Woord: afheffen
|
afheffen , aafhöffe
, höf, höfs, höf, höfde, gehöf , afheffen. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
|
afheffen , afhèffe , werkwoord
, het er afbrengen. Dit kan goed of slecht zijn: De hèrmenie hègget ’r goed afgehèft. Ze holde wir d’n irste prèès. De harmonie heeft het er goed afgebracht. Ze heeft weer de eerste prijs behaald. Ik hègget ’r slèècht afgehèft. ’k Zè wir gezakt vur m’n rijbewèès. Ik heb het er slecht afgebracht. ’k Ben weer gezakt voor m’n rijbewijs. Bron: Naaijkens, J. (1992), Dè’s Biks – Verklarende Dialectwoordenlijst, Hilvarenbeek |
|
afheffen , afheffen
, afpakken. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |
|
afheffen , afheffe
, 1. afbrengen; 2. afnemen Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk. |
|
afheffen , afheffe
, geluk gehad Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk. |
|
afheffen , afhéffe
, ervan afbrengen, verdelen , Dè hé d’r goewd afgehéft. Dat heb je er goed van afgebracht. , Stok kaârte afhéffe. Stok kaarten willekeurig in twee stapeltjes verdelen. Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen |
|
afheffen , afhèffe , zwak werkwoord
, afhèffe - hèfte aaf - afgehèft , afheffen (b.v. van kaarten); het er afbrengen; –hij heeget er goed afgehèft - hij heeft het er goed afgebracht (Tilburgse Taaklplastiek 171); WBD (III.3.2:171) afhèffe of hèffe = couperen (van kaarten); Jan Naaijkens, Dès Biks (1992): AFHÈFFE het er afbrengen; z.a .vdWater: 't er goed, slècht afhèfte - iets goed of slecht volbrengen .A.P. de Bont, Dialect v. Kempenland (1958): zw.ww.tr. en intr. zegsw. et er goewd / slaecht afheffe. - het er goed / slecht afbrengen .- In de Betuwe en de Bommelerwaard wordt 'het er af heffen' gebezigd voor 'het er af brengen, verrichten'. Zie ook v.d. Water (Bommelerwaard); WNT AFHEFFEN ... De kaarten afheffen: voor het rondgeven eenige kaarten van het spel aflichten om die onderaan te leggen. (couperen) Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |