elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: bestekamer 

bestekamer , beste koamer , ’t arbeidersvolk zegt schietgemak, en: schiethoes = privaat.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
bestekamer  , bestekamer , W.C.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
bestekamer , beste kamer , kamer die alliën óp hoëgdaag gebroekt woort. Duk stóng doa de ni-je fiets i.
Bron: Kuipers, Cor e.a. (1989), È maes inne taes. Plat Hôrster, Horst.
bestekamer , beste kamer , inne beste kamer stông in ieder gevâl en H.Hartbiëld. Dit biëld háj duk d’n beste hoed óp. In die kamer, die eigenlijk ni gebroekt woort, hóng miëstal ok ut schilderi-jke mit ut “oëg”.
Bron: Kuipers, Cor e.a. (1993), Zò bót ás en hiëp. Plat Hôrster, Horst.
bestekamer , beste kaemer , toilet.
Bron: Bos-Vlaskamp, G. e.a. (1994), Olster woorden, Olst.
bestekamer , beste kaemer , toilet.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
bestekamer , biste kaomer , stoffelijk bijvoeglijk naamwoord , + zelfstandig naamwoord; W.C., bestekamer; Van Rijen (1998): voorkamer (salon); WBD (III.2.1:112 'beste kamer'of 'gemak', 'plee', ‘huiske’, 'schijthuis'; Jan Naaijkens, Dès Biks (1992): bistekaomer zelfstandig naamwoord - plee, nummer 100, ’t höske; WNT BESTEKAMER - pronkkamer; sekreet, gemak.
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal