Woord: afgrijpen
afgrijpen , aafgriepe
, griep, grieps, griep, greep, gegrepe , afgrijpen. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
afgrijpen , ofgriepen
, greep of, of egreppen , afpakken, afgrijpen. Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte |