Introductiepagina

Werp

Ook: worp.

Hoeveelheidsaanduiding, voor o.a. geld (munten) en aardewerk.

Bij munten is het afhankelijk van de munt (en het tijdperk) hoeveel munten er in een worp gaan.
dubbeltjes 5 in een worp
duiten 4 in een worp
groot Vlaams (1/2 str.) 4 in een worp
schellingen 5 in een worp
zesdehalven (5,5 str.) 4 in een worp

Maassluis 1760,2: '29 2/5 worp elk 30 stuivers, facit 44-5-0'

Bij aardewerk verwijst de hoeveelheidsaanduiding 'worp' naar de hoeveelheid klei en leem die erin is verwerkt. Deze hoeveelheid verschilde per regio. Het aantal stuks dat van een worp gebakken werd, variëerde. Bij grote boterpotten (Keulse potten) werd de worp ook gebruikt om de grootte van de pot aan te geven.
"Driehonderd ende vijftich worp ongebacken steenwerck t'zamen op 8-17-0 / Drie ende tzestitich Uuijtrechtze worpen steenwerck 't worp op 8 str. fct. 25-4-0" (Gemeentearchief Leeuwarden, z3, f. 55 (1596).)
"2000 worpen Fries aardewerk fl. 260,-/ 500 worpen Gouds aardewerk fl. 100,-/ 800 worpen Berger en Keuls aardewerk, fl. 240,-" (Medemblik, 1861,5)

Voor hout geldt: 1 worp = 2 voet tonhout, 3 voet half tonhout of 4 voet kwart tonhout; 33 worp = 1 last. (WNT)
Doesburg1785,2: 22 worp hout, fl. 2,05.