elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: betreden

betreden , betraeie , betraei, betraeis, betraeit, betrooi, betraoie , betreden.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
betreden , betraeë , betrou, haet of is betraoe , betreden.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
betreden , betrèèn , betrad, betrène , betreden.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
betreden , betreen , sterk werkwoord, overgankelijk , (N) = betreden
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
betreden , betrèèn , betreden. Ik zal bie ’m de vloere niet weer betrèèn.
Bron: Dialectwârkgroep Heerde/Waopmvelde (2004), Nieje Heerder Woordnboek, Heerde.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal