Woord: klompennagel
klompennagel , klômpenaegel
, spijkers voor het verzolen van klompen. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
klompennagel , klompenaegel , zelfstandig naamwoord
, de; kopspijkertje Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
klompennagel , [spijkertje ] , klómpenieëgel , mannelijk
, spijkertje met platte kop Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |