Woord: kwalsteren
kwalsteren , [hoesten] , kwalstern
, hoesten. Eigenl. = fluimen opgeven, en dus gevolg van hoesten. Bron: Molema, H. (1889), Proeve van een woordenboek der Drentsche volkstaal in de 19e eeuw, handschrift |
kwalsteren , kwalstere
, fluimen uitspuwen. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
kwalsteren , kualsteren , zwak werkwoord
, fluimen Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen |
kwalsteren , kwaalstern , [werkwoord]
, 1 kwaalsters oogeven; 2 ‘t kwielen van de koeien. Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
kwalsteren , kwalstere , werkwoord
, 1. kwijlen (van bijvoorbeeld kalveren) (KRS: Bunn, Hout; LPW: Bens, Lop) 2. (ww) spuwen (KRS: Bunn) In deze betekenis ook in de Vechtstreek (Van Veen 1989, p. 82). In Gouda heeft het woord de betekenis ‘rochelen’ (Lafeber 1967, p. 121). Zie ook *tuffe . Bron: Scholtmeijer, H. (1993), Zuidutrechts Woordenboek – Dialecten en volksleven in Kromme-Rijnstreek en Lopikerwaard, Utrecht |
kwalsteren , kwalsteren
, kwalsteren, ekwalsterd , de keel schrapen. Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte |
kwalsteren , kwalstern , zwak werkwoord, (on)overgankelijk
, kwalsteren Jaan kwalstert der mor wat op lös, mor dat gef niks, zeg e het mot vort (Eex), Ene die kwalstert die moej niet an taofel hebben, want dan geet je het eten over (Hijk) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
kwalsteren , kwalsteren
, spugen Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
kwalsteren , kwalstern
, slijm uitspugen. Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde. |
kwalsteren , kwalsteren , werkwoord
, plakken, tot een weke massa worden van vlokken natte sneeuw Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |