Woord: droogvoets
droogvoets , drüegveuts
, droogvoets. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
droogvoets , drougvoets , bijvoeglijk naamwoord
, in de zegswijze drougvoets deur de Rooie zei gaan, onderweg geen café aandoen. Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer |
droogvoets , dreuchvouts
, droogvoets. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |