittrektafel Aj een hoop eters hebben, is een uuttrektaofel wel gemakkelijk (Erf) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
uittrektafel , uuttrektaofel , zelfstandig naamwoord
, de; uittrektafel Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |