elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: lampetkom 

lampetkom , lampetkōm , waschkom, lampet, dus pleonasme.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
lampetkom  , lampetkômp , kom van een waschtafel.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
lampetkom , lampëtkómp , mannelijk , lampëtkump , lampetkom.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
lampetkom , lampêtkoomp , zelfstandig naamwoord, mannelijk , lampêtkeump , - , lampetkom , VB: 't Wäoter oét de lampêtkan woerd ién de lampêtkoomp gesjöd.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal