elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: schoonmoeder 

schoonmoeder  , schoeënmooder , schoonmoeder.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
schoonmoeder , schoonmoe , schoonmoeder , 0 , schoonmoeder Mien schoonmouder heb ik niet kend (Zui), En zo kwaamp het dat Gait Zoer alle dagen zien schoonmoe aover de vloere had (ov:kv)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
schoonmoeder , skoonmoeder , skoonmoe, skoonmo, schoonmoer, schoonmoor , schoonmoeder. Ook: skoonmoe (Kampereiland), skoonmo, Gunninks woordenlijst van 1908: schoonmoer, Gunninks woordenlijst van 1908: schoonmoor (Kamperveen)
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
schoonmoeder , skoonmoeder , skoonmoe , zelfstandig naamwoord , schoonmoeder.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
schoonmoeder , schònmoejer , schoonmoeder
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen
schoonmoeder , schonmoeder , zelfstandig naamwoord , schoonmoeder; Dirk Boutkan (1996)  - (blz. 33) 'schomoeder' (geen klinkerverkorting)
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant
schoonmoeder , schoeënmaoder , schoonmoeder
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal