Woord: aantekenen
aantekenen , antijken , anteiken
, aanteekenen, en: aanteekening. Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887) |
aantekenen , aanteike
, teiken, teikens, teikent, teikende, geteikend , aanteekenen. Bron: Daelen-Meuter, Jos. van (ca. 1937), Venloos waordebook, ongepubliceerd typoscript, Venlo. |
aantekenen , aantaiken , [werkwoord]
, 1 aantekenen. n Aantaikenboukje.; 2 aantekening. Most ter aantaiken van hollen. Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen |
aantekenen , aantaiken
, in ondertrouw gaan Bron: Steenhuis, F.H. (1978), Stoere en Olderwetse Grunneger Woorden, Wildervank: Dekker & Huisman |
aantekenen , aateikene
, teikende aan, haet of is aageteikent , aantekenen, zie ook: “in et kėsjke hange”. Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam |
aantekenen , antieken , onbepaald werkwoord
, 1. aantekenen Dat kanst doe toch wal in dat boukien anteiken (Bco) 2. in ondertrouw gaan (Zuidwest-Drenthe, Zuidoost-Drents zandgebied) Hij hef hen antieken west (Dwi) Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
aantekenen , añteekene , werkwoord
, teken an, tekende an, añgetekend , aantekenen, in ondertrouw gaan Ze binne vorege week añgeteekend Ze zijn vorige week in ondertrouw gegaan Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal. |
aantekenen , [aantekening maken] , aanteikene
, aantekenen Bron: Tonnaer, M. en Har Sniekers (eindred.), (2012), Thoears Woeardebook, Thorn |
aantekenen , òntêekene , zwak werkwoord
, òntêekene - têekende(n) aon - ongetêekend , aantekenen, in ondertrouw gaan; Goern. AANTEEKENEN - opschrijven; goed, slecht aangeteekend staan Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |