Woord: gemanierd
gemanierd , gemeneerd
, goede manieren hebbend. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
gemanierd , gemaneiert
, gemaneierder, gemaneierste , gemanierd, welopgevoed. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
gemanierd , gemeneerd , bijvoeglijk naamwoord
, fatsoenlijk Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt |
gemanierd , gemeneerdj , bijvoeglijk naamwoord
, gemeneerdje , gemanierd Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel. |