elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: tekst 

tekst , tekst , den tekst hebben op iemand of iets = het op iemand of iets gezet hebben.
Bron: Ballot, A. (1870), Eigenaardigheden van het Twentsche dialect, uitgegeven in 1968, Hengelo.
tekst , teks , het vierde gedeelte van een vel papier, Gron. tekst, Oostfr. teks.
Bron: Molema, H. (1889), Proeve van een woordenboek der Drentsche volkstaal in de 19e eeuw, handschrift
tekst , tekst , teks , het vierde deel van een vel papier, kwartvel; Drentsch teks, Oostfriesch tekst; in: met iemand an teks, of: an de tekst wezen = met hem in gesprek zijn, een gesprek met hem voeren; de predikanten zeggen: tekstbriefje; een papiertje, dat door den predikant aan den koster (organist of voorzanger) wordt afgegeven, waarop vermeld staat wat op de kerkeborden moet worden geschreven, nl. de tekst en ’t geen er gezongen zal worden, alsmede wat er moet worden voorgelezen.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
tekst , teks* , zie ook tekst * 1.
Bron: Ganderheyden, A.A. (1897), Groningana – Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal, Groningen (reprint 1985)
tekst  , teks , tekst.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
tekst , täks , mannelijk , täksen , tekst. I mönt em neit vån ’n täks brengen
Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen
tekst , teks , [zelfstandig naamwoord] , tekst. Teks en oetleg geven. Mit ain aan teks wezen = met iem. in gesprek zijn.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
tekst , tàks , zelfstandig naamwoord, mannelijk , tàksn , tàkjen , tekst. Van n tàks of wean, de draad kwijt zijn; n tàks oarns op zetn, zijn zinnen ergens op zetten; op nen aandrn tàks komm, zijn zinnen verzetten; wo kom iej op n tàks, hoe kom je er bij; neet op n tàks kùnn komm, er ni
Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl.
tekst , tėks , mannelijk , tėkste , tėkske , tekst. Eeme van den tėks aafbrénge: iemand van de wijs brengen. Zie ook: apperpoo.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
tekst , teks , 0 , (dva) = vierde gedeelte van een vel papier
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
tekst , tekst , 0 , teksten , tekst Die tekst kan ik zunder bril niet lezen (Zwin), Ik mus hum aoveral tekst en oetleg van gèven alles uitvoerig verklaren (Nsch), Op zundagschoele kregen wij vrogger in plaats van een tekstien ook wel ies zo’n mooi deurschienend plaatien (Mep)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
tekst , tekste , tekse , tekst
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
tekst , tekse , tekst.
Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde.
tekst , teks , zelfstandig naamwoord, mannelijk , - , - , onderwerp , VB: Noé brings te mich gaans van m'nnen teks aof mêt dy vraog.; van z'nne teks aof zién lekker (niet lekker zijn) van z'nne teks aof zién
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal