Woord: hoofdstel
hoofdstel , huidsel
, hoofdstel van een paardentuig. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
hoofdstel , heufstel , heustel; hoofdstal , zelfstandig naamwoord onzijdig
, ‘t hoofdstel van ‘t paardetuig. || heufd; hoofdtstal Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
hoofdstel , hùtsel , mannelijk
, halster. Bron: Kerkhoff, Chris (1970 ev), Dialectwoordenlijst van het Land van Cuijk, Cuijk |
hoofdstel , hötsjel , onzijdig
, hötsjele , hoofdstel van paard zonder bit. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
hoofdstel , hutsel
, kopstel vánt paerdetuug. (WLD I.10, 6) Bron: Kuipers, Cor e.a. (1989), È maes inne taes. Plat Hôrster, Horst. |
hoofdstel , heufstel
, hoofdstel. Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte |
hoofdstel , heufdstel , 0
, hoofdstel Het heufdstel bestun oet de ring, de snoetriem, de kinbaand, de kopbaand, de keelbaand en mangs de oogkleppen (Sle), Wij hadden het heufdstel mooi oppoetst doew met het pèerd hen toonstelling west bint (Oos) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
hoofdstel , eufdstel , eustel
, hoofdstel. Ook: eustel (Kamperveen) Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen |
hoofdstel , heufstel
, hoofdstel van een paard. Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde. |
hoofdstel , heufdstel , heufdstal , zelfstandig naamwoord
, et; hoofdstel Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
hoofdstel , hôôfstel , hôôfdstel , zelfstandig naamwoord
, hôôfstelle, hôôfdstelle , hôôfstellechie, hôôfdstellechie , hoofdstel Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal. |
hoofdstel , hudsel , zelfstandig naamwoord
, halster (Helmond en Peelland) Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren |
hoofdstel , [paardentuig] , hötsel , onzijdig
, hötsels , hötselke , hoofdstel, tuig voor het hoofd van een paard Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
hoofdstel , hötsel , hödsel , zelfstandig naamwoord
, hötsels , hötselke , paardenhoofdstel ook hödsel, kopstök Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |
hoofdstel , hötsel , zelfstandig naamwoord, onzijdig
, hötsels , hötselke , bustehouder, paardenhoofdstel, vrouw, lompe Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd. |
hoofdstel , hutsel
, paardenhoofdstel Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. + |