elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: allerliefst

allerliefst , alderlijst , allerliefst; alderlijste mooi, alderlijst wicht, enz.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
allerliefst , allerleefs , allerliefst.
Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo.
allerliefst , alderlaifst , allerlaist , [bijvoeglijk naamwoord] , allerliefst. Zai is zo alderlaifste mooi. Dat is zien allerlaifste = dat doet hij het liefst.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
allerliefst , allerliefst , bijwoord , Voor var. z. lief = allerliefst Wat is dat een allerlaifst mooi wicht (Een), Dat doew het allerliefste (Zdw)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
allerliefst , alderliest , alderliefst , bijvoeglijk naamwoord, bijwoord , 1. allerliefst, liever dan iets anders 2. in hoge mate beminnelijk
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
allerliefst , alderliest , bijvoeglijk naamwoord , allerliefst
Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal