Woord: afknijpen
afknijpen , aafkniepe
, kniep, knieps, kniep, kneep, geknepe , afknijpen. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
afknijpen , ofknoipe , werkwoord
, Ook: streng aanpakken, kort houden. Bron: Pannekeet, J. (1984), Westfries Woordenboek, Wormerveer |
afknijpen , aafkniepe
, kneep aaf, haet of is aafgekneepe , afknijpen. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
afknijpen , afknieppe
, ’t afknieppe, sterven. Bron: Crompvoets, H. en J. van Schijndel (1991), Mééls Woordeboe:k. Meijel: Medelo. |
afknijpen , ofkniepen , sterk werkwoord, overgankelijk
, afknijpen Een stok van een stoete ofkniepen (Hol), Een stuk draod ofkniepen (Nam), Dat zit te strak, ie zulden de arm ofkniepen (Noo), Wat een stuk wind, de aodem kneep mij of (Vri), Hij zat in de karke en do hef hij stiekem een scheet afknepen voorzichtig een deel van een wind gelaten (Bco), De trainer hef de speulers weer goed ofknepen aangepakt (Eri) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
afknijpen , ofkniepen , werkwoord
, 1. afknijpen 2. streng drillen Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte. |
afknijpen , [dicht knijpen] , ofkniepen , werkwoord
, afknijpen. Bron: Kraijer, M., H. Mulder, D. Visscher en Ph. Bloemhoff (2009), Op zien Zwols: Woordenboek van de Zwolse Taal, Kampen: IJsselacademie |
afknijpen , aafkniepe
, afknijpen Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
afknijpen , afknèèpe , sterk werkwoord
, afknèèpe - knêep aaf - afgekneepe , WBD III.3.1:253 'afkleppen', 'uitroepen' = bekendmaken; WBD castreren, ook 'lubbe', 'afbèène' of 'snije' genoemd; in tegenwoordige tijd vocaalkrimping: gij/hij knèpt aaf Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |
afknijpen , aafknie~pe
, kneep aaf – aafgeknaepe , afknijpen Bron: Arts, Jan (2015), Brónsgreun Bukske, Editie Veldes dialek, Velden. + |