Woord: moedertaal
moedertaal , moorstaal
, moedertaal. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
moedertaal , moodesjtaal , mannelijk
, moedertaal. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
moedertaal , moedertael , zelfstandig naamwoord
, de; moedertaal: moerstaal Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
moedertaal , maoderstaal
, moedertaal Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. + |