Uitleenwoordenbank van het Nederlands

Woordvelden

In de Uitleenwoordenbank staat bij ieder woord een korte betekenisomschrijving, zowel bij het Nederlandse woord als bij het woord in de vreemde taal. Daarnaast zijn de Nederlandse woorden onderverdeeld in een overkoepelende thematische indeling aan de hand van 22 woordvelden. Die woordvelden zijn te vinden via een keuzemenu onder zowel Eenvoudig zoeken als onder Geavanceerd zoeken. Als men een bepaald woordveld kiest uit het keuzemenu, wordt automatisch rechts een nieuw keuzemenu geopend waarmee men kleinere subthema’s van het hoofdthema kan selecteren. Standaard staat dit op Alles. Zo kan men bij woordveld 4. Mensenwereld onder andere de subthema’s Familie of Eigenschappen kiezen.

Als men bij Eenvoudig zoeken een bepaald woordveld kiest, kan men de resultaten vervolgens visualiseren als grafiek, op een kaart en op een tijdslijn. Bij de visualiseren als grafiek wordt automatisch een referentiepercentage gegeven, gebaseerd op het gemiddelde aantal leenwoorden in de bewuste taal; hieruit blijkt of het woordveld in de bewuste taal relatief veel of weinig uitleenwoorden bevat. Dan blijkt bijvoorbeeld dat niet alleen het Russisch maar ook het Frans relatief veel Nederlandse namen voor schepen heeft overgenomen.

De thematische indeling in 22 woordvelden is overgenomen uit Nicoline van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek van het Nederlands, Amsterdam. Bij de indeling is uitgegaan van de volgorde waarin de mens en de mensheid de wereld leert en leerde kennen. Dat is namelijk de volgorde waarin hij diezelfde wereld gaat of ging benoemen; de achtergrond van de keuze is uiteengezet in de genoemde literatuur. Het loopt van Aardrijk via Plantenrijk, Dierenrijk, Menserwereld etc. tot Sport en spel.

Indeling van alle uitleenwoorden in woordvelden

De thematische indeling maakt het mogelijk om te bekijken of de uitgeleende woorden tot specifieke woordvelden behoren, en of de verdeling over de woordvelden bij de uitleenwoorden anders is dan bij een representatief woordbestand als het Chronologisch woordenboek. In de tabel wordt een vergelijking getoond.

Woordveld Aantal Uitleenwoorden Aantal i/h Chronologisch woordenboek
1. mensenwereld 2 832 (15,5%) 2 984 (16,1%)
2. wetenschap 1 968 (10,8%) 2 425 (13,1%)
3. sociaal leven 1 651 (9,1%) 1 389 (7,5%)
4. overheid 1 388 (7,6%) 1 323 (7,1%)
5. werk & industrie 1 233 (6,8%) 660 (3,6%)
6. scheepvaart 1 171 (6,4%) 244 (1,3%)
7. consumptie 814 (4,5%) 1 057 (5,7%)
8. taalkunde 807 (4,4%) 929 (5,0%)
9. dierenrijk 759 (4,2%) 855 (4,6%)
10.plantenrijk 714 (3,9%) 592 (3,2%)
11. aardrijk 685 (3,7%) 492 (2,6%)
12.handel 606 (3,3%) 770 (4,1%)
13. voortbewegen 576 (3,2%) 493 (2,7%)
14. communicatie 499 (2,7%) 687 (3,7%)
15. religie 484 (2,6%) 645 (3,5%)
16. kunst 468 (2,6%) 701 (3,8%)
17. leger 434 (2,4%) 421 (2,3%)
18. zintuiglijkheden 318 (1,7%) 351 (1,9%)
19. tijd 275 (1,5%) 291 (1,6%)
20. sport & spel 267 (1,5%) 501 (2,7%)
21. muziek 169 (0,9%) 469 (2,5%)
22. letterkunde 124 (0,7%) 261 (1,4%)
Totaal 18 242 (100%) 18 540 (100%)

Tabel 1. Woordveldverdeling van de uitgeleende Nederlandse woorden

De meeste percentages liggen in het uitleenbestand en het algemene Nederlandse woordbestand niet ver uiteen. Opvallende afwijkingen, waar het uitleenbestand meer woorden bevat dan het representatieve bestand, komen voor in de categorieën sociaal leven, werk & industrie, scheepvaart, plantenrijk, aardrijk en voortbewegen. Daarentegen zijn relatief minder woorden uitgeleend op de terreinen wetenschap, consumptie, handel, communicatie, religie, kunst, sport & spel, muziek en letterkunde. Hieruit blijkt in ieder geval dat het Nederlands op cultureel terrein buitengewoon weinig invloed heeft uitgeoefend op andere landen, terwijl de invloed op het sociale leven - met allerlei huis-tuin-en-keukentermen, namen voor kledingstukken, meubels en onderwijs - net als die op werk en industrie substantieel is geweest. Het relatief geringe aantal handelstermen is verrassend.

De grootste afwijkingen vertonen de woorden op het gebied van de scheepvaart. Dit lijkt een bevestiging van het cliché dat het Nederlands veel scheepvaarttermen heeft uitgeleend. Toch is dat maar betrekkelijk: weliswaar heeft het Nederlands volgens deze cijfers meer scheepvaarttermen uitgeleend dan er in een gemiddeld Nederlands woordbestand voorkomen, maar het gaat nog steeds om slechts zeven procent van het aantal uitgeleende woorden - de scheepvaarttermen staan op de zesde plaats van uitgeleende woorden, en op de gebieden mensenwereld, wetenschap en sociaal leven zijn aanzienlijk meer woorden uitgeleend.

Op het gebied van het aardrijk moet men dan denken aan woorden zoals baggeren, duin, gracht, kade, kanaal, orkaan, plas, polder, slijk, sloot, strand, veen, vliet, vloed, wad, wetering. Uit de voorbeelden blijkt dat het relatief grote aantal uitgeleende woorden samenhangt met de vooraanstaande positie van de Lage Landen op het gebied van het watermanagement: het aanleggen van polders, kanalen, sloten en dergelijke en het baggeren van waterwegen.

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (2015), Uitleenwoordenbank, op uitleenwoordenbank.ivdnt.org
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal