Woord: tovenaar
tovenaar , [iemand die tovert] , tövenaor , mannelijk
, toovenaar. Bron: Gallée, J.H. (1895). Woordenboek van het Geldersch-Overijselsch Dialect. Deventer: H.P. Ter Braak |
tovenaar , tjoender , tjoener
, toovenaar, wonderdoener; tjoenster = toovenaarster; betjoend (= beteuverd) = behekst. Eigenlijk Friesch, van tsjoenen = tooveren; tsjoenster = tooveres, heks; bitsjoend = behekst. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
tovenaar , touvenaer
, toovenaar. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
tovenaar , tjoender , [zelfstandig naamwoord]
, tovenaar. , (Westerkwartier) Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
tovenaar , tovenoar , [zelfstandig naamwoord]
, tovenaar. ‘t Gron. woord is teuverder. , uit het Holl. Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
tovenaar , touvenaer , mannelijk
, touvenaesj , tovenaar. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
tovenaar , teuvenaar
, tovenaar Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
tovenaar , toverder , zelfstandig naamwoord
, de; tovenaar, iemand die kan toveren Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
tovenaar , toüvener , zelfstandig naamwoord, mannelijk
, toüveners , - , tovenaar Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |
tovenaar , teuvenaer , zelfstandig naamwoord
, tovenaar. Zie ook: goochelaer. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
tovenaar , toûvener , zelfstandig naamwoord, mannelijk
, toûveners , tovenaar Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |