elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: bullebak 

bullebak , bullebak , mannelijk , bullebakken , bullebakkes, bullengezigt, een wreed boosaardig dier, een norsch, stuursch mensch; voor bullebak spelen, bangmaken; hij kijkt als een bul, die stooten wil.
Bron: Bouman, J. (1871), De Volkstaal in Noordholland, Purmerend.
bullebak  , böllenbak , bullenbak.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
bullebak , bullebak , mannelijk , bullebėk , bullebėkske , bullebak.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
bullebak , bollebak , spook, bedreigend iets. Is ook de naam van een intussen afgebroken boerderij, annex woonhuis, in de Meente in Olst.
Bron: Bos-Vlaskamp, G. e.a. (1994), Olster woorden, Olst.
bullebak , bullebak , bulbak , Ook bulbak (Zuidoost-Drents zandgebied) = 1. bullebak Die tentker, dat vin ik ja wel zun bullebak (Eex) 2. masker Um Sunterklaos lèupen de jongens vake mit een bullebak (of mombakkes) op (Hgv), zie ook bulsekop 3. kinderschrik (Zuidwest-Drenthe, zuid) Pas toch op door bij die sloot; zo dommee pakt de bullebak oe (Bro), Een bullebak hef een ketten an de pote en aj te dichte bij de wieke koomt, slat hie oe de ketten um de hoed en nemp ie oe mit (Hol), Pas op, der zit een bullebak ien de putte. Die wil oe pakken (Rui), zie ook beuskèrel, boesjeude
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
bullebak , bullebak , zelfstandig naamwoord , de 1. lompe, norse, foeterende persoon 2. masker
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
bullebak , bullebak , zelfstandig naamwoord , bullebakke , bullebakkie , 1. boze geest De boeman of d’n bullebak zit altijd onder de stap om klaaine jonges in ’t water te trekke De boze geest zit altijd onder de vlonder aan de slootkant om kleine jongens in het water te trekken Zie ook boeman, weerwolf 2. klompje neusvuil Zie bul
Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal