Woord: stoelenmatter
stoelenmatter , stoolematter
, stoelematter. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
stoelenmatter , stoelenmatter , stoelematter, stoelmatter, stoelwinder, stoelbinde , 0
, Ook stoelematter, stoelmatter, stoelwinder (Zuidoost-Drents zandgebied, db), stoelbinder (Zuidoost-Drents zandgebied, Kop van Drenthe) = stoelenmatter De matte is kepot. De stoulmatter had er een bukkenkop instopt en do hef de katte hum kepot krabd. Zo holdt hij wark (Bco), De stoelenmatter komp ien keer in het jaor langes (Zdw) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
stoelenmatter , stoelematter
, stoelenmatter Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
stoelenmatter , stoelematter , stoolmatter , zelfstandig naamwoord, mannelijk
, stoelematters/stoolmatters , stoelematterke/stoolmatterke , stoelenmatter Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |