elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: rund

rund , runder , meervoud runders, voor: burger, allen die geen student geweest zijn. Studentenwoord.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
rund , rind , vaars.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
rund , röönd , rund
Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen
rund , rénjt , onzijdig , rénjer , rinjtje , rund (benaming van rundvee voor beide geslachten in de leeftijd van 3 tot 13 à 14 maanden). Doe bës mich ẹ rénjt: je bent een gekke vent; stommerik.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
rund , rinjtj , vrouwelijk kalf dat de eerste tochtigheidsverschijnselen vertoont
Bron: Crompvoets, H. en J. van Schijndel (1991), Mééls Woordeboe:k. Meijel: Medelo.
rund , rund , 0 , runder>. weinig gebr , 1. rund Het woord rund wordt niet bruukt as anduding van veei, meer as anduding van een bepaold soort persoon, die niet al te snugger is of döt (Eex), Rund is een Nederlands woord veur kou (Eco), Hij is zo dom as een rund (Hgv) 2. dom persoon Wat bin ie toch een rund! (Bei)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
rund , reend , zelfstandig naamwoord, onzijdig , reender , rênsje , rund , VB: De boer haw tien keu en vief reender Zw: Bloje wie e reend.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
rund , rindj , onzijdig , rinjer , rindje , rund , De rinjer zeen oette wei en zitte ane kroeate!
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
rund , rinjdj , zelfstandig naamwoord , rinjer , rintje , klein rund (tussen kalf en vaars) (Duits: Rind)
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
rund , rûndj , zelfstandig naamwoord, onzijdig , rîndjer/rûndjer , rindje , rund; rîndj rund
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal