elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: boven 

boven , boven brengen , wordt gebruikt voor iemand naar de gevangenis brengen. De reden dezer uitdrukking is, dat de gevangenis te Dordrecht boven het raadhuis is. Zoo spreekt men in die plaatsen, waar de gevangenis beneden is, van naar beneden brengen. Zie verder Hoeufft in v. gevangen-toren
Bron: Bisschop, W. (1862), ‘Het Dordsche taaleigen. Bijdrage tot de kennis der Hollandsche dialekten’, in: De Taalgids 4, 27-48.
boven , boven , voor: het woonvertrek van het gezin van een landbouwer; bie de groote boeren komt ’t volk nooit boven, dat is het dienstvolk wordt daar niet toegelaten; goa moar noa boven (in burgerhuizen: noa veuren), dat is ga maar naar den boer, gij behoeft hier (achter) niet op hem te wachten. – Staat voor: bovenhoes; zie aldaar – Als voorz.: boven stoof zitten = zitten met eene warme stoof onder de voeten, van vrouwen; hij zit boven op de kachel (of: op ’t vuur) = er dicht bij.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
boven , boven , bijwoord , vgl. zegsw. op boer.
Bron: Boekenoogen, G.J. (1897), De Zaanse Volkstaal. Deel II: Zaans Idioticon - Aanvullingen. Zaandijk (herdruk 1971)
boven , boven , zie bovenhoes *.
Bron: Ganderheyden, A.A. (1897), Groningana – Supplement op H. Molema’s Woordenboek der Groningsche Volkstaal, Groningen (reprint 1985)
boven , booven , enbooven , zie V, 35.
Bron: Ebbinge Wubben, C.H. (1907), ‘Staphorster Woordenlijst’, in: Driemaandelijkse Bladen 6, 61-94
boven  , baove , boven. Böveste, bovenste. Der baove, er boven.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
boven , buaaven , boven, noordelijk van de dorpsstraat
Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen
boven , buäävert , in buäävert, vanaf het dorp het buääverloond in lopen. Buäävert in gaon.
Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen
boven , bóve ,   ,   , 1. aan dek: Piet is bóve; hij is iet omlaeg. Ook: nae bovene gaen. 2. aan de windwaartsche kant. Bijv. de wind is Noord, we komen op de kust aan naar IJmuiden, uit zee, en zeilen juist zoo, dat we liggen tusschen Noord en Katwijk, dan heet het: We zâale net boven Kattek. We vaerde bove die Skevelinger heen, we passeerden hem aan de kant, waar de wind vandaan kwam. Het tegendeel is an lij van hem heen. Zoo liggen twee schepen ten opzichte van elkaar als de boveste en de lijerste. 3. D’r bove heen gaen, D’r passies bove heen gaen, nog op ’t nippertje aan de windwaartsche kant passeeren.
Bron: Overdiep, G.S. (1949), Woordenboek van de Volkstaal van Katwijk aan Zee, Antwerpen
boven , Boven , [bijwoord] , 1 boven. Spr. Wat boven in zak zit, mout ter ‘t eerst oet = waar het hart vol van is, loopt de mond van over. Boven in ‘t laand = in ‘t bovenlaand; zie daar. Hai komt boven oet ‘t laand = uit den vreemde. Boven blieven, hoalen, hòllen, leggen enz. Kou is boven ‘t gras = deze koe behoeft niet meer in de wei, wordt toch niet vetter meer. Te boven komen. Zie ook van boven. Dat zit hom boven in kòp = daar denkt hij ‘t eerst aan; dat is bij hem het voornaamste.; 2 in de voorkamer van de boerderij. Ze wonen boven; boer is boven. Bie paardij boeren maggen boden nooit boven komen.; 3 op de voornaamste plaats. Hai zit boven (aan) in kerk.; 4 ouder dan. Der binnen nòg drij wichter boven Geert. Tegenover onder of beneden.; 5 boven Stad = aan de andere kant; hai woont nòg drij uur boven Stad.; 6 boven in ‘t laand = een heel eind weg. Ze wonen boven in Duutslaand.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
boven , van boven , [bijwoord] , Doar bin k lelk van boven komen 1 ik ben lelijk gevallen.; 2 ik ben slecht behandeld.; 3 ik heb er veel bij verspeeld. Als een vrouw mooi gekleed gaat, maar geen goede onderkleren heeft, dan heet het: Van boven bont, Van ondern stront.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
boven , bùewtn , bijwoord , boven
Bron: Schönfeld Wichers, K.D. (1959), Woordenboek van het Rijssens dialect, herdruk 1996, z.pl.
boven , baove , boven.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
boven , boam , boven
Bron: Bos-Vlaskamp, G. e.a. (1994), Olster woorden, Olst.
boven , boam , boven.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
boven , boven , baoven , Ook baoven (Zuidwest-Drenthe, zuid, Zuidoost-Drents veengebied) = 1. (vz.) boven Ik zitte bij het törfhalen liever baoven op de törf as op de vaorkiste (Zdw), Ik zat boven in de karke vooraan (Bov), Hij is boven de 65 (Bui), Het giet hum boven de pet (Oos), De koenen lupen boven in de Broeken achter, ver weg (Sle) 2. (bw.) De kwajong zat boven in de boom (Row), Ik was bliede dat ik boven was (Ass), Ik gung van boven naor beneden (Exl), Het vet wil altied boven drieven (Wsv), Hij stait mai boven op de hoed vlak bij mij (Rod), Zij was baoven an het wark, op de trappe (Hgv), Aj een lang stuk [weiland] hadden, mussen ij hielmaol hen boven um de koenen op te halen naar achteren (Sle), Die tegenslag is hij niet te boven kommen (Emm), Hij zit van onder tot boven onder de modder (Coe) *Van boven bont, van ondern stront van kleding, waarvan het bovengedeelte wel fraai is, maar de rest niet (Sle)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
boven , bovvene , boven.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
boven , boven , boven
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
boven , baovm , boven. Hie is helemaole baovm Jan.
Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde.
boven , bovenen , bijwoord , in van bovenen van boven, naar beneden, vanaf de bovenkant
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
boven , boven , voorzetsel , 1. op een hoger gelegen plaats, boven 2. hoger in rangorde 3. meer, hoger dan een bep. maat, hoeveelheid 4. ten noorden van, bijv. in Die is mit een Fries trouwd, die komt boven de Kuunder weg 5. ter hoogte van
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
boven , boven , bijwoord , 1. op een hoger gelegen plaats 2. op een verdieping anders dan de begane grond, vaak: zolder, slaapkamer boven 3. hoger op de bladzijde 4. het beste, beter dan, bijv. Oranje boven! 5. in te boven overtreffend, sterker dan, bijv. Dat gaot mien verstaand te boven 6. bovenaan, in/op/over de bovenkant
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
boven , boovene , bijwoord , 1. boven 2. stroomopwaarts, de rivier op (richting Duitsland) D’r komp de leste daege veul water van boovene Er komt de laatste dagen veel water van stroomopwaarts
Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal.
boven , boëve , bijwoord , boven , (overtreffende trap: buüvenste) VB: Ich gaon éffe nao boëve , dan haol ich 't dich. Zw: Noé ês 't mich boëve: nu is de maat vol. Zw:. Ze van boëve aof druüver kriége: 'n uitbrander krijgen Zw:.'r Kaom van boëve aof: uit het zuidelijk gedeelte van Gronsveld Zw: Dao boëve. In: Dao boëve hèt 't al gesjniejd = in het noorden van Nederland.; maat (nu is de maat vol) noé ês 't mich boëve
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
boven , boove , boven
Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk.
boven , baoven , voorzetsel , boven.
Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie
boven , boove , bóvve , boven
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen
boven , boeave , boven , Boeave en ónger.
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
boven , [bovenverdieping] , boeave , mannelijk , bovenverdieping , Det hoes haet eine groeate boeave.
Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn
boven , boeëve , boven
Bron: Janssen, L. (2013), Limburgs Woordenboek Heels-Nederlands, Heel.
boven , boeëve , bove , voorzetsel , eerste vorm Weerts (stadweerts); tweede vorm Buitenijen (kerkdorpen rondom stadskern), Nederweerts, Ospels; boven
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.
boven , boove , zelfstandig naamwoord , zelfstandig naamwoord - bovenhuis, verdieping; Ak nòr den boove gao; Cees Robben – As de mieter naor boven... want gij brengt er het brekspul in... (19640619); Van Rijen (1998): 'Zèè de den boove òn ut doen?'; Henk van Rijen: den boove doen - de bovenetage schoonmaken; WBD III.2.1:76 'den boven' = bovenverdieping; Goemans, Leuvens taaleigen (1936): BOVEN - bo:ve, zelfstandig naamwoord mannelijk - het bovenhuis; J. Cornelissen & J.B. Vervliet, Idioticon van het Antwerpsch dialect (1899): BOVEN zelfstandig naamwoord mannelijk - bovenverdieping, bovenhuis, bovenkamer; de meid is bezig met den boven te schuren. Op 'nen boven wonen.I
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant
boven , boove , bijwoord, voorzetsel , "bijwoord; boven, nl. op het politiebureau; Van Delft - - Vroeger ""mossen de zatlappen boven kommen bij den commesaar"" en als zij dan boven (op het stadhuis) waren geweest ""wieren ze d'r onder gezet"" (in de gevangenis).(Nwe. Tilb. Courant; Van Vroeger Dagen afl. 110; 20-04-1929); Cees Robben – Den Sjarel moes boven-komen.. En tèènemekaare d’r onder... (19620406) [De cellen waren blijkbaar onder het politiebureau gelegen.]; III - voorzetsel - boven; Van Rijen (1998): 'Zèè de naa pas boove zonk?' - Ben je nu pas boven water (uit bed)?; Van Rijen (1998): 'Dè-s boove mun heup! - Dat ligt boven mijn vermogen.'; IV - samenstellingen met diverse betekenissen; WBD boovenèrm, (Hasselt) boowvenèèrem - bovenbeen v.e. paard; WBD boowvedèksel, boowvelat (II:1002) - deksel v.d. effenaar; WBD boovespròng (II:1019) - bovensprong (bij weefgetouw); WBD (de ketting/de inslag) wèrkt boove, leej boove (II:1047) - bovenwerken"
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant
boven , bouve , boven
Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. +


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal