SAND-data Breda (K160p)

schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête

data schriftelijke enquête

zinsnr.testzinantwoorden
035 (x01a) Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 03378) vertaling: J wit da verhaal nog wel
036 (x01b) Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 03378) vertaling: M&P zien mekaor voor de kerk
037 (x01c) Toon wast ... (inf. 03378) vertaling: T wast z'n eige
opm.: reflexief: z'n eigen
038 (x01d) De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 03378) vertaling: de timmerman ee gin spijkers bij 'm
opm.: reflexief: hem
039 (x01e) Fons zag een slang naast ... (inf. 03378) vertaling: F zag 'n slang naast 'm
opm.: reflexief: hem
040 (x01f) Erik liet mij voor zich werken (inf. 03378) vertaling: E liet mij voor em werreke
opm.: reflexief: hem
041 (x01g) Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 03378) vertaling: J liet zich meedrijve op de golleve
opm.: reflexief: zich
042 (x01h) Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 03378) vertaling: T bekeek z'n eige 's goed in de spiegel
opm.: reflexief: z'n eigen
043 (x01i) Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 03378) vertaling: J ee in 2 minute 'n biertje gedronken
044 (x01j) Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 03378) vertaling: deze schoene lope makkelijk
045 (x01k) Eduard kent zichzelf goed (inf. 03378) vertaling: E kent z'n eige goed
opm.: reflexief: z'n eigen
046 (x01l) Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 03378) vertaling: W ee goord dat er foto's van em in de etalazie staon
opm.: reflexief: hem
047 (x01m) Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 03378) vertaling: die erpels schille nie makkelijk
884 (x01n) Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 03378) vertaling: da glas brikt as 't op de grond valt
052 (x02a) Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 03378) vertaling: dokter leev ik wel gezond genog
054 (x02b) Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 03378) vertaling: jaere lang leeft ie van d' erfenis van z'n vaoder
056 (x02c) Deze week leeft zij op water en brood (inf. 03378) vertaling: van de week leeft ze op waoter en brood
058 (x02d) Leeft het nog? (inf. 03378) vertaling: leev et nog
060 (x02e) Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 03378) vertaling: oelang leve jullie nou al ... (onvolledig)
062 (x02f) In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 03378) vertaling: in B leve ze vooral van de visvangst
064 (x02g) Na het eten ga ik slapen (inf. 03378) vertaling: nao 't eten gooi ik slaope
065 (x02h) Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 03378) vertaling: zou ik da wel kunne doen
066 (x02i) Hij liet zijn huis afbreken (inf. 03378) vertaling: ij liet z'n uis afbreke
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03378) vertaling: 'k wit da J art kun werreke
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03378) vertaling: 'k wit da J art kun werreke
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03378) vertaling: 'k wit da J art kun werreke
komt voor: j
gebr.: 5
076 (x03b) Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 03378) komt voor: n
078 (x03c) Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 03378) komt voor: n
079 (x03d) Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 03378) komt voor: n
081 (x03e) Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 03378) komt voor: n
083 (x03f) Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 03378) komt voor: n
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 3
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 3
088 (x04(iii)c) Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 03378) komt voor: n
089 (x04(iii)d) Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 03378) komt voor: n
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 3
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 3
093 (x04(iv)c) Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 03378) komt voor: n
094 (x04(iv)d) Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 03378) komt voor: n
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 1
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 1
097 (x04(ix)c) Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 03378) komt voor: n
098 (x04(ix)d) Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 03378) komt voor: n
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
102 (x04(v)c) Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 03378) komt voor: n
103 (x04(v)d) Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 03378) komt voor: n
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
107 (x04(vi)c) Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 03378) komt voor: n
110 (x04(vi)d) Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 03378) komt voor: n
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
114 (x04(vii)c) Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 03378) komt voor: n
115 (x04(vii)d) Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 03378) komt voor: n
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 3
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 3
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 03378) komt voor: n
121 (x04(viii)d) Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 03378) komt voor: n
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 03378) komt voor: n
087 (x04(x)c) Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 03378) komt voor: n
126 (x04(x)d) Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 03378) komt voor: n
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
130 (x04(xi)c) Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 03378) komt voor: n
131 (x04(xi)d) Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 03378) komt voor: n
133 (x05a) Jan heeft geeneen boek meer (inf. 03378) vertaling: J ee gin een boek mir
134 (x05b) Jan en heeft geen boek meer (inf. 03378) vertaling: J ee gin een boek mir
135 (x05c) Boeken heeft Jan geen (inf. 03378) vertaling: Jan ee gin boeke
136 (x05d) Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 03378) vertaling: Jan ee nie veul geld mir
144 (x05e) Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03378) vertaling: er mag niemand over dat probleem praote
138 (x05f) Er mag niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03378) vertaling: er mag niemand over dat probleem praote
139 (x05g) Niemand zegt dat hij komt niet (inf. 03378) vertaling: niemand zee dat ie komt
140 (x05h) Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 03378) vertaling: zitten ie erges muizen
141 (x05i) Ik geef niets aan een ander niet (inf. 03378) vertaling: ik gif niks aon 'n ander
142 (x05j) Niemand wil niet werken niet (inf. 03378) vertaling: niemand (die) wil werreke
143 (x05k) Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 03378) vertaling: we wiste nie dat ie thuis was
144a (x05l) Ik wist het niet ook niet (inf. 03378) vertaling: da wist ik ok nie
145 (x05m) Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03378) vertaling: ij mag mee niemand praote over da probleem
155 (x06) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 03378) vertaling: J wit dat ie voor drie uur de waoge gemakt mot ebbe
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 3
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 3
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 3
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 3
158 (x06c) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 03378) komt voor: n
159 (x06d) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 03378) komt voor: n
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
161 (x06f) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 03378) komt voor: n
162 (x07a) Maries auto is kapot (inf. 03378) vertaling: M d'ren oto is kupot
163 (x07b) Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 03378) vertaling: M d'ren oto is kupot
164 (x07c) Piets auto is kapot (inf. 03378) vertaling: Piet z'n oto is kuppot
165 (x07d) Piet z'n/se auto is kapot (inf. 03378) vertaling: Piet z'n oto is kuppot
166 (x07e) Die mans auto is kapot (inf. 03378) vertaling: die man z'n oto is kuppot
167 (x07f) Die man zijn/se auto is kapot (inf. 03378) vertaling: die man z'n oto is kuppot
168 (x07g) Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 03378) vertaling: die oto is nie van mij maar van em
169 (x07h) Gisterens krant ligt onder de TV (inf. 03378) vertaling: de kraant van gistere ligt onder de TV
170 (x07i) Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 03378) vertaling: J is 't broertje van K&K
171 (x07j) Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 03378) vertaling: die jonges d'r fietse zijn gestole
172 (x07k) Die zussen d'r moeder is op bezoek (inf. 03378) vertaling: die zussen d'r moeder is op bezoek
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 03378) vertaling: die oto is van Wim
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 03378) vertaling: da's mijn fiets
178 (x08a) Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03378) vertaling: ij mag mee niemand over da probleem praote
179 (x08b) Ik wil niemand niet kwetsen niet (inf. 03378) vertaling: ik wil niemad zeer doen
180 (x08c) Het is jammer dat wij komen niet en mogen (inf. 03378) vertaling: 't is jammer da wij nie meuge komme
181 (x08d) Dat niet en ga ik doen (inf. 03378) vertaling: da gaai 'k nie doen
182 (x08e) (Heb je hard gewerkt?) Niet heb ik gewerkt (inf. 03378) vertaling: 'k ep nie gewerkt
183 (x08f) Niet had hij het verteld of Marie begon te huilen (inf. 03378) vertaling: ij at 't net verteld of M begon te janke
184 (x08g) Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. 03378) vertaling: gao die bestelling nou maor oppoale
185 (x08h) Hij en werkt (inf. 03378) vertaling: ie werkt nie
186 (x08i) Je weet dat niemand hier binnen mag, dus ik verbied je nog een keer om hier niet te komen (inf. 03378) vertaling: ge mag ier nie komme
opm.: pleonastische negatie bij negatief werkwoord: n.v.t.
187 (x08j) Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 03378) vertaling: J wou nie da we M belde
opm.: pleonastische negatie bij negatief werkwoord: n.v.t.
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03378) fragment: die (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03378) fragment: af (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03378) fragment: af (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03378) fragment: die (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03378) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03378) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03378) fragment: - (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03378) fragment: - (2)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03378) fragment: om te (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03378) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03378) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03378) fragment: - (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03378) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03378) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03378) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03378) fragment: - (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03378) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03378) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03378) fragment: - (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03378) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03378) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03378) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03378) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03378) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03378) fragment: - (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03378) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03378) fragment: - (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03378) fragment: - (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03378) fragment: te (2)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03378) fragment: als (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03378) fragment: dan (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03378) fragment: dan (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03378) fragment: als (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03378) fragment: als (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03378) fragment: als (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03378) fragment: dan (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03378) fragment: dan (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03378) fragment: als (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03378) fragment: dan (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03378) fragment: als (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03378) fragment: als (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03378) fragment: dan (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03378) fragment: als (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 03378) fragment: te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03378) fragment: (1)
200 (x09m) Toen we aankwamen regende het (inf. 03378) fragment: (1)
201 (x09n) Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 03378) fragment: dat (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 03378) fragment: dat (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03378) fragment: hoe (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03378) fragment: dat (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03378) fragment: dat (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03378) fragment: dat (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03378) fragment: of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03378) fragment: of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03378) fragment: of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03378) fragment: hoe (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03378) fragment: hoe (1)
204 (x10a) Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 03378) vertaling: 'k wit da gullie op niemand kwaad zijn
205 (x10b) Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 03378) vertaling: 'k wit da ze op niks trots is
206 (x10c) Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 03378) vertaling: E denkr dad et nie makkelijk is
207 (x10d) Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 03378) vertaling: 'k wit dad ik te laot ben en gij nie
208 (x10e) Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 03378) vertaling: ge wit toch da gij mot werke en ik nie
209 (x10f) Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 03378) vertaling: ze denke da wij naar uis gaan en da zij nog meuge bluve
210 (x10g) Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 03378) vertaling: 't is jammer dad ij komt en da zij weggaat
211 (x10h) Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 03378) vertaling: 'k denk da L ziek is
213 (x10i) Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 03378) vertaling: 'k denk da P&L gaon trouwe
225 (y01(i)) A: Hij slaapt B:Hij/'t (en) doet (inf. 03182) vertaling: hij doet het met een ander
225 (y01(i)) A: Hij slaapt B:Hij/'t (en) doet (inf. 03182) vertaling: Zij doet het met een ander
225 (y01(i)) A: Hij slaapt B:Hij/'t (en) doet (inf. 03378) vertaling: Ja, da doet ie
225 (y01(i)) A: Hij slaapt B:Hij/'t (en) doet (inf. 03182) vertaling: Zij doet het met een ander
225 (y01(i)) A: Hij slaapt B:Hij/'t (en) doet (inf. 03182) vertaling: hij doet het met een ander
226 (y01(i)a) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 03378) komt voor: n
226 (y01(i)a) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 03182) komt voor: j
227 (y01(i)b) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 03378) komt voor: n
227 (y01(i)b) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 03182) komt voor: n
228 (y01(i)c) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 03378) komt voor: n
228 (y01(i)c) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 03182) komt voor: n
229 (y01(ii)) A: Hij zal niet komen B: Hij/'t (en) doet (inf. 03378) vertaling: da doet ie nie
230 (y01(ii)a) A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 03378) komt voor: n
230 (y01(ii)a) A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 03182) komt voor: n
231 (y01(ii)b) A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 03378) komt voor: n
231 (y01(ii)b) A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 03182) komt voor: n
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03182) komt voor: n
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03378) komt voor: n
233 (y01(iii)) A: Slaapt hij? B: Ja/nee, hij/'t (en) doet/slaapt (niet) (inf. 03378) vertaling: hij doet 't
233 (y01(iii)) A: Slaapt hij? B: Ja/nee, hij/'t (en) doet/slaapt (niet) (inf. 03378) vertaling: hij doet 't
233 (y01(iii)) A: Slaapt hij? B: Ja/nee, hij/'t (en) doet/slaapt (niet) (inf. 03378) vertaling: hij doeg et
233 (y01(iii)) A: Slaapt hij? B: Ja/nee, hij/'t (en) doet/slaapt (niet) (inf. 03378) vertaling: hij doeg et
234 (y01(iii)a) A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. 03378) komt voor: n
235 (y01(iii)b) A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 03378) komt voor: j
236 (y01(iii)c) A: Slaapt hij? B: Ja, hij en doet (inf. 03378) komt voor: n
237 (y01(iii)d) A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 03182) komt voor: j
237 (y01(iii)d) A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 03378) komt voor: j
238 (y01(iii)e) A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. 03182) komt voor: n
238 (y01(iii)e) A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. 03378) komt voor: n
239 (y01(iii)f) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. 03182) komt voor: n
239 (y01(iii)f) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. 03378) komt voor: n
240 (y01(iii)g) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet niet (inf. 03182) komt voor: n
240 (y01(iii)g) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet niet (inf. 03378) komt voor: n
241 (y01(iii)h) A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 03182) komt voor: n
241 (y01(iii)h) A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 03378) komt voor: j
242 (y01(iii)i) A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. 03182) komt voor: n
242 (y01(iii)i) A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. 03378) komt voor: n
243 (y01(iii)j) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet (inf. 03182) komt voor: n
243 (y01(iii)j) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet (inf. 03378) komt voor: n
244 (y01(iii)k) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. 03378) komt voor: n
244 (y01(iii)k) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. 03182) komt voor: n
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 03182) vertaling: de lamp brandt niet meer
komt voor: n
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 03182) vertaling: de lamp brandt niet meer
komt voor: n
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 03378) komt voor: n
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 03378) komt voor: n
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 03182) vertaling: oons Marieke danst elke avond
komt voor: j
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 03182) vertaling: oons Marieke danst elke avond
komt voor: j
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 03378) komt voor: n
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 03182) vertaling: Snij jully het brood even ...
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03378) fragment: van wie de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03378) fragment: van wie de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03378) fragment: van wie de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03378) fragment: wie z'n (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03378) fragment: wie z'n (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03378) fragment: wie z'n (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03378) fragment: wiens (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03378) fragment: wiens (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03378) fragment: wiens (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03182) komt voor: n
fragment: waarop (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03378) fragment: waar (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03182) komt voor: n
fragment: waarop (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03182) komt voor: n
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03378) komt voor: n
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03378) komt voor: n
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03182) komt voor: n
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03182) fragment: waar het (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03378) fragment: wat (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03378) fragment: die (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03378) fragment: waar (1)
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03378) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03378) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03378) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03378) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03378) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03378) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03378) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03378) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03378) fragment: die (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03378) fragment: die (1)
260 (y03a) Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03378) vertaling: wa denk te wie ik in de stad ontmoet eb
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03378) vertaling: oe denke jullie da ze 't ebbe opgelost
265 (y03c) Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03378) vertaling: oe denk te gij da ze 't ebbe opgelost
opm.: subjectdubbeling
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03378) vertaling: M wit nie wie wij wille optelefoneren
264 (y03e) Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 03378) vertaling: wit iemand wie wij geroepen ebben
262 (y03f) Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03378) vertaling: wie denk te dad ik in de stad hen tegegekomme
266 (y03g) Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03378) vertaling: wie denk te dad ik in de stad hen tegegekomme
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03378) vertaling: hij ee z'n ande gewasse
268 (y04b) Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 03378) vertaling: hij ee z'n em gewasse
269 (y04c) Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 03378) vertaling: hij ee unnen oed op z'n kop
270 (y04d) Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 03378) vertaling: hij ee 'n vlek op z'n em
271 (y04e) Hij heeft zijn been gebroken (inf. 03378) vertaling: hij ee z'n been gebroke
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 03378) vertaling: zij ee d'r eige pijn gedaan
opm.: reflexief: haar eigen
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 03378) vertaling: M trok de dike naar zich toe
opm.: reflexief: zich
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 03378) vertaling: L wit dat 'r foto's van z'n eige te koop zen
274 (y04i) Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 03378) vertaling: ge wit toch nog wel da we dwars deur 't bos zin gelopen
277 (y04j) Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 03378) vertaling: 'k wit nog da d' oto van M kepot was
280 (y04k) Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 03378) vertaling: zij wit nog dat ie as 'n verreke zat t' eten
283 (y04l) Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 03378) vertaling: wij wete nog wel dad alle boeke van J gestole waore, maar zij wete 't nie meer
286 (y04m) Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 03378) vertaling: witte gullie nog da we J op de mart ebbe gezien
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 03378) vertaling: ij ee zich 'n ongeluk gewerkt
opm.: reflexief: zich
290 (y04o) Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 03378) vertaling: ij dacht dad ie deur 't ijs zakke
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03378) vertaling: zouw ij 't gedaen ebbe, as ie 't gekund at
877 (y05(i)) Hij heeft dat nooit gekund (inf. 03378) fragment: gekund (1)
877 (y05(i)) Hij heeft dat nooit gekund (inf. 03378) fragment: gekunne (1)
877 (y05(i)) Hij heeft dat nooit gekund (inf. 03378) fragment: gekunne (1)
877 (y05(i)) Hij heeft dat nooit gekund (inf. 03378) fragment: gekund (1)
878 (y05(ii)) Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 03378) fragment: gedaon (1)
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 03378) komt voor: n
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 03378) komt voor: n
298 (y05(iii)c) Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 03378) komt voor: n
299 (y05(iii)d) Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 03378) komt voor: n
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 03378) komt voor: n
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 03378) komt voor: n
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 03378) komt voor: n
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 03378) komt voor: n
304 (y05(iii)i) Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 03378) komt voor: n
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 03378) komt voor: n
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 03378) komt voor: n
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 03378) komt voor: n
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03378) komt voor: n
310 (y06b) Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 03378) komt voor: n
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 03378) komt voor: n
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03378) komt voor: n
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 03378) komt voor: n
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 03378) komt voor: n
316 (y06g) Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 03378) komt voor: n
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03378) vertaling: M al d'r koeien zijn verdronken bij de overstroming
komt voor: j
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03378) vertaling: M al d'r koeien zijn verdronken bij de overstroming
komt voor: j
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 03378) komt voor: n
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03378) komt voor: n
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03378) vertaling: de irste drie somme eb ik al gemaakt. De welke ed de gij gemaakt
komt voor: j
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03378) vertaling: de irste drie somme eb ik al gemaakt. De welke ed de gij gemaakt
komt voor: j
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03378) vertaling: de waffere ed de gij al weggebracht
komt voor: j
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03378) vertaling: de waffere ed de gij al weggebracht
komt voor: j
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03378) vertaling: de zulleke zouw ik nie durve opete
komt voor: j
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03378) vertaling: de zulleke zouw ik nie durve opete
komt voor: j
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 03378) vertaling: de die zouw ik niet durven opete
komt voor: j
opm.: enk. 'de dieje'
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 03378) vertaling: de die zouw ik niet durven opete
komt voor: j
opm.: enk. 'de dieje'
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03378) vertaling: ik wit da J naar de mart is geweest
komt voor: n
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03378) vertaling: ik wit da J naar de mart is geweest
komt voor: n
330 (y07a) Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 03378) komt voor: n
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 03378) komt voor: n
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 03378) komt voor: n
333 (y07d) Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 03378) komt voor: n
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03378) komt voor: n
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 03378) komt voor: n
336 (y08a) In die tijd leefde ik erop los (inf. 03378) vertaling: In die tijd leefde ik erop los
337 (y08b) Vroeger leefde hij als een beest (inf. 03378) vertaling: vroeger leefden ie as 'n beest
338 (y08c) Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 03378) vertaling: daor leefde wij as G in F
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03378) vertaling: niemand mag et zien, dus ik vin da de gij 't ook nie mag zien
340 (y08e) Het gebeurde toen je wegging (inf. 03378) vertaling: 't gebeurde toen de wegging
341 (y08f) Ik weet waar je geboren bent (inf. 03378) vertaling: 'k weet daor da gij gebore zijt
opm.: daar dat - ja of waar dat - ja
342 (y08g) Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 03378) vertaling: nou de klaor bent, ma de gaan
343 (y08h) Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 03378) vertaling: omda M dood was, eed urre man A nie mir kunne ellepe
343 (y08h) Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 03182) vertaling:
opm.: IPP: n.v.t.
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03378) vertaling: ik wit dat ie is gaon zwemme
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
348 (y09b) Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 03378) komt voor: n
349 (y09c) Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 03378) komt voor: n
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 3
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 3
351 (y09e) Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 03378) komt voor: n
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 03378) komt voor: n
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 03378) komt voor: n
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 03378) komt voor: j
opm.: geen vertaling; alleen 'ja' achter 'jaat'
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 03378) komt voor: n
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03378) komt voor: n
357 (y10e) A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 03378) komt voor: n
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 03182) vertaling: Met zulk ro tweer kan je niks doen
komt voor: j
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 03378) komt voor: n
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 03182) vertaling: Met zulk ro tweer kan je niks doen
komt voor: j
360 (y11b) Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 03378) komt voor: n
360 (y11b) Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 03182) komt voor: n
361 (y11c) Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 03182) vertaling: Omdat hij mij bedrogen heeft
komt voor: j
361 (y11c) Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 03182) vertaling: Omdat hij mij bedrogen heeft
komt voor: j
361 (y11c) Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 03378) komt voor: n
362 (y11d) Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 03378) komt voor: n
362 (y11d) Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 03182) komt voor: n
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03182) komt voor: n
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03378) komt voor: n
365 (y11f) Hem is dood (inf. 03182) komt voor: n
365 (y11f) Hem is dood (inf. 03378) komt voor: n
364 (y11g) Is hem dood? (inf. 03378) komt voor: n
364 (y11g) Is hem dood? (inf. 03182) komt voor: n
366 (y11h) Haar is ziek (inf. 03182) komt voor: n
366 (y11h) Haar is ziek (inf. 03378) komt voor: n
367 (y11i) Is haar ziek? (inf. 03378) komt voor: n
368 (y11j) Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 03378) komt voor: n
368 (y11j) Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 03182) komt voor: n
369 (y11k) Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 03378) komt voor: n
369 (y11k) Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 03182) komt voor: n
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03182) fragment: die (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03378) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03182) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03182) fragment: die dat (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03378) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03182) fragment: die dat (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03182) fragment: die (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03182) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03182) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03182) fragment: dat hiij (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03378) komt voor: n
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03182) fragment: dat hiij (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03182) komt voor: n
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03378) komt voor: n
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03182) fragment: met wie (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03378) fragment: waar (1)
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 03182) fragment: wie (1)
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 03378) fragment: wie (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03378) fragment: - (2)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03378) fragment: - (2)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03378) fragment: waar (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03182) komt voor: n
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03378) fragment: waar (1)
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03182) fragment: wat (1)
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03378) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03182) fragment: wie ik (1)
opm.: dav
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03378) fragment: die (1)
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03378) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03378) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03182) komt voor: n
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03378) fragment: waarvan de (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03378) fragment: waarvan de (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03378) fragment: waarvan de (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03182) komt voor: n
fragment: van mijn (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03378) fragment: van wie de (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03378) fragment: van wie de (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03378) fragment: van wie de (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03182) komt voor: n
fragment: van mijn (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03378) fragment: wier (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03378) fragment: wier (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03378) fragment: wier (1)
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03378) vertaling: P denkt da J&M op gin mens kwaad zijn
betekenis: negative concord
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03378) vertaling: P denkt da J&M op gin mens kwaad zijn
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03378) vertaling: W denkt da me nooit aon iemand 'n prijs geve
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03378) vertaling: W denkt da me nooit aon iemand 'n prijs geve
betekenis: negative concord
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03378) vertaling: 't is waor da ze nie mee M meuge praote
betekenis: negatie > modaal
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03378) vertaling: 't is waor da ze nie mee M meuge praote
betekenis: negatie > modaal
389 (z03a) A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 03378) vertaling: nerges nie
389 (z03a) A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 03378) vertaling: nerges
389 (z03a) A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 03378) vertaling: nerges
389 (z03a) A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 03378) vertaling: nerges nie
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 03378) vertaling: niemand
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03378) vertaling: nooit
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03378) vertaling: nooit
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03378) vertaling: nooit nie
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03378) vertaling: nooit nie
390 (z03d) A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 03378) vertaling: niks
391 (z03e) A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 03378) vertaling: ginne
392 (z04a) Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 03378) vertaling: ge mag um nie zegge da 'k naor buite gewist ben
393 (z04b) Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 03378) vertaling: nie zegge da ge 'n kudo voor em et gekocht
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03378) vertaling: wit te gij nie dat ie gevallen is
399 (z05a) Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 03378) vertaling: W prubeerde om niemand zeer te doen
397 (z05b) 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 03378) vertaling: ze zegge da ze niks mag ete
398 (z05c) Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 03378) vertaling: ze schijnt nie te meugen ete
399a (z05d) Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 03378) vertaling: ze prubere d'n ele dag al om mekaar op te bellen
400 (z05e) Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 03378) vertaling: et belooft wir unne mooie dag te worre
401 (z05f) 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 03378) vertaling: 't is misschien beter om nog effekes te wachte
402 (z05g) We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 03378) vertaling: w' adde 't geluk om 'm drek terug te vinde
404 (z06a) Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 03378) vertaling: as de kiepe unne valk zien, zijn ze bang
405 (z06b) Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 03378) vertaling: as me d' eerpels nie kunne verkope, zitten we in de problemen
406 (z06c) Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 03378) vertaling: as gullie 'm nie meeneme, wor ik kwaad
407 (z06d) Hij wist he(n)t (inf. 03378) vertaling: ij wiest 't
408 (z06e) Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 03378) vertaling: op di feest wordt veul gedaanst
409 (z06f) Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 03378) vertaling: nou wordt er alleen nog maar brood verkocht in dieje winkel
410 (z06g) Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 03378) vertaling: as ie mee zunne fiets komt, zal ie wel laot zijn
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 03378) vertaling: as ge tijd et, dan kom de maar 'n keertje langs
413a (z06i) Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 03378) vertaling: as ik rijk ben, dan koop ik unne dieren oto
881 (z07(i)) Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 03378) komt voor: n
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03378) komt voor: n
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 03378) komt voor: n
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 03378) komt voor: n
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 03378) komt voor: n
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 03378) komt voor: n
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 03378) komt voor: n
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 03378) komt voor: n
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 03378) vertaling: ik eb et em gegeve
komt voor: j
opm.: dav
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 03378) vertaling: ik eb et em gegeve
komt voor: j
opm.: dav
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 03378) komt voor: n
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03378) vertaling: M ee gezeit da gij geprobeerd et 'n liedje te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03378) vertaling: M ee gezeit da gij geprobeerd et 'n liedje te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03378) vertaling: M ee gezeit da gij 'n liedje et probere te zinge
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03378) vertaling: M ee gezeit da gij 'n liedje et probere te zinge
549 (z08(v)) Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. 03378) vertaling: M ee gezeit da gij geprobeerd et om aor 'n boek te geve
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 3
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 3
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 4
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 4
537 (z08c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 03378) komt voor: n
604a (z08d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 03378) komt voor: n
547 (z08e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 03378) komt voor: n
543 (z08f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 03378) komt voor: n
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
440 (z09a) Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 03378) vertaling: die van de stad die ebbe ier veel uizen gebouwd
441 (z09b) Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 03378) vertaling: aon die nieuwe vaort daor zie de gin mens mir
442 (z09c) Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 03378) vertaling: gisteren is J ier gewist
443 (z09d) De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 03378) vertaling: de dag da J opbelde sa ik nie thuis
444 (z09e) Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 03378) vertaling: J die zouw ik nooit uitnodigen
445 (z09f) Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 03378) vertaling: M die zouw zowiets nooit doen
446 (z09g) Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 03378) vertaling: B die drinkt wel is 'n glas te veul
447 (z09h) Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 03378) vertaling: M die zouw ik wel is bij mij thuis wille uitnodige
448 (z09i) Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 03378) vertaling: dad uis da zouw ik nooit wille kope
449 (z09j) Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 03378) vertaling: dad uis da staat daor al vijftig jaar
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03378) komt voor: n
453 (z10(i)c) Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 03378) komt voor: n
454 (z10(i)d) Ze hebben geweest naar de markt (inf. 03378) komt voor: n
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
457 (z10(ii)b) Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 03378) komt voor: n
458 (z10(ii)c) Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 03378) komt voor: n
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
462 (z10(iii)b) Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 2
462 (z10(iii)b) Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 2
464 (z10(iii)c) Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 03378) komt voor: n
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
467 (z10(iv)b) Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 03378) komt voor: n
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
470 (z10(v)b) Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 03378) komt voor: n
471 (z10(v)c) Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 03378) komt voor: n
472 (z11a) En heeft Gunther gebeld? (inf. 03378) vertaling: ee G gebeld
473 (z11b) En pas op! (inf. 03378) vertaling: pazop
474 (z11c) 't En was maar net goed genoeg (inf. 03378) vertaling: 't was maor net goed genoeg
475 (z11d) Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 03378) vertaling: M ee nou meer koeien da ze vroeger aat
476 (z11e) Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 03378) vertaling: as S at kunne komme dan at ze da gedaan
477 (z11f) Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 03378) vertaling: zij is de beste dokter die 'k ken
478 (z11g) Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 03378) vertaling: voor j' iets weggooit mut te effe belle
479 (z11h) Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 03378) vertaling: ier is alles wa 'k gekregen eb
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 03378) vertaling: J is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven
481 (z11j) Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 03378) vertaling: asof gij iets van voetballen afwit
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 03378) vertaling: leg neer da boek
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 03378) vertaling: leg da boek weg
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 03378) vertaling: leg da boek weg
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 03378) vertaling: leg neer da boek
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 03378) vertaling: as ge echt nie kunt wachte, dan kom de maar
488 (z12a) Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 03378) vertaling: 'k wit da J d'n dokter at kunne roepe
489 (z12b) Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. 03378) vertaling: 'k wit da J d'n dokter at kunne roepe
490 (z12c) Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 03378) vertaling: ij zee dad ik 't at motte doen
491 (z12d) Hij zei dat ik het moest gedaan hebben (inf. 03378) vertaling: ij zee dad ik 't gedaan moest ebbe
492 (z12e) Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 03378) vertaling: ij is vorige week deur dokter M gopereerd
493 (z12f) Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 03378) vertaling: ij wor morige deur dokter M gopereerd
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03378) positie: 1
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03378) positie: 1
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03378) positie: 2
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03378) positie: 1
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03378) positie: 1
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03378) positie: 1
509 (z14a) Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 03378) fragment: van (1)
509 (z14a) Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 03378) fragment: door (1)
509 (z14a) Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 03378) fragment: door (1)
509 (z14a) Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 03378) fragment: van (1)
512 (z15a) Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 03378) komt voor: n
513 (z15b) Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 03378) komt voor: n
514 (z15c) Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 03378) komt voor: n
515 (z15d) Jij bent ook een rare een(e) (inf. 03378) komt voor: n
412 (z16b) Er waren veel mensen op het feest (inf. 03378) vertaling: d'r waore veul mensen op 't fist
413 (z16c) Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 03378) vertaling: waoren 'r veul mense op 't fist
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03378) vertaling: waffer boeke ed de gekocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03378) vertaling: waffer boeke ed de gekocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03378) vertaling: wad edde vor boeken gekocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03378) vertaling: wad edde vor boeken gekocht
521 (z16e) Hij woont bij Marietje (inf. 03378) vertaling: ij woont bij M
522 (z16f) Hij woont bij Wim (inf. 03378) vertaling: ij wount bij Wimme
523 (z16g) Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 03378) vertaling: lopt eve naor den bakker, Wim
524 (z16h) Wie heb je gezien? (inf. 03378) vertaling: wie ed de gezien
525 (z16i) Wie heeft jou gezien? (inf. 03378) vertaling: wie ee jou gezien
527 (z16j) Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 03378) vertaling: ad ik da gewete dan ad ik 't nie gedaan
528 (z16k) 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 03378) vertaling: 't is beter om nog effe te wachte
882 (z16l) Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 03378) vertaling: J at gelukkig d'n dokter gebeld en die was er zo
883 (z16m) Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 03378) vertaling: lop nou toch deur, smeerlappe
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03378) komt voor: n
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03378) komt voor: j
gebr.: 5
545 (z17d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 03378) komt voor: n
536 (z17e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 03378) komt voor: n
605a (z17f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 03378) komt voor: n
548 (z17g) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 03378) komt voor: n
542 (z17h) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 03378) komt voor: n

interview mondelinge enquête

sprekertekstcommentaar 
geen interview gehouden in Breda

data telefonische enquête

zinsnr.testzininstructieantwoorden
geen data telefonische enquête in Breda