elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: fledder 

fledder  , fledder , uitwerpsels.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
fledder , [klap] , fleter , klap, oorvijg.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
fledder , flèdderke , zelfstandig naamwoord , verkleinwoord; WBD III.2.3:124 'fleddertje' = dun schijfje
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal